Woodstock, 15, 16 en 17 augustus. – Richie Havens blééf maar zingen. Hij moest wel, want alle andere artiesten waren opgehouden in de gigantische files op de toegangswegen naar het onooglijke plaatsje in Sullivan County, waar meer dan 150.000 mensen waren samengestroomd voor Three days of Peace and Music. En toen Richie Havens na drie uur zijn hele repertoire er had doorgedraaid, kwam eindelijk een legerhelikopter uit de hemel neergedaald met muzikale versterking. De cavalerie komt altijd op tijd! Maar het was tamelijk ironisch: zonder de U.S. Army had Country Joe McDonald in Woodstock nooit zijn protestsongs tegen de oorlog in Vietnam kunnen zingen. ‘Gimme an F…. fuck the war.’

De organisatoren – vier jongens uit New York met veel te veel geld – hadden op niet meer dan 50.000 mensen gerekend. Er waren wat advertenties met het logo van de Woodstock Music and Art Fair – een vredesduif op de hals van een gitaar – verschenen in bladen als The Village Voice en Rolling Stone. Niemand had kunnen voorzien dat er uiteindelijk in drie dagen tijd bijna een half miljoen pelgrims zouden komen opdagen.

Hasjwalmen dreven over het weiland. In de Freak Out Tent hadden verpleegsters hun handen vol met geflipte LSD-gebruikers. En toen het ook nog eens oude wijven begon te regenen, dansten bloemenkinderen in hun bloot gat in de modder – een regelrechte schande. ‘Wat is dit voor een cultuur, die zo’n puinhoop kan creëren?’ vroeg The New York Times zich na afloop vertwijfeld af.

Dat Woodstock de geschiedenis zou ingaan als de Moeder van alle Popfestivals had veel te maken met de film die Michael Wadleigh ervan gemaakt heeft – waarin voor het eerst nieuwerwetse snufjes als het splitscreen werden toegepast.

En de affiche mocht er zijn natuurlijk, met onder meer Tim Hardin, Joan Baez, The Incredible String Band, Ravi Shankar, Melanie, John Sebastian, Country Joe, Sly & The Family Stone, The Who, Jefferson Airplane, Janis Joplin, Creedance Clearwater Revival, Canned Heat, Grateful Dead, Santana, The Band, Crosby, Stills & Nash (& Young), Ten Years After, Johnny Winter, Joe Cocker en – als top of the bill – Jimi Hendrix, die het Amerikaanse volkslied verkrachtte.

Hoezo, jeugdsentiment?Piet Piryns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content