Jan Vanriet

‘Laten we de homoseksuele slachtoffers van Hitler niet vergeten’

Jan Vanriet Schilder en dichter

Kunstenaar Jan Vanriet raakte verzeild in de polemiek rond een aantal uitspraken van filosoof Maarten Boudry over het nazisme en jihadisme. In deze bijdrage stelt hij scherp op het lot van de homo’s in de kampen.

Vrij onnozel geraakte ik in een polemiek verzeild. Het begon toen ik me verslikte in een interview met Maarten Boudry in De Morgen. Hierin probeerde Boudry het onderscheid te verduidelijken tussen de gruwelen van de nazi’s en de barbaarsheid der jihadisten. Ik las enkele hoogst bedenkelijke opmerkingen en publiceerde een antwoord dat in de sociale media vele reacties losweekte. Beduusd stond ik te kijken van zulke heftigheid. Had ik Boudry kalltgestellt – om in de sfeer te blijven – dan was dit niet de bedoeling, zeker niet wanneer deze kwestie voor velen de kans bleek om eerdere wrevels over Boudry’s opiniestukken op te rispen. Klaarblijkelijk diende een rekening vereffend, iets waar ik me niet happy mee voelde.

Laten we de homoseksuele slachtoffers van Hitler niet vergeten.

Een week later publiceerde Knack over deze kwestie een commentariërend interview met de Gentse moraalwetenschapper Gie van den Berghe. Over een aantal dingen waren we het eens. Net zoals ik wees hij op een vergetelheid. Boudry had geschreven dat de nazi’s zes miljoen mensen hadden vermoord. Ik veronderstelde dat hij zich ‘beperkte’ tot de Holocaust, de uitroeiing der Joden. Er wordt immers aangenomen dat de Tweede Wereldoorlog enkel al in de USSR 22 miljoen doden opleverde.

Van den Berghe neemt de cijfers over, ‘Ook Boudry verengt het Duitse nazisme tot de judeocide’, maar corrigeert: ‘Hij heeft het bijvoorbeeld over de nazi’s die 6 miljoen mensen hebben vermoord. Dat is twee keer fout. Er is intussen een consensus dat het aantal Joodse slachtoffers 5,3 miljoen bedraagt. Een verschil van 700.000, dat noem ik geen detail.’

Tja, het scheelt een slok op de borrel. Alsof hiermee de schande, de uitroeiing, tot aanvaardbare proporties wordt herleid. Word ik even stil van… Wilde van den Berghe met te wijzen op dit ‘lagere’ getal eens te meer, wat hij noemt, de mogelijke ‘politieke exploitatie van de Holocaust’ en een ‘joodvriendelijker klimaat’ ondermijnen? Een stelling: minder doden rechtvaardigen minder de staat Israël.

‘Ongewone vorm van heropvoeden’

Ook mijn naam viel in dit interview. Van den Berghe: ‘Jan Vanriet beweert dat de nazi’s de homoseksuelen hebben uitgeroeid. Dat is baarlijke nonsens. Ja, tal van homo’s werden met een roze driehoek in kampen opgesloten. Niet om ze te vermoorden. De nazi’s deden met homo’s wat ze met alle bevolkingsgroepen deden die uit de pas liepen: isoleren en hen mores leren opdat ze zich koest zouden houden als ze naar de maatschappij zouden terugkeren.’

‘Mores leren’ als ongewone vorm van heropvoeden, ik kende dit al. Ik heb even een tekst van zowat twintig jaar geleden herlezen. Zijn soms merkwaardig essay Gott mit uns (1995) begint Gie van den Berghe met de verwijzing naar de Schutzhaft uit 1933, een ‘noodwet ter bescherming van volk en staat’, uitgevaardigd na de Rijksdagbrand. Deze wet werd aangewend om politieke tegenstanders ‘uit te schakelen’ (woorden van de auteur). Ondertussen weten we wat dit betekent… Kort daarop werden nieuwe categorieën toegevoegd van ‘volksschadelijke elementen’, en ook van den Berghe vermeldt onder meer zigeuners, joden en homoseksuelen.

‘De meeste van deze categorieën waren volgens de nazi-ideologie heropvoedbaar’ vervolgt hij, ‘in kampen waar ze onderworpen werden aan een meer dan Spartaans regime.’ Nou, als understatement kan dit tellen, Spartaans regime

Georganiseerde verminking

Maar enkele regels verder geeft hij meteen toe dat slechts ‘gedurende korte tijd geloofd werd in heropvoedbaarheid’. Met andere woorden, de vernietigingsmachine kon op volle toeren beginnen draaien.

In de kampen stierven dan ook duizenden homo’s, ze werden door de nazi’s beschouwd als het laagste van het laagste, als vuiligheid. Er werden experimentele operaties op hen uitgevoerd, zogenaamde ‘ontwenningskuren’ geprobeerd, ontmanning om hen te bevrijden van hun ‘ontaarde geslachtsdrift’. Het was georganiseerde verminking waarop in vele gevallen de dood volgde.

‘Zorgde het operatiekwartier in een concentratiekamp werkelijk voor een ‘wetenschappelijk verantwoord’ kader?’

In Gott mit uns vond ik nog een leerzame passus over medische proefnemingen in de kampen: ‘Het merendeel van de experimenten werd op wetenschappelijk verantwoorde wijze opgezet, uitgevoerd en opgetekend: zorgvuldig, gedetailleerd, nauwlettend en nauwkeurig. Er werd ‘gewoon’ op mensen geëxperimenteerd alsof het dieren betrof.’

Zorgde het operatiekwartier in een Konzentrationslager werkelijk voor een ‘wetenschappelijk verantwoord’ kader?

Uiteraard was hun aanwezigheid relatief beperkt, maar het dodengemiddelde onder homoseksuelen lag beduidend hoger dan bij andere categorieën van gevangenen, men spreekt van 55% (cijfers van het Auschwitz Memoriaal) tot 60%.

Een concentratiekamp was allerminst een heropvoedingsseminarie, was niet bedoeld om gevangenen behulpzaam voor te bereiden (‘koest houden’) op hun integratie in de stralende nazi-maatschappij. Wie zulks beweert heeft volgens mij hoegenaamd geen academische geest.

Violisten

In mijn repliek op Boudry had ik het terloops over de Lagerkapelle in het concentratiekamp te Mauthausen. Mijn vader was een van de violisten. Ze traden op bij bijzondere gelegenheden: een Christelijke hoogdag, de verjaardag van een van hun beulen, het bezoek van Himmler, of in beperkte formatie tijdens een terechtstelling of in het SS-bordeel. Ik signaleerde de ophanging van een gevangene, Hans Bonarewitz, waarbij enkele van de muzikanten van het ‘orkest’ waren opgevorderd om het moment suprême op te luisteren. Terwijl de sukkel de strop om de hals kreeg weerklonk het smachtende deuntje van Rina Ketty J’attendrai dat de hoop op een terugkeer bezingt. Maar de schalkse SS neuriede de Duitse versie: Komm zurück…

Hierover bestaan foto’s die de SS heeft genomen en schijnbaar erg amusant vond. De krant publiceerde er één waarop de veroordeelde in een houten kot werd tentoongesteld, een krat op een kaduuk karretje dat men door het Lager trok. Deze enscenering diende niet enkel als afschrikwekkend voorbeeld, Bonarowitz werd finaal geridiculiseerd, liefst op een belachelijke zeepkist. Zijn narrenschip naar de dood.

En terwijl ik de prent al vijftig jaar ken, had ik nu voor het eerst ineens oog voor het grinnikende bewakingspersoneel op de achtergrond. Maar voor Gie van den Berghe waren SS-ers en kampcommandanten ‘doorgaans geen sadisten of barbaren.’

Jan Vanriet is schilder en dichter. Zijn laatste bundel was Moederland (Hollands Diep). Hij werkt aan autobiografisch essayboek getiteld Radeloos geluk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content