Zo lang geleden is het niet dat Nederlandse politici meewarig praatten over ‘Belgische toestanden’. Maar tijden veranderen. Vorige week was het Guy Verhofstadt die in het vooruitblikken op de formatie van zijn tweede kabinet zei geen ‘Haagse toestanden’ te wensen.

Aan die Haagse toestanden lijkt nu een einde te komen. De leiders van D66, VVD en CDA hebben hun regeerakkoord rond gekregen. Naar alle waarschijnlijkheid staat het kabinet Balkenende-II eind mei op het bordes voor het staatsieportret. Het belangrijkste teken van vertrouwen is dat het kabinet in spe zijn motto al heeft gelanceerd. Voor de komende vier jaar geldt: ‘meedoen, meer werk, minder regels’.

Dat klinkt als een liberaal getinte aansporing tot aanpakken, doorbijten en slikken. Nederland zit nu officieel in een recessie – de economie kromp in het eerste kwartaal van 2003 opnieuw met 0,3 % – en uitzicht op snelle verbetering is er niet. Balkenende-II gaat vijftien miljard euro bezuinigen. En volgens de CDA-leider zit er in het nieuwe regeerakkoord ‘pijn voor iedereen’.

De koopkracht gaat voor iedereen achteruit, dat is waar. Maar daar zal de economische bovenlaag weinig van merken. Over het algemeen heeft ondernemend Nederland weinig te klagen over de kabinetsplannen. Meer geld voor wegen, minder regelgeving die het zakendoen bemoeilijkt en bezuinigingen op sociale zekerheid en pensioenen – het is koren op de molen van een tevreden werkgeversorganisatie VNO-NCW.

De pijn zal vooral gevoeld worden door zieken en ambtenaren. De eerste groep zal fors meer moeten gaan betalen voor geneesmiddelen. Van de laatstgenoemde groep zullen er ruim 12.000 moeten verdwijnen. Zij die mogen blijven, kunnen een vervroegd pensioen voorlopig wel vergeten. Verhogingen van collectieve salarissen en uitkeringen blijven beperkt tot 1 procent onder het inflatieniveau. Op die manier hoopt de regering ook de marktsector te dwingen tot loonmatiging. Nogal zuur voor al die werknemers die in de voorspoedjaren telkens weer werden gedwongen zeer matige loonstijgingen te accepteren omdat de economie anders wel eens oververhit zou kunnen raken.

Maar wellicht de meeste pijn lijdt Wouter Bos. Vanuit de oppositiebanken moet hij nu toezien hoe lieden ter rechterzijde goede sier maken met bijna exact dezelfde bezuinigingsvoorstellen die hij had bedisseld in de afgebroken onderhandelingen met het CDA. D66 loopt nu weg met 100 miljoen euro extra voor onderwijs, bovenop de 600 miljoen die Bos al veilig had gesteld. Bovendien krijgen de democraten ook nog eens gedaan dat Balkenende zijn ‘keiharde eis’ van 0,3 % als begrotingstekort in 2005 laat vallen. Plots is ook 0,5 % acceptabel, zelfs over 0,6 % wordt niet moeilijk gedaan.

Bij de beëdiging van Balkenende-II schopt ook nog eens eenderde van de D66-fractie het tot minister. Maar daar hoeven coalitiepartners VVD en CDA niets voor in te leveren. Want in het nieuwe kabinet zijn simpelweg twee nieuwe ministersposten gecreëerd: voor ontwikkelingssamenwerking en bestuurlijke vernieuwing. Dat zijn pas echt Haagse toestanden. Overal bezuinigen, maar wel een plekje op de begroting vinden voor zestien in plaats van voor veertien ministers.

Edo Dijksterhuis

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content