‘üBUNG’, de nieuwe theaterproductie van Josse De Pauw, stal de show tijdens het openingsweekend van het Brusselse KunstenFESTIVALdesArts. Ze werd meteen ook geselecteerd voor de jeugdsectie van Het Theaterfestival 2001.

Als interdisciplinaire, hedendaagse creatie past üBUNG perfect in de programmering van het KunstenFESTIVALdesArts. Maar al was de première voor het hoofdstedelijke festival gereserveerd, De Pauws werkstuk is niet in opdracht van het festival gemaakt. Voor de productie ervan sloegen het Gentse Victoria en Het Net in Brugge, waarvan De Pauw sinds dit seizoen artistiek leider is, de handen in elkaar.

De confrontatie van film en theater die De Pauw in üBUNG beoogt, misstaat niet tussen het crossover-werk van de Zuid-Afrikaan William Kentridge of de diaperformance van de Australiër-van-Chinese-afkomst William Yang. Hoewel De Pauw het over een andere boeg gooit dan zijn collega’s. Voor üBUNG putte de theaterman-schrijver uit zijn filmervaring. Hij schreef een scenario dat hij zelf verfilmde.

In de zwartwitfilm maken we kennis met een welgesteld, maar wat uitgeblust burgerpaar (vertolkt door Josse De Pauw en Carly Wijs) dat in zijn villa-in-het-groen op de visite wacht: een bevriend koppel (Dirk Roofthooft en Lies Pauwels) en hun gecultiveerde vriend-vrijgezel (Bernard Van Eeghem). Het zesde personage is een Russische violist die ten huize van het burgerpaar logeert om zich voor te bereiden op de Elisabethwedstrijd (o, cliché). Zodra de vrienden arriveren, zet iedereen een vrolijk masker op. Maar tijdens het met veel drank gelardeerde diner loopt het allemaal uit de hand en verschijnt het ware gelaat van de verschillende personages. Er wordt gestoeid, een beetje gevochten en er vloeien enkele tranen.

De volgende ochtend verschijnt het gezelschap sip en schuldbewust aan de ontbijttafel. De onderdrukte stemming klaart snel op door het vrolijke humeur van de vrouwelijke gast. Haar moraal van het verhaal is simplistisch maar wel efficiënt: we moeten af en toe lucht geven aan onze kleine verdrietjes, anders kroppen we die op tot één groot verdriet.

Het schetsmatige scenario en de archetypische personages hebben veel van een soap, ware het niet dat de ironische verfilming dat format tegenspreekt.

OEFENING IN OPGROEIEN

De film vormt de ruggengraat van üBUNG: de voorstelling begint en eindigt met de projectie van de film op een groot scherm. Met dat verschil echter dat de geluidsband niet weergegeven wordt. Op het podium voor het scherm staan zes kinderen, jonge tieners eigenlijk, die de stemmen live inspreken en imiteren, ook andere geluiden produceren en zelfs een instrument (dat van de violist) bespelen.

Die aanpak zorgt voor een dubbele vervreemding. Enerzijds versterken de kinderstemmen het potsierlijke karakter van de kleinburgerlijke volwassenen in de film, waardoor die wel grote kinderen lijken. Het personage van Dirk Roofthooft alludeert daar in de film trouwens op door te vragen of ze het niet als ‘grote mensen’ kunnen uitpraten. Anderzijds krijgen de jonge acteurs op het podium in de loop van de voorstelling de allure van jonge volwassenen. In het begin van de voorstelling hebben de kinderen nog hun gewone plunje aan en blijven ze aan de zijlijn, aan weerskanten van het lege speelvlak. Hun imitatie van de ‘grote mensen’ beperkt zich tot de stem en de intonatie.

Maar gaandeweg nemen ze ook de gestiek van de volwassenen in de film over, wagen ze zich op het speelvlak en trekken ze dezelfde kleding aan als hun alter ego’s in de film. Door lang te oefenen – wat indirect de Duitse titel verklaart -, worden de tieners volwassenen. Of dat een spijtige zaak is, laat Josse De Pauw in üBUNG in het midden. Het ongewild groteske effect dat de film op zich en de synchronisatie door kinderen heeft, moffelt de weemoed over het verlies van de kinderlijke onschuld enigszins weg. Waardoor üBUNG een speelse ‘oefening’ in opgroeien wordt.

Voorstellingen van ‘üBUNG’: op 17, 18 en 19 mei in Brugge (Het Net); tournee van oktober tot januari 2002 (tel. 03-235 04 90).

Het KunstenFESTIVALdesArts duurt nog tot 26 mei (tel. 070-22 21 99).

Paul Verduyckt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content