Tussen de zorg voor de democratie in Nepal door moet de regering aan haar begroting voor volgend jaar gaan denken. Een delicate karwei, want halfweg 2003 loopt de kabinetsperiode van de ploeg-Verhofstadt ten einde. Paars-groen wil na de verkiezingen doorgaan, maar daar moeten de kiezers eerst nog hun gedacht over zeggen…

Eerste minister Paul de Smet de Naeyer kon in 1899 de staatsbegroting nog neerpennen op een blad ministerpapier vooraleer hij naar het zondagse aperitief bij koning Leopold II trok. Toen was het koninkrijk nog soeverein. Vandaag ligt begrotingsminister Johan Vande Lanotte (SP.A) aan vele ketens gekluisterd. Het land heeft zijn begrotingsonafhankelijkheid verloren, regeerakkoorden en State of the Unions ten spijt. Niet het parlement, maar Europa beslist met zijn stabiliteitspact dat er een begrotingsoverschot moet zijn. Dure eurocraten bedisselen geldopslorpende dingen zoals hoe liberaal de treinen moeten rijden en wie in de toekomst brieven bestelt. Zelfs voor de werkgelegenheid schrijft de Unie richtsnoeren voor.

Uiteindelijk, it’s all economy, stupid (Bill Clinton). De economie heeft de politiek overklast. Een procent of drie economische groei maakt dat de ondernemingen en de burgers de schatkist spekken. Geen problemen dan met een groen of sociaal beleid, zelfs een belastingverlaging behoort tot de mogelijkheden. Een treurende economie veroorzaakt slappe belastingaangiften en kost een fortuin aan werkloosheidsuitkeringen.

Nationale overheden zijn evenwel de nationale economie kwijtgespeeld, die is Europees en globaal. Nu de wereld trager draait, kunnen de Belgische bewindvoerders alleen nederig pogen de schade te beperken. Zo maande eerste minister Guy Verhofstadt (VLD) vorige week al de vakbonden aan hun looneisen te matigen.

Sedert een decennium of twee is het een punt van geloof dat de vrije markt superieur is aan staatsregulering om de maatschappij te organiseren. De vrije markt als een soort parlement, waar de burgers vrije keuzes kunnen maken. In dat soort halfronden bepaalt natuurlijk het geld de uitslag van de stemming.

Internationale geldhandelaren – God weet welke maatschappelijke principes zij koesteren, als zij dat al doen – gedragen zich op hun valutamarkten als zelfbenoemde rechters van het politieke beleid. Met een enorme vloedgolf aan geld, die weinig de internationale handel en veel de speculatie dient, corrigeren zij het werk van de overheden. Zij beslissen of de euro sterk dan wel zwak is. Een zuchtje renteverlaging van voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank Alan Greenspan volstaat om naar hogere opbrengsten in de eurozone te vluchten. Het maakt voor vele Europeanen het verschil tussen werken voor de export of leven van een uitkering. Speculatief opjutten van aandelenkoersen voedt de inflatie, alleen af te remmen met een renteverhoging die ook de economische groei afblokt.

Achter computerschermen zitten parvenu’s te gluren naar politiek nieuws dat de vrije markten in extase kan brengen en hen snel geld oplevert. Een plan voor een nieuw Europees landbouwbeleid brengt de grondstoffenbeurs in Chicago in beroering. De Franse president Jacques Chirac die de Amerikaanse oorlog tegen Irak afkeurt, neemt risico’s voor de euro. Straks keuren de geldhandelaren misschien de verkiezing van de Edmund Stoiber als Duits kanselier goed, wegens een verwachte nieuwe zakelijkheid in Europa.

Bovendien weet geen overheid meer welke kranen te sluiten en ventielen te openen om de eigenzinnige economische stoommachine onder controle te krijgen. Een belastingverlaging verhoogt de koopkracht, wat goed is voor de consumptie en dus brandstof voor de economie. Maar loonmatiging neutraliseert die stimulans dan weer. Lagere rentetarieven wakkeren de bouw aan, terwijl de antiterrorismehetze het consumentenvertrouwen verzwakt.

Economisten en andere analisten voorspelden dat het dit jaar al fel beter zou gaan met de economie. Maar het kapitalisme heeft zichzelf beschadigd. De vrije markt sloeg tilt op de aandelenbeurzen, met een flinke kater tot gevolg. En prestigieuze globale economische groepen hanteerden de marktvrijheid als het recht van de sterkste. Het deed méér kwaad aan de wereldeconomie dan de aanslagen op het WTC en het Pentagon.

Bij haar start had paars-groen de bloeiende economie mee als haar beste coalitiepartner. Verhofstadt en co zijn die kwijtgespeeld. Een economische groei van drie procent is een illusie. Het begrotingswerk wordt eindjes aan mekaar knopen.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content