Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Voor de verkoop van zijn Carapace-systeem aan de Belgische luchtmacht, betaalde de Franse vliegtuigbouwer Dassault zo’n 600 miljoen frank commissies : een ontstellend hoog bedrag.

Het was bekend dat minstens 60 miljoen frank smeergeld van de Franse vliegtuigconstructeur Dassault bij de Vlaamse socialisten belandde. Of tenminste moest belanden. Want de ex-penningmeester van de SP, Etienne Mangé, die nochtans een ontvangstbewijs voor het geld tekende, heeft altijd volgehouden nooit één cent van de Franse commissies te hebben gekregen.

Toch was die betaling een blijk van dankbaarheid. Het bedrijf had twee belangrijke contracten binnengehaald. Eén voor de verkoop van het elektronische afweersysteem Carapace aan de Belgische luchtmacht, en een ander, via de Belgische dochter Sabca, voor de updating van onze verouderde Mirages. Het bedrag dat met de twee contracten was gemoeid, liep op tot zo’n 11 miljard frank.

Het was in 1995 al geweten dat 60 miljoen richting SP stroomde, maar dat vanop de Dassault-rekening 90 miljoen frank vertrok. Maar nu vermeldt het verslag van de Luikse onderzoeksrechter Jean-Louis Prignon dat Dassault alles samen niet 90, maar 600 miljoen frank commissieloon betaalde.

Deze gegevens kunnen wellicht voor een aanloop zorgen tenminste, als de Frans-Belgische betrekkingen dit toelaten in de complete opheldering van de nogal mistige zaak-Dassault. Want de weigering van Serge Dassault om de Luikse speurders nog te ontmoeten, laat staan naar België te komen voor een ondervraging, bemoeilijkte de enquête geen klein beetje.

De Frans-Belgische verhouding verbeterde ook niet door het internationaal aanhoudingsmandaat dat het Luikse gerecht tegen de vliegtuigconstructeur uitschreef. In eigen land is Dassault parel aan de kroon van de Franse vliegtuigbouw en intimus van president Jacques Chirac een andere behandeling gewend.

FRANSEN BIJ VERKOOP AAN CHILI

Met de eerste rogatoire commissie, die in november ’95 naar Parijs trok, was onderzoeksrechter Prignon er toch in geslaagd belangrijke gegevens los te peuteren. Niet onbelangrijk was de door Dassault gemompelde getuigenis dat ?iedereen commissies betaalt?. Een opmerking die door Prignon werd geacteerd, maar niet door de Franse collega die hem begeleidde.

Uit de stukken die hij mocht inkijken, achterhaalde Prignon dat Dassault finaal 600 miljoen frank commissie betaalde. Een op het eerste gezicht ontstellend hoog bedrag. Ware het niet dat de Frans-Belgische entente verder ging dan in de publieke opinie algemeen wordt waargenomen.

De Belgische contracten waren voor de Franse vliegtuigbouwer ongemeen belangrijk, zeg maar van levensbelang. Het Carapace-contract, ter waarde van 6,5 miljard frank, gaf de Fransen de gelegenheid hun tot dan zo goed als onuitgeteste elektronisch afweersysteem aan de man te brengen. Tegelijk betaalden de Belgen die ook hadden kunnen kiezen voor het Amerikaanse Litton waarvan de deugdelijkheid was gekend met hun aanschaf eigenlijk de verdere ontwikkeling van Carapace mee af. Het is op die verkoop dat Dassault, volgens Franse documenten van juli 1989, om en bij 9 procent, of 600 miljoen frank commissieloon zou hebben betaald.

Een groot deel van dat bedrag is wellicht blijven hangen bij het met Dassault verwante Ofema France. Mogelijk is via dit tussenstation een deel van de buit op buitenlandse rekeningen van de familie Dassault (?) geland. Want ook het geld dat destijds, na een gesprek van de Brusselse advocaat Alfons Puelinckx en diens Syrische cliënt Mammoun Bashi met Serge Dassault, voor de Vlaamse socialisten werd uitgetrokken, kwam van de Geneefse bankrekening Sophie. Volgens sommige bronnen een conto van de intussen overleden moeder van Serge Dassault wat de vliegtuigbouwer toelaat te beweren dat hij van niets wist.

Een deel van de commissielonen naar de eigen, weliswaar buitenlandse rekeningen laten terugvloeien, is in het bedrijfsleven, in de profsport, en zeker in de internationale wapenhandel, een gekende truc. Het is dus, volgens onderzoekers, zeker niet uitgesloten dat de Fransen deze techniek hebben toegepast, waarbij wit geld zwart wordt. Wat er als dit juist blijkt zou op neerkomen dat Dassault de Franse fiscus heeft getild.

Opmerkelijk is in elk geval dat voor de commissies aan de SP nooit een consultancy contract werd opgesteld wat wel het geval was met Agusta. Zo’n contract is nodig, niet alleen in België en in Italië, maar ook in Frankrijk, om de betaling van het smeergeld uit te voeren en ze fiscaal in rekening te brengen.

Maar dat niettemin een groot deel van de commissies ook de weg vond naar Belgische politici en/of partijen, en mogelijk militairen, daarin geloven de Luikse onderzoekers rotsvast. Dassaults bedoelingen om de Belgen te spekken, mag al blijken uit de betaling van 60 miljoen frank aan de SP. Intussen is ook gebleken dat de CVP iets meer dan één miljoen kreeg, weliswaar in overeenstemming met de toen nog vigerende wet op de partijfinanciering. Of de 60 miljoen nu integraal of slechts deels bij de SP-penningmeester arriveerde, is een andere kwestie. Gewezen adjunct-secretaris van de SP, Luc Wallyn, heeft al toegegeven een aantal van de miljoenen voor eigen gebruik te hebben aangewend.

Ook niet onbelangrijk is het tweede contract, dat de Fransen dit keer via hun Belgische dochter Sabca hier binnenrijfden : de opknapbeurt van de verouderde Mirage-straaljagers. Kostprijs : 4,5 miljard frank. Het ging om de toestellen die het Belgische leger naderhand voor amper 1,6 miljard frank aan de Chileense luchtmacht verkocht. En bij de transactie met de Chilenen waren, opmerkelijk genoeg, de Fransen opnieuw betrokken.

EEN AIRFORCE FRIEND

In al die Belgisch-Franse transacties keert vaak de figuur terug van gewezen luchtmachtgeneraal Jacques ?Jack? Lefèbvre. Die pleegde begin maart ’95 zelfmoord, nadat de media zijn naam voor het eerst in verband brachten met de affaire-Agusta.

Na zijn actieve dienst was Lefèbvre eind van de jaren tachtig overgestapt naar het bedrijf Europavia dat de belangen van de Franse luchtvaartindustrie behartigt. Een overstap die, ook destijds, niemand verbaasde. In het leger immers was Lefèbvre bekend als verdediger van de Franse belangen. Hij was ook een intimus van zowel vader als zoon Dassault.

Maar de gewezen luchtmachtgeneraal dook ook op in het Agusta-verhaal. Volgens Mammoun Bashi, de Syrischecliënt en vriend van Puelinckx, was het de Brusselse advocaat die via ?an airforce friend? (lees : Lefèbvre) hem (Bashi) had gevraagd een contact met Agusta op te bouwen. Die bewering staat in een soort aide-mémoire die Bashi’s zaakgelastigde in Zwisterland, Urs Hodler, opstelde. Maar de Syriër ondertekende ze nooit.

Puelinckx verklaarde achteraf zelfs dat hij Lefèbvre, die hij via Bashi had leren kennen, op vraag van de Syriër in zijn kantoor had voorgesteld aan Agusta-baas Raffaelo Teti en diens tweede in bevel Enrico Guerra, een van de echte sterke mannen bij het Italiaanse helikopterbedrijf Agusta.

Nog voor hij zijn uniform aan de haak hing en overstapte naar Europavia was Lefèbvre al een stevig pleiter voor de aankoop van Carapace en de (peperdure) updating van de Mirages. Ook met de verkoop van de Mirages aan Chili was Lefèbvre gemoeid. Het gerecht is daarvan perfect op de hoogte.

Vlak voor zijn zelfmoord immers heeft Lefèbvre een omstandige pro memorie geschreven over de deal met Chili en de rol van de Fransen daarin. Die tekst werd samen met de afscheidsbrieven aan het gerecht bezorgd. Luchtmachtkolonel Xavier Janssens, een vertrouwensman van Lefèbvre, getuigde dat hij erbij was toen de gewezen generaal zijn gedachten aan het papier toevertrouwde.

In dit opmerkelijke document zette Lefèbvre zijn ideeën uiteen over de aankooppolitiek van de opeenvolgende Belgische regeringen. Een uitleg die volkomen naast de kwestie was en die in het hele Agusta- / Dassault-onderzoek geen zode aan de dijk zette. De gewezen generaal zweeg evenwel in alle talen over de ware aard van zijn relaties, niet alleen met de Dassaults maar ook met Mammoun Bashi, die hij via de Franse vliegtuigbouwer had leren kennen en met wie hij op erg vertrouwelijke voet stond. Zo zou Lefèbvre hebben gespeeld met de gedachte om na zijn actieve militaire loopbaan aan de slag te gaan als militair adviseur in dienst van Agusta of van een van de sjeikdommen aan de Perzische Golf een gebied dat Bashi als geen ander kent.

Het moet zowel voor Bashi als voor Dassault een hele opluchting zijn geweest te vernemen dat Lefèbvre in zijn laatste brief de nodige discretie over hun relaties bewaarde.

Toch blijft die brief opmerkelijk, want daarin smeekte Lefèbvre het gerecht geen ruchtbaarheid te geven aan de Chileense operatie, die hijzelf als een grote en hardbevochten zege op de Zuid-Afrikaanse en Britse concurrentie voorstelde.

DE VRIENDEN VAN DE PSC

Officieel was die verkoop van de Mirages door de Belgische regering uitbesteed aan het Belgische Sabca. Gewoon, omdat de Belgische regering bezwaarlijk zelf de onvermijdelijke steekpenningen kon uitdelen in Chili. Het was galanter dit over te laten aan een privé-bedrijf dat dergelijke kosten ook fiscaal in rekening kan brengen. Vrij snel echter riep Sabca de hulp van Europavia en dus van Lefèbvre in. Want dat bedrijf beschikte in Chili over uitstekende relaties. In hoeverre daarin de contacten meespeelden van de Franstalige christen-democraten, tot wie Lefèbvre werd gerekend, is voorlopig niet geweten. Maar elkeen weet dat toplui van de PSC, en zeker de generatiegenoten van Paul Vanden Boeynants, op wiens kabinet Lefèbvre had gediend, uitstekende banden onderhielden en nog onderhouden met de Chileense christen-democraten rond Eduardo Frei en diens familie.

Voor de bijstand in Chili moesten hoge vergoedingen, zeg maar smeergeld worden betaald. ?Zoals gebruikelijk op dat continent,? stipte Lefèbvre in zijn brief aan. Naderhand zou, nog altijd volgens Lefèbvre, de uitbetaling van het (Belgische !) smeergeld helemaal in handen zijn genomen door het beruchte Franse Office Général de l’Air (OGA). Documenten daarover werden bij Lefèbvre en Europavia in beslag genomen. Die in het publiek gooien, zou zo oordeelde de generaal catastrofale gevolgen hebben.

Over de Chileense affaire werd na de zelfmoord van Lefèbvre niets meer vernomen. Maar dat er een band bestaat tussen enerzijds de aankoop van het Carapace-systeem, de updating van de Mirages en de deal met Chili valt niet te betwijfelen.

In elk geval hebben de Luikse speurders met Serge Dassault gepraat over commissies voor andere partijen, onder meer voor de PSC. Het onderwerp zou trouwens door Dassault zelf zijn aangekaart. Daarover gepolst, verklaarde Puelinckx dat, als ?andere partijen? commissies betaald kregen, hij daarbij geen enkele rol speelde. Hij benadrukte alleen weet te hebben van betalingen aan de SP.

De beslissing om het Carapace-systeem aan te kopen en de Mirages op te knappen, werd door de regering van Wilfried Martens (CVP) genomen. Guy Coëme (PS) zat toen op Defensie, en Willy Claes (SP) op Economische Zaken. Beiden kozen voor Dassault en Sabca.

De beslissing om de opgekalefaterde Mirages aan Chili te verkopen, was het werk van de eerste regering van Jean-Luc Dehaene (CVP), met Leo Delcroix (CVP) op Defensie en Melchior Wathelet (PSC) als vice-premier en minister van Economische Zaken.

Eerstdaags vertrekt een rogatoire commissie richting Parijs om daar voort te speuren naar nieuwe elementen die het dossier-Dassault kunnen stofferen. En dat zal nodig zijn, wil men een omstandig proces voor het Hof van Cassatie voeren tegen de gewezen ministers Willy Claes en Guy Coëme en hun medewerkers. Dat proces is normaal gepland in 1998. Of de twee zaken, Agusta en Dassault, apart worden behandeld, is vooralsnog niet klaar. Wel duidelijk is dat de processen zullen moeten worden gevoerd in afwezigheid van vier cruciale medespelers : wijlen Jack Lefèbvre, de intussen onvindbare Enrico Guerra van Agusta die destijds het consultancy contract aan Puelinckx voorlegde, de Syrische regelneef Mammoun Bashi die mordicus weigert het Midden-Oosten te verlaten, en uiteraard Serge Dassault. ?In de Agusta- en Dassault-kwestie zijn het niet de afwezigen maar de aanwezigen die ongelijk hebben,? zegt één van de betrokkenen.

Tenzij één van de verdachten plotseling de noodzaak voelt zijn hart te luchten. Het schijnt dat gewezen SP-penningmeester Etienne Mangé tot voor kort nogal zenuwachtig deed en toplui van zijn partij de wacht aanzegde. Zou het kunnen dat Mangé’s contract in Maleisië afloopt en er voor hem nieuwe uitwegen moeten worden gezocht ?

Rik Van Cauwelaert

Serge Dassault : commissies voor de Belgen en voor zichzelf.

Krijgt advocaat Alfons Puelinckx de zwartepiet toegespeeld ?

Etienne Mangé houdt vol dat hij geen Frans geld kreeg.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content