Oek de Jong: 'Ik denk dat het echt een misverstand is dat mensen geen dikke boeken meer willen lezen.' © JONAS ROOSENS/BELGA PHOTO

De Nederlandse auteur Oek de Jong krijgt de Gouden Boekenuil voor zijn roman Pier en oceaan.

Oek de Jong: Het beeldje van de Gouden Uil staat nog altijd op mijn bureau. Ik geniet nog steeds van die prijs. Door die Gouden Uil ben ik als auteur echt helemaal geland in Vlaanderen. Toen ik halverwege november een lezing in Gent gaf, zat de zaal tot mijn grote verbazing bomvol. Voor de naam en de bekendheid van je boek zijn literaire prijzen nu eenmaal erg belangrijk. Het is voor Nederlandse auteurs moeilijk om voet aan de grond te krijgen in Vlaanderen.

Hoe komt dat?

De Jong: Ik denk dat het misschien toch met cultuurverschillen te maken heeft. Het zijn toch twee verschillende landen en culturen. Voor Vlaamse auteurs is het gemakkelijker om ingang in Nederland te vinden. Tom Lanoye, Erwin Mortier, Peter Terrin en Herman Brusselmans zijn in Nederland zeer bekende auteurs, die ook veel verkopen. Ik heb niet de indruk dat er veel Nederlandse auteurs zijn die dat in Vlaanderen doen.

In een tijd waarin ongeveer alles in 140 tekens moet, schrijft u een epische roman van 800 bladzijden. Is dat een statement?

De Jong: Het is me min of meer overkomen. Toen ik Pier en oceaan begon te schrijven, had ik een roman van 150 bladzijden voor ogen. Ik was echt niet van plan om acht jaar aan een roman te werken. Ik ben meegesleurd door de stroom die ik zelf heb ontketend. Ik denk dat het echt een misverstand is dat mensen geen dikke boeken meer willen lezen. Een roman van 800 pagina’s lezen is een ervaring. Het raakt je dieper, je gaat als het ware leven in dat boek. Dikke boeken hoeven ook niet per se elitair te zijn. Het afgelopen anderhalf jaar heb ik veel lezingen gegeven, en ik heb echt niet de indruk dat mijn publiek zo elitair is.

Naast romanschrijver bent u ook essayist. Vindt u het niet jammer dat uw essays minder aandacht krijgen?

De Jong: Ik heb voor mijn eerste essaybundel de Busken Huetprijs gewonnen, maar dat is al van 1998 geleden. Ik vind het inderdaad jammer dat het essay een bijna geminachte literaire vorm is geworden. Het wordt ook volkomen verkeerd voorgesteld: een essay is geen betoog, maar een verhaal. Eigenlijk is het het meest vrije genre dat we hebben.

Verandert deze prijs uw ambities?

De Jong: Er zijn veel schrijvers die in een vast stramien werken en om de zoveel tijd een roman afleveren, zoals Herman Brusselmans. Daar vind ik persoonlijk niets aan. Ik kom liever om de vier jaar met iets helemaal nieuws dan dat ik de hele tijd moet doorwerken.

Wat zijn uw literaire plannen voor 2014?

De Jong: Ik ga volgend jaar een nieuwe roman op poten proberen te zetten. Ik mik op een bladzijde of tweehonderd, zoals de vorige keer (lacht).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content