Loverboys ronselen minderjarige meisjes in West-Vlaamse jeugdinstellingen

Frank Demeester, referentiemagistraat voor de mensenhandel in West-Vlaanderen: 'Enkele jaren geleden al doken de namen op van minderjarige West-Vlaamse meisjes in een Antwerps prostitutiedossier. Onze collega's uit Antwerpen hebben het afgehandeld. Ik moet eerlijk toegeven dat wij toen onvoldoende stilstonden bij het feit dat die tienerprostituees in West-Vlaanderen geronseld werden.' © Belga
Stefan Vankerkhoven
Stefan Vankerkhoven Journalist Krant van West-Vlaanderen

Loverboys ronselen minderjarige meisjes in West-Vlaamse homes om hen te werk te stellen in de rosse buurt in Antwerpen. ‘De West-Vlaamse jeugdzorginstellingen zitten met de handen in het haar.’ Dat blijkt uit onderzoek van de Krant van West-Vlaanderen.

‘In de zomer van 2014 liepen een vijftal meisjes uit een Ieperse jeugdinstelling weg en belandden ze in de prostitutie’, zegt Yasmin Van Damme, beleidsmedewerker ‘seksuele uitbuiting’ bij Child Focus. Zij is ook assistente van professor Vermeulen, die zich binnen de vakgroep strafrecht van de UGent buigt over mensenhandel. Yasmin hield zich aanvankelijk bezig met dossiers over ‘loverboys’ maar stelde vast dat er veel te weinig aandacht is voor de problemen van minderjarigen die in de prostitutie belanden.

In alle dossiers loopt één rode draad. De meisjes werden door jonge pooiers geronseld toen ze in een jongerenhome zaten.

Klaus Vanhoutte, directeur Payoke

‘Child Focus voerde hier al in 2015 onderzoek naar uit en stelde vast dat op twee jaar tijd minstens 60 Vlaamse meisjes tussen 12 en 18 jaar seksueel uitgebuit werden. Vorig jaar zijn er nog eens 39 dossiers bijgekomen’, zegt Van Damme.

Bruggeling Klaus Vanhoutte, directeur van Payoke, de vereniging voor slachtofferhulp bij mensenhandel, vult aan. ‘Bij ons hebben er vorig jaar 20 vrouwen aangeklopt die jaren geleden als minderjarige in de prostitutie beland zijn’, zegt hij. ‘In al die dossiers loopt één rode draad: ze werden door jonge pooiers geronseld toen ze in een jongerenhome zaten.’

Hawking en grooming

Volgens Klaus Vanhoutte en Yasmin Van Damme ronselen de pooiers hun slachtoffers vaak via sociale media: ‘Ze doen aan hawking : als een valk vliegen ze hoog boven het terrein en zoeken ze de makkelijkste prooi: het zwakste meisje. Vaak zijn het meisjes die in hun jeugd al seksueel misbruikt werden of een verstoord beeld hebben van seksuele relaties. Die meisjes vinden ze in de halfopen instellingen, waar kwetsbare kinderen omwille van een verontrustende opvoedingssituatie terechtkomen. Via Facebook gaan ze op zoek naar slachtoffers. Ze geven die meisjes een complimentje over hun profielfoto en een meer expliciete, seksueel getinte boodschap. Als het meisje erop ingaat, raakt ze snel verstrikt in het web van de pooier.’

‘Soms hangen die pooiers ook rond in de buurt van de instellingen. Meisjes krijgen 5 euro zakgeld mee om op woensdagnamiddag in de stad een cola te gaan drinken. Maar met 5 euro raken ze niet ver. Er daagt dan een jongen op die flirt en trakteert. Hij geeft hen wat geld om een mooi jurkje te kopen. Die meisjes voelen zich eindelijk gewaardeerd en een mooi jurkje geeft hen aanzien in de instelling’, zegt Klaus Vanhoutte.

‘We noemen dat grooming: de meisjes, die hunkeren naar affectie en aandacht, worden overladen met cadeaus’, zegt de directeur van Payoke. ‘Ze raken dolverliefd op en afhankelijk van die gast. Hij slaagt er vervolgens in hen te isoleren. En dan worden de rollen omgedraaid: de pooier die eerst geld gaf, verwacht dat het meisje geld binnen zal brengen. Ze moet zich onder dwang prostitueren.’

Beeld je in wat die meisjes meemaken: vijf keer per weekend brutaal verkracht worden.

Klaus Vanhoutte, directeur Payoke

Rolmodellen

‘Het gaat nog verder: minderjarige meisjes die zich prostitueren, worden rolmodellen in de instelling waar ze verblijven’, zegt Yasmin Van Damme. ‘De andere meisjes kijken naar hen op, omdat ze zien dat zij plots over meer geld en mooie kleedjes beschikken. Ze willen dat ook en bijgevolg zet het ene meisje het andere aan om hetzelfde te doen.’

Volgens Klaus Vanhoutte zijn de jonge pooiers psychopaten die hun slachtoffers louter als vlees zien: ‘Beeld je in wat die meisjes meemaken: vijf keer per weekend brutaal verkracht worden. Het erge is dat de jeugdzorg lange tijd met dit probleem heeft geworsteld, niet het minst omwille van het beroepsgeheim. Communicatie met de politie lag zeer moeilijk.’

‘Als seksuele uitbuiting van minderjarige meisjes gedetecteerd wordt, probeert de instelling het slachtoffer te scheiden van haar pooier’, legt Klaus Vanhoutte uit. ‘Het slachtoffer wordt overgebracht naar een gesloten instelling. Maar daar zitten ook daders. In 2014 werden voor de Gentse correctionele rechtbank de eerste tienerpooiers veroordeeld, die onder meer meisjes uit een Ieperse instelling ronselden.’

‘De slimme mensenhandelaars die als businessmen de tienerprostituees controleren en uitbuiten, blijven vooralsnog buiten schot’, aldus nog Klaas Vanhoutte. ‘Je mag ervan uitgaan dat de 100 dossiers die wij sinds 2014 hebben, slechts 20% bedragen van de werkelijke tienerprostitutie in Vlaanderen. Het parket van West-Vlaanderen plant binnenkort, samen met Payoke en Child Focus, een vergadering met de jeugdzorginstellingen en andere betrokkenen. Want het is belangrijk dat dit probleem veel sneller gedetecteerd en aangepakt wordt.’

Een tienerprostituee getuigt

Anna (fictieve naam, nvdr.) raakte in het web van een jonge loverboy verstrikt en moest tegen betaling seks hebben met andere mannen.

‘Mijn vader is op een bepaald moment vertrokken’, vertelt ze. ‘Mama is zwaar beginnen drinken. Op den duur was ze elke avond zat. Soms bleef ze dagenlang weg en liet ze mij aan mijn lot over. Het gevolg was dat ik in een jeugdinstelling belandde. ’t Was daar verschrikkelijk. Er was altijd iemand die zei wat je moest doen. Of wat je niet mocht doen. Allerlei kinderachtige, zinloze regeltjes.’

‘Op een dag begon een jonge gast met mij te chatten op Facebook. Een knappe kerel… Ik was verliefd en wou met hem afspreken. ’t Was zalig, ik voelde mij voor het eerst weer gelukkig: eindelijk iemand die mij aandacht schonk. Hij zei dat hij mij zo knap vond. Ik kon tegen die jongen echt alles zeggen, ik voelde dat ik hem helemaal kon vertrouwen. Op een dag hebben we buiten de instelling afgesproken. ’t Klikte. We zijn elkaar blijven zien. Natuurlijk wou hij seks met mij. Ik kon toch niet ‘nee’ zeggen, hij was zo lief. Maar enkele weken later stelde hij mij voor aan een vriend van hem. Die vond mij ook zo’n mooi meisje. Ook hij wou seks met mij. Ik had daar niet zoveel zin in, maar ik wou niet terug naar de instelling. En hij beloofde dat we nadien op zijn kosten zouden gaan shoppen, wat ik zalig vind. Ik heb het dan maar gedaan, ook al is die vriend niet super chill. Maar ik heb er nu eindelijk enkele toffe vrienden bij. Ik verdien ook wat geld, zo kan ik mooie kleren en sieraden kopen. Seks hebben met een andere vent is niet het einde van de wereld. ’t Is ook niet dat mijn mama mij nog terug wil. Ik weet zelfs niet eens waar die is. Voor de rest heb ik niemand.’

Na tal van latere zware verkrachtingen werd Anna door de jeugdrechter geplaatst in een gesloten jeugdinrichting.

De jeugdinstellingen reageren

Minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting worden vaak opgevangen in gesloten gemeenschapsinstellingen, om ze uit de klauwen van hun pooier te houden. Gemeenschapsinstelling De Zande in Beernem vangt 53 minderjarige meisjes op. ‘Ook slachtoffers van tienerpooiers’, zegt pedagogisch directeur Nathalie Schouteet.

Nathalie Schouteet en Peter Jan Bogaert.
Nathalie Schouteet en Peter Jan Bogaert.© Krant van West-Vlaanderen

‘Er zijn diverse gradaties’, aldus Peter Jan Bogaert van het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn. ‘Sommige meisjes dreigden af te glijden naar prostitutie en worden daarom bij ons opgenomen, als beschermende maatregel. Anderen zaten er al dieper in en worden even uit het milieu gelicht, zodat ze uit de klauwen van hun pooier raken. Er zijn zelfs meisjes bij die andere kwetsbare meisjes ronselen voor prostitutie.’ Peter Jan Bogaert weerlegt de kritiek van Child Focus en Payoke dat de jeugdzorginstellingen schermen met het beroepsgeheim en daardoor niet kort genoeg op de bal spelen: ‘Alles kan natuurlijk beter, maar er is sprake van samenwerking en een zogenaamde ketenaanpak. Zo kan de politie pooiers opsporen en oppakken.’

‘We hebben zeer duidelijke richtlijnen dat wij de gegevens van jongeren die in contact komen met bijzondere jeugdzorg niet zomaar te grabbel mogen gooien’, zegt Herwig Vanroose, adjunct-directeur van Ons Tehuis uit Ieper, een vereniging voor Bijzondere Jeugdzorg, waar JEZ11 deel van uitmaakt. JEZ11 is een ‘proeftuin’ die tien meisjes met ernstige opvoedingsproblemen of delictgedrag begeleidt. De ideale doelgroep voor tienerpooiers dus, al willen ze dat bij JEZ11 niet met zoveel woorden zeggen. Herwig Vanroose: ‘We willen niet in een situatie terechtkomen waarin om de vijf dagen een tienerpooier voor de deur staat. Dat is al een keer gebeurd. Ze komen bijvoorbeeld de meisjes ook ophalen in het centrum van Ieper.’

Bij JEZ11 bevestigen ze wel dat meisjes er in het verleden al werden benaderd door tienerpooiers uit Antwerpen, Mechelen en Brussel.

Parket wil meer alertheid

Frank Demeester, referentiemagistraat voor de mensenhandel in West-Vlaanderen, is zich bewust van de ernst van het probleem. ‘Enkele jaren geleden al doken de namen op van minderjarige West-Vlaamse meisjes in een Antwerps prostitutiedossier. Onze collega’s uit Antwerpen hebben het afgehandeld. Ik moet eerlijk toegeven dat wij toen onvoldoende stilstonden bij het feit dat die tienerprostituees in West-Vlaanderen geronseld werden.’

Als er binnen de leefgroep signalen zijn dat een meisje af en toe wegloopt of zich prostitueert, moeten hulpverleners dat melden. Sommigen zijn bang om iets naar buiten te brengen, omdat zij ten onrechte denken dat zij hun beroepsgeheim schenden.

Frank Demeester, referentiemagistraat voor de mensenhandel in West-Vlaanderen

‘De omvang van het probleem is allicht groter dan de officiële cijfers doen vermoeden’, zegt de Brugse parketmagistraat Roeland Vasseur. ‘De slachtoffers zijn de eerste bron, maar de meeste meisjes lossen niks. Het gaat om een kwetsbare groep: sommigen zien niet in dat ze aan zelfdestructie doen, anderen zijn bang van hun pooier. Ze worden bedreigd of afgeperst door hun loverboys.’

Volgens Frank Demeester is er meer alertheid nodig: ‘Als meisjes in een halfopen instelling verblijven, kunnen we niet verhinderen dat ze door iemand afgehaald worden. Maar er moet een alarm afgaan als blijkt dat die persoon bekend is bij Justitie. Seks met een meerderjarige vanaf je 16de is, net als een fugue (weglopen, nvdr.), op zich niet strafbaar. Maar als blijkt dat een meisje vaak wegloopt, is het interessant om na te gaan met wie zij contact heeft. Als er binnen de leefgroep signalen zijn dat een meisje af en toe wegloopt of zich prostitueert, moeten hulpverleners dat melden. Sommigen zijn bang om iets naar buiten te brengen, omdat zij ten onrechte denken dat zij hun beroepsgeheim schenden. Er moet hen duidelijk gemaakt worden hoe ver hun beroepsgeheim reikt.’

Frank Demeester wil alle West-Vlaamse actoren samenbrengen. ‘Politie, parket, jeugdrechters, hulpverleningsorganisaties als Payoke en Child Focus, maar ook jeugdconsulenten en de jeugdzorginstellingen moeten samenzitten. We kunnen enkel van elkaar leren door samen te werken. Pas dan kunnen wij deze vorm van mensenhandel effectiever bestrijden.’

‘Of er nood is aan een apart opvangcentrum voor minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting? Misschien. Feit is dat, als het parket iemand erkent als slachtoffer, zij veel meer steun krijgt: juridisch, sociaal, een dak boven haar hoofd, eten. Maar er zijn nog veel drempels te overwinnen. Jeugdzorg is een Vlaamse bevoegdheid, Justitie is federaal. En ook binnen het parket moeten we meer samenwerken, want jeugdzaken en mensenhandel zitten bij verschillende magistraten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content