De resultaten van een maand zonder grasmaaier: 5 miljoen bijen geholpen

Een bijtje bij een paardenbloem, dé nectarkampioen van Maai Mei Niet.
Simon Demeulemeester

5 miljoen bijen konden elke dag eten dankzij de Maai Mei Niet-gazons van duizenden Vlamingen. 92 procent van de deelnemers zal ook in de toekomst minder maaien.

Doe niets voor de natuur. Met die slogan riep Knack, samen met KU Leuven, Bond Beter Leefmilieu, Velt en Het Ministerie voor Natuur, op om een maand lang het gazon niet of minder te maaien. De reden: het is een eenvoudige manier om van je tuin een wapen te maken in de strijd tegen de klimaat- en milieucrisis.

Langer gras waarin duizenden bloemen mogen groeien, heeft tal van voordelen. Het houdt meer vocht op, wat de verdroging tegengaat, meer koolstof ook, en voorziet in eten voor bestuivers als bijen en andere nuttige insecten. Die beestjes vormen de basis van ons ecosysteem.

Meer dan 6.200 mensen schreven zich in voor Maai Mei Niet, 2.200 deden ook mee aan het Bloementelweekend. Zij telden in 1m² van hun lange gras de bloemen, gaven dat resultaat door en kregen een persoonlijke nectarscore. Die drukt uit hoeveel bijen er konden eten van het ongemaaide gazon. Al die nectarscores samen werden door professor Ecologie en natuurbehoud Koenraad Van Meerbeek (KU Leuven) samengeteld tot de nationale nectarscore.

Maai Mei Niet toonde aan dat vele kleintjes een groot verschil kunnen maken, zegt hij deze week in Knack. ‘Samen werd zo’n 145 hectare tuingazon ingevoerd. Naar Vlaamse normen is dat een groot natuurreservaat. Alle Maai Mei Niet-gazons samen produceerden elke dag 56 kilogram nectarsuiker. Een dagelijks buffet voor iets meer dan 5 miljoen bijen.’

De voorzitter van de Vlaamse imkersbond Philip Duts is overtuigd van de impact, zei hij op Radio 1 en in De Standaard: ‘Als ik kijk naar mijn kasten, zie ik dat haast iedere bij stuifmeel aan haar poten heeft hangen. Voordien kwam 70 tot 80 procent van de bijen binnen met stuifmeel. Nu is dat al 95 procent.‘ Insectenexpert Wim Veraghtert van Natuurpunt, die de Maai Mei Niet-insectenlijst opstelde, is zeker dat ook wilde insecten en bijen baat hadden bij de actie. ‘Dat kun je niet in cijfers uitdrukken, omdat het over wilde beestjes gaat. Maar dat alle beetjes helpen, staat buiten kijf. En Maai Mei Niet was echt wel meer dan een beetje.’

Wegens het succes van de Knack-actie werd het telformulier niet afgesloten. Deelnemers kunnen nog steeds een telresultaat indienen en een persoonlijke nectarscore krijgen.

Koude mei-maand kon de pret niet bederven

Er was één kleine domper op de feestvreugde: mei was, net zoals maart en april, zo’n twee graden kouder dan normaal. Dat resulteerde bij veel Maai Mei Niet-deelnemers in sappige graspartijen zonder veel bloemen. ‘Deze mei had sinds 1991 het laagste aantal lentedagen, dagen van minstens 20 graden’, zegt Van Meerbeek deze week in Knack. ‘Meteorologisch gezien was deze meimaand de slechtste in 30 jaar tijd om Maai Mei Niet te lanceren (lacht). Het verklaart waarom het artikel ‘Waarom heb ik amper bloemen in mijn gazon’ erg veel gelezen werd.

Het maatschappelijk momentum bleek echter groter te zijn. Ook steden en gemeenten waren immers heel enthousiast. Met 60 namen ze deel, goed voor 8.5 miljoen m² ongemaaid openbaar gazon. Antwerpen stuurde 100 duo’s groenmedewerkers op pad om bloemen te tellen, in Aalst ontdekte men twee zeldzame bloemensoorten in gazon dat altijd wordt gemaaid en steden als Oudenaarde en Roeselare geven te kennen dat Maai Mei Niet een opstap wordt voor een ander maaibeleid.

Ook bij de deelnemers blijkt Maai Mei Niet een blijver. 72 procent van de deelnemers zag meer leven in haar/zijn tuin. 92 procent zal ook in de toekomst minder maaien. Een prima voornemen, want niet enkel in mei hebben de insecten, bestuivers en vogels onze tuinen nodig als nectarstation, schuil- of nestplaats.

Partner Content