8 NOVEMBER

'Anciens in het team konden vergelijken: een combinatie van de tsunami in Indonesië en de aardbeving op Haïti, was hun inschatting.' _Inge Roggen

De tropische cycloon Haiyan treft de Filipijnse archipel: er zijn meer dan 5000 doden.

Inge Roggen (kinderarts VUB, lid van het 37-koppige B-Fastteam): Toen we boven het rampgebied vlogen en voor het eerst de ravage zagen, viel onze mond open van verbazing. Je leest erover, de beelden komen op televisie, maar je moet het gezien hebben om het te geloven. Alle gebouwen kapot, overal palmbomen als geknakte tandenstokers. De kracht van de orkaan moet hallucinant zijn geweest. We zagen auto’s die drie meter hoog in een boom staken, opgetild door de wind. De rit van de luchthaven naar het stadhuis, waar we de eerste dagen zouden kamperen, was een bevreemdende ervaring. We reden door een compleet verwoeste stad. Overal lagen lijken; ik zal de geur nooit vergeten. Anciens in het team konden vergelijken: een combinatie van de tsunami in Indonesië en de aardbeving op Haïti, was hun inschatting.

Het duurde een paar dagen voor jullie in Tacloban op het eiland Leyte aan de slag konden, waar jullie een veldhospitaal en een mobiele waterzuiveringsinstallatie opzetten. Nagelbijtend afwachten?

Roggen:In België was daar veel over te doen, maar als team hadden we helemaal niet het gevoel dat er kostbare tijd verloren ging. Bij B-Fast proberen we altijd zo snel mogelijk ter plaatse te zijn, maar daarna is het wachten op materiaal en vergunningen. Je kunt ook niet in het wilde weg aan zo’n missie beginnen. Toen we arriveerden, waren officials van de VN en de Wereldgezondheidsorganisatie al volop bezig met het inventariseren van de noden en de hulp. Er werden clusters van ngo’s gevormd rond prioriteiten zoals gezondheidszorg, hygiëne, watervoorziening en onderwijs. We waren wel het eerste buitenlandse team dat in Tacloban raakte, samen met een Franse ploeg die met een airbus van het Belgisch leger was meegevlogen. De vertegenwoordiger van de VN heeft ons net niet opgegeten op de luchthaven, zo blij was hij toen hij ons zag.

Waarom precies Tacloban?

Roggen:Het is de grootste stad van Leyte, het eiland dat samen met Samar het zwaarst werd getroffen. De verwoesting was totaal: 80 tot 90 procent van alle gebouwen en structuren is beschadigd. Officieel wonen in Tacloban 200.000 mensen, maar in werkelijkheid zouden het er 500.000 zijn. Dat geeft te denken over de officiële dodentol van Haiyan. Het zijn er wellicht veel meer dan 5000, maar we zullen het nooit met zekerheid weten.

Hoe gedroegen de mensen zich?

Roggen:Onwaarschijnlijk waardig, dankbaar en behulpzaam. Een jonge vrouw kwam zich spontaan als tolk aanbieden, ze is de hele tijd met ons opgetrokken, zonder geld te vragen. Ze was zelfs gegeneerd als we haar een wafel of een koekje uit ons eigen rantsoen aanboden. Iedere ochtend stonden er honderdvijftig mensen voor ons veldhospitaal te wachten. Netjes in de rij, zonder duwen of voordringen. Zelfs mensen die we moesten teleurstellen, bleven beleefd. Een man had uren in de rij gestaan met een vleeswonde in de arm. Dat dachten we tenminste, tot hij eindelijk aan de beurt was en zijn shirt uittrok. Bleek dat hij een diepe wonde had die over zijn hele romp liep. En toch geduldig zijn beurt afwachten, onvoorstelbaar.

De veerkracht van de Filipijnen, daar stond ik van te kijken. Het weinige wat ze hadden, zijn ze kwijt, en toch blijven ze niet bij de pakken zitten. Onmiddellijk na de ramp begonnen ze hun huizen weer op te bouwen. We zagen het dag na dag evolueren. Toen we vertrokken, lag er al veel minder rotzooi dan in het begin. Dit komt nooit meer goed, denk je als je de schaal van de verwoesting ziet. Maar als ze in Tacloban op dit elan doorgaan, is de stad binnen een paar jaar heropgebouwd.

Welk moment zal u het meest bijblijven?

Roggen:De vrouwdie in de laadbak van een pick-up van haar eerste kind beviel. Ze had geen contracties, we wisten dus niet hoe dringend het was toen ze in ons veldhospitaal arriveerde. Ineens hoor ik de verpleegkundige roepen: ‘Het kind is er, zijn hoofdje steekt er al uit!’ De baby halen was geen kunst, maar toen begon het pas. Omdat de vrouw de weeën veel te lang had onderdrukt, kwam de moederkoek niet vrij. We hebben met acht man veertig minuten staan vechten voor haar leven. Het was op het randje, ze heeft wel vier liter bloed verloren. Ik heb de moederkoek er zelf uitgehaald, een operatie die ik als kinderarts in een Belgisch ziekenhuis nooit zou mogen doen. Maar het is gelukt, we hebben haar erdoor gesleurd. Ik heb die nacht geen oog dichtgedaan van de adrenaline.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content