Het was een nek-aan-nekrace, maar uiteindelijk won de regeringsleider het nipt van de oppositieleider. Elio Di Rupo (PS) is de invloedrijkste Belgische politicus van de afgelopen vier jaar. Bart De Wever (N-VA) eindigt op de tweede plaats, maar wel met een straatlengte voorsprong op Kris Peeters (CD&V).

Wie is de invloedrijkste Belgische politicus sinds de federale verkiezingen van 13 juni 2010? Knack vroeg aan tweehonderd prominenten uit de politieke, de economische en de sociaal-culturele wereld naar hun top drie. We ontvingen 105 lijstjes. De eerste van elke lijst kreeg drie punten, de tweede twee en de derde één punt.

Het was een strijd tussen de ‘linkse’ premier en de ‘rechtse’ burgemeester, tussen de belgicist en de Vlaams-nationalist. De twee zijn politieke vijanden en tegenpolen, maar ze komen elkaar telkens weer tegen. Eén ding staat vast: Elio Di Rupo en Bart De Wever wogen de voorbije jaren veruit het zwaarst in de Belgische politiek. Alleen Kris Peeters doet, op een respectabele afstand, nog een beetje mee.

Wat ook opvalt, is de afwezigheid van de partijvoorzitters. CD&V-leider Wouter Beke is de enige uitzondering: hij staat op de tiende plaats. De vicepremiers zijn wel behoorlijk vertegenwoordigd. Alleen Pieter De Crem (CD&V), Joëlle Milquet (CDH) en Alexander De Croo (Open VLD) vallen buiten de top vijftien. Maar de grootste verrassing is minister van Financiën Koen Geens (CD&V). Als neofiet werkte hij zich in minder dan een jaar op tot de negende meest invloedrijke Belgische politicus.

We bespraken de resultaten van deze Knack-enquête met twee politicologen: Carl Devos van de UGent en Dave Sinardet van de VUB.

1. ELIO DI RUPO (PS) – Premier(°Morlanwelz, 1951)

Elio Di Rupo werd op 6 december 2011 na een nieuw wereldrecord kabinetsvorming de 68e premier van België, de eerste Waal sinds Edmond Leburton in 1973. Om dat te bereiken, moest hij heel wat toegevingen doen aan zijn klassiek travaillistische achterban. Gevolg: veel interne kritiek en extra politieke speelruimte voor de extreemlinkse partij PTB.

Carl Devos wijst erop dat de regering-Di Rupo enkele mooie resultaten kan voorleggen: de staatshervorming, door Europa goedgekeurde begrotingen in moeilijke tijden, enkele bescheiden sociaal-economische hervormingen en het herstel van het vertrouwen van de financiële markten in ons land. Met een verrassend zakelijke aanpak beperkte hij de dotaties aan het koningshuis en regelde hij mee de troonswisseling tussen Albert en Filip.

Carl Devos vergelijkt de stijl van Di Rupo met die van Wilfried Martens. ‘Geen van beiden zijn echt charismatische leiders. Di Rupo handelt als een notaris. Hij wacht en treuzelt om beslissingen te nemen. Eerst moeten binnen het kabinet alle plooien zijn gladgestreken en dan pas hakt hij knopen door. In dat opzicht verschilt zijn stijl erg met die van Kris Peeters. Die manifesteert zich voortdurend als dé chef van de Vlaamse regering en schrikt er niet voor terug om het initiatief weg te halen bij zijn vakminister, zoals bij de onderwijshervorming.’

2. BART DE WEVER (N-VA) – Burgemeester van Antwerpen (°Mortsel, 1970)

Bart De Wever is dé leider van de oppositie tegen de huidige federale regering. Hoewel Ben Weyts de facto de N-VA bestuurt, blijven de uitspraken van de Antwerpse burgemeester het referentiepunt. ‘Bart De Wever zet de toon in de meeste politieke debatten’, zegt Dave Sinardet. ‘Zonder deel uit te maken van een federale meerderheid en zonder een uitvoerend mandaat te hebben in een regering weegt hij toch zeer zwaar op de besluitvorming’, merkt een jurylid op. ‘Maar misschien is zijn grootste verdienste dat hij het aangezicht van de Vlaamse Beweging ingrijpend heeft veranderd en geprofessionaliseerd’, noteert een ander jurylid. Bart De Wever maakte van de N-VA, een zieltogende partij met slechts één verkozene, Geert Bourgeois, in enkele jaren de grootste partij van Vlaanderen. Niet alleen het Vlaams Belang was daarvan het slachtoffer. Dave Sinardet: ‘Dankzij De Wever behaalde de N-VA een zeer hoge score tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen en maakte de partij een einde aan de decennialange overheersing van de socialisten in Antwerpen.’

Het valt Carl Devos op dat Bart De Wever de laatste maanden veel selectiever communiceert. Dat heeft ook te maken met zijn gezondheidsproblemen.

3. KRIS PEETERS (CD&V) – Minister-president Vlaamse regering(°Reet, 1962)

Kris Peeters is het enige lid van de Vlaamse regering in deze top tien. Hij staat afgetekend op de derde plaats. Carl Devos: ‘Kris Peeters is heel aanwezig, ook in de nationale politiek. Denk maar aan zijn rol bij het concurrentiepact. Sinds januari is hij ook de federale vertegenwoordiger van de CD&V.’

Dave Sinardet is strenger. Hij vindt dat Di Rupo het als regeringsleider beter doet dan Kris Peeters. ‘Di Rupo heeft in nauwelijks twee jaar belangrijke zaken – een staatshervorming, een justitiehervorming en een beperkte pensioenhervorming – gerealiseerd, en dat in budgettair moeilijker omstandigheden dan de Vlaamse regering. Van de Vlaamse regering herinner ik me vooral een bediscussieerbare onderwijshervorming en het bestuurlijke fiasco van het Oosterweeldossier.’

4. JOHAN VANDE LANOTTE (SP.A) – Vicepremier, minister van Economische Zaken(°Poperinge, 1955)

Johan Vande Lanotte maakte de voorbije jaren een opmerkelijke comeback. Tijdens het meer dan 500 dagen aanslepende formatieberaad werd hij in oktober 2010 door de koning aangesteld als bemiddelaar. Na 99 dagen onderhandelen moest hij de handdoek in de ring gooien: het water tussen de PS en de N-VA bleek te diep.

Een klein jaar later trad Johan Vande Lanotte toe tot de regering-Di Rupo. Hij werd vicepremier, minister van de Noordzee en minister van Economische Zaken en Consumenten. Vooral in die laatste twee domeinen boekte hij successen met het verlagen van de energie- en telecomprijzen. Hij werd een luis in de pels in het vanuit Parijs bestuurde Electrabel.

‘De man heeft met zijn lange ervaring, en zijn enorme netwerk een zeer grote invloed op het politieke en economische leven van België’, vindt Devos. ‘Hij staat daar op zijn plaats.’ Dat vindt ook Dave Sinardet. ‘Hij is zonder meer een van de invloedrijkste en sterkste ministers in de federale regering.’

Twee recente boeken hangen een minder fraai beeld op: in De keizer van Oostende van VRT-journalisten Wim Van den Eynde en Luc Pauwels en in Dwarsligger van gewezen NMBS-baas Marc Descheemaecker wordt Vande Lanotte neergezet als een meedogenloze machtspoliticus.

5. DIDIER REYNDERS (MR) – Vicepremier, minister van Buitenlandse Zaken(°Luik, 1958)

De Franstalige liberaal Didier Reynders was vicepremier in talloze regeringen sinds 2004. Hij krijgt veel kritiek in Vlaanderen en lof in Wallonië. Maar kritiek glijdt van hem af als water van een eend, vandaar zijn bijnaam monsieur Teflon.

In de regering-Di Rupo is hij naast vicepremier ook minister van Buitenlandse Zaken. Op die post maakt hij in Europa minder indruk dan in zijn vorige functie, toen de Financial Times hem een van de beste Europese ministers van Financiën noemde.

Samen met Laurette Onkelinx is Didier Reynders een van de meest ervaren kabinetsleden van de regering-Di Rupo. ‘Achter de schermen is hij met veel meer dossiers bezig dan alleen met die van zijn departement. Maar ik vind wel dat Vande Lanotte zwaarder weegt dan Reynders. Vande Lanotte is een soort überfixer, Reynders wordt meer gezien als een strategospeler’, aldus Carl Devos.

6. HERMAN VAN ROMPUY (CD&V) – Voorzitter van de Europese Raad(°Etterbeek, 1947)

Herman Van Rompuy verpersoonlijkt de invloed van Europa op de Belgische politiek. Carl Devos ziet hem meer als een topdiplomaat, een man die mensen samenbrengt, dan als dé president en politieke leider van Europa. Na een aarzelende start werd zijn 2,5 jaar durende mandaat probleemloos verlengd, op aandringen van verschillende Europese premiers.

Sinardet vindt het moeilijk om de rol van Van Rompuy als premier te vergelijken met die als ‘Europees president’. ‘In beide functies is hij de consensuszoeker. Ook als premier hield hij zijn eigen politieke mening meestal achter de kiezen. Hij was amper een jaar premier, maar hij bracht in die periode wel de rust terug.’

7. MAGGIE DE BLOCK (Open VLD) – Staatssecretaris voor Asiel en Migratie(°Merchtem, 1962)

Dat het snel kan gaan in de politiek, heeft Maggie De Block, huisarts van opleiding, deze regeerperiode al enkele keren mogen ondervinden. Ze zit sinds 1999 in de Kamer en was een actief lid van de commissie Sociale Zaken, waar ze zich profileerde als een hardwerkende backbencher.

Tot verbazing van velen werd ze door haar partij in deze regering voorgedragen als staatssecretaris voor Asiel en Migratie, een portefeuille waar doorgaans niet veel eer mee te rapen valt.

Dat bleek ook kort na haar eedaflegging, toen een harde winter intrad en de opvang van daklozen en illegalen in Brussel in de grootste chaos verliep. Dat leverde haar beenharde kritiek in de media op. Die ging verrassend snel liggen toen zij de procedures verstrakte en er niet voor terugschrok om goed geïntegreerde maar uitgeprocedeerde asielzoekers terug naar hun land van herkomst te sturen, ook al was dat Afghanistan.

Haar taak werd vergemakkelijkt doordat de regering-Di Rupo het asiel- en migratiebeleid in één departement bundelde. ‘In de vorige regering was daarover veel verdeeldheid tussen de ministers Turtelboom en Milquet’, stelt Carl Devos vast.

In recente politieke peilingen stak Maggie De Block Kris Peeters en Bart De Wever voorbij als populairste politicus van Vlaanderen. Partijvoorzitter Gwendolyn Rutten speelt De Block tijdens de verkiezingscampagne met veel overtuiging uit als hét boegbeeld en hét succes van de Open VLD.

8. LAURETTE ONKELINX (PS) – Vicepremier en minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken(°Ougrée, 1958)

Als het gaat om macht en invloed scoort Laurette Onkelinx altijd hoog. The leading lady van de PS, noemt Devos haar. ‘Ze weegt op veel dossiers, ook die welke buiten haar bevoegdheid vallen. In tegenstelling tot andere ministers schrikt zij er niet voor terug om harde standpunten in te nemen over Bart De Wever of over actuele zaken. Enkele maanden geleden zei ze over Didier Bellens, de gevallen topman van Belgacom, dat de man ‘verslaafd was aan geld’.

Volgens Sinardet is Onkelinx in deze regering wel iets minder invloedrijk dan in de vorige ‘omdat haar partij nu ook de premier levert’. Ze kent haar dossiers en die van haar collega’s, maar als minister van Volksgezondheid heeft ze het moeilijker, ook omdat ze moet werken met minder snel stijgende budgetten. ‘Ik heb haar geen grote hervormingen zien doorvoeren tijdens deze regeerperiode’, zegt Carl Devos. ‘Die zijn nochtans nodig’, vindt hij. Hij verwijst onder meer naar de wankele financiële toestand van vele ziekenhuizen.

9. KOEN GEENS (CD&V) – Minister van Financiën(°Brasschaat, 1958)

Zowel Dave Sinardet als Carl Devos is onder de indruk van de snelheid waarmee Koen Geens zich heeft ingewerkt in dit kabinet. ‘Toch merkwaardig dat hij nog beter scoort dan zijn voorzitter Wouter Beke’, zegt Devos.

Geens volgde in 2013 Steven Vanackere op als minister van Financiën. Die nam toen ontslag na felle kritiek op de Arco-deal tussen het ACW en Belfius. Geens heeft dat dossier in zekere mate weten te ontmijnen.

Al snel ontpopte hij zich tot een van de zwaargewichten en beste communicatoren van de regering. Hij schreef een nieuwe bankenwet die de spaarder beter moet beschermen en die voor meer stabiliteit moet zorgen in de financiële sector. Hij maakte crowdfunding mogelijk, schafte de kleinste euromuntjes af, maar de elektronische kassa in de horeca die het zwartwerk moet verhinderen stelde hij een jaar uit. Velen zien in hem en niet in Pieter De Crem de echte vicepremier van de CD&V.

10. WOUTER BEKE (CD&V) – Partijvoorzitter(°Lommel, 1974)

‘Wouter Beke en Kris Peeters zijn de nummer een en de nummer twee van de CD&V. Toen de N-VA tijdens de regeringsonderhandelingen afhaakte, besliste Beke om verder te onderhandelen. Zo effende hij de weg voor premier Di Rupo’, zegt Carl Devos. ‘En zijn invloed zal toenemen. Na de verkiezingen van 25 mei wordt Beke vrijwel zeker de ‘kingmaker’ van het nieuwe formatieberaad. De kans dat er een regering kan worden gevormd zonder de CD&V lijkt niet erg groot.’

Wouter Beke is de enige partijvoorzitter in de top tien. Toch vindt Dave Sinardet niet dat partijvoorzitters nu minder invloed hebben dan vroeger. ‘Het blijven cruciale functies. Onderschat het belang niet van figuren als Paul Magnette (PS-voorzitter) en Charles Michel (MR-voorzitter).’ Over Bruno Tobback heeft Sinardet zo zijn twijfels: ‘Hij is wellicht iets te afwezig.’

11. GUY VERHOFSTADT (Open VLD) – Liberaal fractieleider in Europees Parlement(°Dendermonde, 1953)

Als fractieleider van de Europese Liberalen werd Guy Verhofstadt dé verdediger van een federaal Europa, van een Verenigde Staten van Europa. Hij had grote kritiek op de Europese aanpak van de financiële crisis omdat Europa niet eensgezind optrad en geen Europese obligaties wilde uitgeven om de financiële markten te kalmeren. Sinds enkele weken is hij de kandidaat van de Europese Liberalen om Commissievoorzitter Barroso op te volgen. Volgens de meeste waarnemers maakt hij evenwel bitter weinig kans.

Het zegt volgens Dave Sinardet iets over de staat van de liberale partij dat figuren als Verhofstadt en De Gucht, die tot de oudgedienden behoren en niet meer actief zijn in de Belgische politiek, hoger scoren dan voorzitter Rutten en vicepremier De Croo.

12. JOHN CROMBEZ (SP.A) – Staatssecretaris voor Fraudebestrijding(°Oostende, 1973)

Een sterke figuur binnen de regering-Di Rupo, vindt Carl Devos. ‘In de strijd tegen sociale en fiscale fraude heeft hij bakens verzet. Ik denk dat hij als staatssecretaris politiek zwaarder weegt dan sommigen van zijn collega-ministers en zeker dan die in de Vlaamse regering.’ Crombez neemt op 25 mei deel aan de Vlaamse verkiezingen. Volgens Devos omdat Crombez wel eens de nieuwe sterke man van SP.A zou kunnen worden in de volgende Vlaamse regering.’

13. JEAN-MARC NOLLET (Ecolo) – Vicepresident Waalse regering en regering van Franse Gemeenschap(°Moeskroen, 1970)

Van Nollet wordt gezegd dat hij bijzonder intelligent is en bij voorkeur in de schaduw opereert. Men noemt hem weleens de echte voorzitter van Ecolo vanwege zijn grote invloed op huidig covoorzitster Emily Hoyos. Dankzij Nollet wint het regionalisme aan belang bij Ecolo. Hij heeft ook veel gedaan voor het Waalse onderwijs.

14. KAREL DE GUCHT (Open VLD) – Europees commissaris van Handel(°Overmere, 1954)

Karel De Gucht volgde in 2009 Louis Michel op als Europees commissaris. Eerst was hij bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking, later voor Handel. Vandaag is hij een van de meest invloedrijke Europese politici. Hij onderhandelde belangrijke vrijhandelsakkoorden met Zuid-Korea en Canada en doet nu hetzelfde met de VS.

Carl Devos denkt dat Karel De Gucht zwaarder weegt op de Belgische politiek dan Guy Verhofstadt. ‘De Gucht schrikt er niet voor terug om geregeld zijn ongezouten mening te geven over de binnenlandse actualiteit. Verhofstadt is daar veel terughoudender in.’

15. DANIËL TERMONT (SP.A) – Burgemeester van Gent(°Gent, 1953)

Na Bart De Wever is Daniël Termont de tweede burgemeester in deze lijst. Ook een verrassing, vindt Devos. ‘Hij doet het goed als burgemeester en zijn idee om Groen te betrekken bij de coalitie was achteraf een meesterzet. Hij voelt zich niet gehinderd om over een brede waaier van politieke thema’s zijn standpunt te geven.’ Hij had volgens Carl Devos ook kunnen beslissen om een rol op het federale of Vlaamse niveau te spelen. ‘Maar hij koos resoluut voor zijn stad. De Gentenaars weten dat wel te appreciëren.’

DOOR MICHEL VANDERSMISSEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content