?Boeddha’s van Siam? : het rijke religieuze, politieke en culturele verleden van Thailand.

IN DE tentoonstelling ?Boeddha’s van Siam? in het Jubelpark in Brussel staat één boeddhabeeldje dat niet in de catalogus wordt besproken en afgebeeld. Het komt uit het persoonlijk bezit van de Thaise koning Bhumibol Adulyadej (Rama IX) en werd pas in 1989 in brons gegoten. In de sokkel is een door de koning eigenhandig gemaakt votiefplaatje aangebracht. Het is uitzonderlijk dat zo’n beeldje wordt uitgeleend. Het wijst niet enkel op de verering van de koning voor de boeddha en zijn leer, maar ook op het belang dat de koning hecht aan de expositie gewijd aan de ?Kunstschatten uit het koninkrijk Thailand?.

Koning Bhumibol en koningin Sirikit zijn goede vrienden van de Belgische en Nederlandse vorstenhuizen. Het is daarom geen toeval dat ter gelegenheid van het gouden jubileum van de koning op de Thaise troon, deze uitzonderlijke tentoonstelling nu in Brussel te zien is. Begin dit jaar was ze nog in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

Thailand werd in verschillende golven bevolkt vanuit het noorden. Tot ongeveer het jaar 1000 woonde het Môn-volk in het centrum van Thailand. Kleine groepen van deze Môn vinden we nu nog in Birma. Later kwamen de Khmer naar het land en oefenden er de macht uit tot 1238. De Thai kwamen pas in de dertiende eeuw in Thailand aan. Ze stichtten enkele kleine koninkrijken en wisten zich aan de macht van de Khmer te ontworstelen. Tussen 1350 en 1767 werd Thailand geregeerd vanuit de hoofdstad Ayutthaya. In de zestiende en zeventiende eeuw kwamen er ook westerlingen in Thailand aan, Franse jezuïeten, Nederlandse en Engelse kooplui. Zij noemden het land Siam en de inwoners Siamezen. De Nederlandse Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) had zelfs een permanente handelspost in de buurt van Ayutthaya, dat zij Iudea noemden.

Op het einde van de achttiende eeuw kregen de Siamezen het aan de stok met de Birmanen. Dat resulteerde in 1767 in de verwoesting van Ayutthaya door het Birmaanse leger. Van de stad bleven alleen nog ruïnes over. In 1782 werd dan de nieuwe hoofdstad Bangkok gesticht door een nieuwe dynastie, die nu nog aan de macht is. Thailand werd in tegenstelling met zijn buurlanden nooit door een westerse mogendheid gekoloniseerd. Was dat het gevolg van het handig manoeuvreren van de koningen of moest Siam een buffer vormen tussen de Engelse en de Franse kolonies ? Er wordt over gespeculeerd.

NIRVANA.

Hoewel het hindoeïsme en het boeddhisme ongeveer gelijktijdig in Siam werden ingevoerd, kreeg het boeddhisme de bovenhand. Dat is de Singalese variant van het Kleine Vaartuig. Zijn belangrijkste kenmerk is dat het boddhisattva-ideaal niet erkend wordt. Boddhisattva’s zijn wezens die nog op weg zijn naar de Verlichting. Hun beelden treft men daarom niet aan in Siam, uitzonderingen niet te na gesproken. Ook in de tentoonstelling is er eentje te zien, uit de periode dan wel dat het zuiden van Siam onder de invloed stond van een rijk dat vanuit Sumatra werd geregeerd.

Slanke en sierlijke beelden van de boeddha vind je dan ook overvloedig in de tentoonstelling, in steen en brons, in meditatiehouding, onder de boddhi-boom of beschermd door de veelkoppige slang. Taferelen ook uit het leven, tot en met het mooie beeldje van de boeddha die in het nirvana is binnengetreden. Zijn oudste leerling houdt de wacht aan de voeten van zijn dode meester. Merkwaardig zijn ook drie beelden van een lopende boeddha, wat enkel in het Thaise boeddhisme voorkomt.

In aparte kijkkasten wordt aandacht besteed aan het Thaise theater, met maskers en schaduwpoppen en aan de Thaise ceramiek, mooie vazen en potten uit de prehistorie. Verder zijn er zestien voorwerpen in goud uit de verzamelingen van de Thaise Schatkist. Het geheel vormt een betel-stel, het vaatwerk en bestek dat nodig is bij de betelceremonie. Daarbij worden blaadjes van de betelboom gekauwd, gemengd met kalk en noten.

Belangrijk zijn daarnaast de gouden voorwerpen uit de crypten van de tempels van Ayutthaya en andere gouden boeddhabeeldjes, reliekhouders, miniatuurfiguurtjes, gewijde voorwerpen met ingelegde edelstenen.

In de tentoonstelling in Amsterdam ontbrak een belangrijk luik, de Thaise schilderkunst. Daar werd in Brussel een mouw aangepast, want de Koninklijke Musea zijn zelf in het bezit van vier negentiende-eeuwse tempelbanieren, meters hoge beschilderde katoenen doeken. Ze werden in het begin van deze eeuw door een Belgische dokter uit Siam meegebracht. Drie ervan vertonen dezelfde structuur, bovenaan is de boeddha afgebeeld met twee leerlingen, onderaan zijn er taferelen uit het leven van de boeddha en andere religieuze figuren. Dit schema keert altijd terug in de Thaise schilderkunst.

Paul Dossche

?Boeddha’s van Siam. Kunstschatten uit het Koninkrijk Thailand?, in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (Jubelpark) in Brussel. Tot 16/2/1997.

Staande boeddha tussen twee discipelen, banier 343 x 95 cm, Bangkok, Ratanakosin-dynastie, 19de eeuw : nooit door een westerse mogendheid gekoloniseerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content