Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

In Japan komt een einde aan een halve eeuw bestuur van de Liberaaldemocratische Partij. De Democratische Partij mag proberen om het land uit het slop te halen.

Met bijna 70 procent van de kiesgerechtigden was de opkomst bij de Japanse verkiezingen groot. De inzet was dat niet minder. Het plebisciet voor zijn Democratische Partij (DPJ) zadelt partijleider en straks premier Yukio Hatoyama met een gigantische uitdaging op. Japan stapt met het verlies van de Liberaaldemocratische Partij (LDP) af van een maatschappelijk model dat niet aangepast is aan het wilde kapitalisme dat de wereld in zijn greep houdt.

Het Japanse verzorgingsmodel dat werknemers met een vaste baan en hulp aan de hele familie aan het bedrijf bond, vertoonde al eerder barsten. Het beleid van ons-kent-ons op alle niveaus van het dagelijkse leven bleek funest voor de creativiteit. ’s Werelds tweede economie werd een zieke patiënt. De LDP leidde Japan als een verstard bedrijf.

De eerste tekenen van onvrede dateren al van de vroege jaren negentig. Van 2001 tot 2006 incarneerde de fotogenieke manga- en rockfanaat Junichiro Koizumi nog perfect het dynamische beeld dat Japan graag van zichzelf wou hebben. Koizumi was een buitenbeentje, zelfbewust en non-conformistisch, en was niet te beroerd om desnoods de knorrige Chinese buur tegen de haren in te strijken met herhaalde bezoeken aan het Yasukunischrijn in Tokio, waar gesneuvelden worden herdacht – maar ook veroordeelde oorlogsmisdadigers. De liberaaldemocraten overleefden dankzij Koizumi. Maar toen hij in 2006 eigenzinnig opstapte, struikelden na hem vier premiers over zijn inderhaast opgestelde herstelplannen. De laatste in de rij, Taro Aso, blunderde tijdens de campagne zo goed als elke dag.

Het is de vraag hoe Hatoyama nu het puin kan ruimen. Japan kreunt onder de druk van de rommelkredieten. De openbare schuld ging door het plafond. Lage geboortecijfers en een toenemende veroudering van de bevolking wegen op de gezondheidszorg. Het aantal werklozen neemt toe en het inkomen per hoofd daalt. De recessie is de ergste in 60 jaar. De banksector heeft een grove borstel nodig. Tijd is er niet. Maar waar vindt Hatoyama het geld om al zijn beloftes te betalen? Betere huisvesting, lager schoolgeld, meer kinderbijslag, het bevriezen van de verbruikerstaks, afschaffing van de snelwegentol, hoger minimumloon.

Samen met zijn coalitiepartners, de Sociaaldemocratische Partij en de Nieuwe Volkspartij, haalt Hatoyama een fraaie tweederdemeerderheid. Hij heeft die partners ook nodig om de verantwoordelijkheid te spreiden en om niet te houden beloftes waar te maken. Zo wil hij de banden met de VS losser maken, wat met de gestegen spanning in de Zuid-Chinese Zee niet voor de hand ligt. En hij wil ook de bureaucratie afbouwen, die in Japan sinds mensenheugenis voor het beleid zorgt. Wat tot de vraag leidt hoelang het duurt voor de DPJ op haar beurt zichzelf tegenkomt.

Lukas De Vos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content