‘Kun je je biologisch of geadopteerd kind wel onterven?’

Voor de Universiteit Van Vlaanderen staat professor erfenisrecht Alain Laurent Verbeke (KU Leuven) stil bij wat de wet allemaal zegt over het onterven van kinderen.

Weet je nog, toen je vroeger als kind iets fout of stout deed, en je ouders werden boos en je vader dreigde dan je te onterven? En dan werd je natuurlijk heel bang omdat je dan dacht dat je vader alles van je ging afpakken en met niets op straat ging zetten.

Gelijkheid van kinderen

Maar gaat dat eigenlijk wel? Kun je je kind, biologisch of geadopteerd kind, wel onterven?

Laten we eerst even de oorsprong van het erfrecht van kinderen situeren.

Kun je je biologisch of geadopteerd kind wel onterven?

Stel dat er een moeder is, een weduwe, met 3 kinderen: Anna, Marie en Thomas. Bij haar overlijden laat moeder een huis na, een auto, een bankrekening en nog wat beleggingen, alles samen voor een waarde van 900. De vraag is dan: wie krijgt wat?

Kinderen staan steeds in de eerste rij om te erven. En als hun moeder, de erflater, niets op voorhand heeft geregeld (zoals via een testament of schenkingen), dan geldt het principe van gelijkheid van erfgenamen. Dat is een mathematische gelijkheid wat zoveel wil zeggen als: elk kind krijgt evenveel. Dus zowel Anna, Marie als Thomas krijgen elk 300.

Waarom die regel?

Hoe is dat tot stand gekomen? Voor veel mensen voelt het logisch en fair aan dat elk kind evenveel krijgt en dat je ze gelijk behandelt. Maar als we terugkijken naar de ontstaansgeschiedenis van de gelijkheid van erfgenamen, dan zien we dat deze regel om politiek-strategische redenen werd ingevoerd.

Voor de Franse revolutie in 1789 was er het Ancien Régime, de adel had de macht. Zij probeerden hun macht, geld, rijkdom, etc. geconcentreerd te houden, dank zij regels zoals het eerstegeboorterecht (waarin enkel de oudste zoon kon erven). Kinderen waren dus niet gelijk (bv. meisjes konden niet erven). Tot de Franse Revolutie kwam met haar “liberté, égalité, fraternité“. Napoleon wou de macht van het Ancien Régime breken, en zag in het erfrecht een instrument om dat te doen. Dus voerde hij met de Code Civil in 1804 de regel in dat alle kinderen gelijk zijn en dus ook gelijk erven (égalité). Daardoor kon hij het vermogen snel doen verwateren en de concentratie van vermogen tegengaan. Stel een gezin heeft 10 kinderen (in die tijd niet ongewoon) en die hebben elk ook nog eens 10 kinderen, dan wordt het vermogen al heel snel versnipperd: Van 1000 naar 10, in slechts twee generaties.

De gelijkheid van kinderen voelt aan als een romantisch idee, maar in oorsprong was het dus een strategisch mechanisme dat we vandaag nog steeds toepassen, al is er sinds de tijd van Napoleon wel een en ander veranderd. Toch heeft ook ons nieuw erfrecht, in werking sinds 1 september 2018, die gelijkheid van kinderen als principe bevestigd en behouden.

Hoe kan ik dan mijn kind onterven?

Dus alle kinderen zijn gelijk en als je niets regelt, dan krijgt elk kind ook evenveel. Maar wat als je met een van je kinderen een heel slechte band hebt, of al jarenlang geen contact? Wat als je aan een van je kinderen niets wil nalaten? Kun je je kind dan onterven?

Ik moet je ontgoochelen: neen, je kan je kind niet volledig onterven. Maar let op: je kan toch serieus aan de erfenis knabbelen. En dat kun je op 3 manieren doen.

1. Geen erfgoederen maar louter geld

Het oud erfrecht was een erfrecht in natura, dus in goederen. Het was niet mogelijk om daarvan een deel af te pakken: elk kind krijgt gelijke rechten in het huis, de auto, de bankrekening en de beleggingen, en zoals sommige Franstaligen bij de hervorming van het erfrecht stelden “le pull en cashmere de papa”. Al die goederen zijn samen 900 waard, dat bepalen de erfgenamen in onderling overleg, en als ze niet overeenkomen gerechtelijk via experts.

Het nieuwe erfrecht echter is een erfrecht in waarde. Nu kan moeder beslissen dat één van de kinderen bij voorrang bepaalde of zelfs alle goederen krijgt.

  • Ze kan daarmee wachten tot aan haar overlijden, bij testament. Dan maakt ze een legaat dat bij haar overlijden haar oudste dochter Anna het huis krijgt. Marie en Thomas krijgen dat huis gecompenseerd in waarde, in geld.
  • Ze kan dat echter ook al tijdens haar leven doen, bij schenking. Stel dat moeder Thomas niet zo tof vindt, maar Anna en Marie wel. Ze kan tijdens haar leven een deel van haar vermogen schenken aan Anna en Marie, bijvoorbeeld elk 400, voor Anna het huis en voor Marie de belegginen. Wanneer de moeder sterft, schiet er nog maar 100 over, de bankrekening en de auto, om te verdelen over alle 3 kinderen. Dus Thomas, waarmee moeder niet zo’n goede band had, zou maar ? van 100 krijgen terwijl de twee andere kinderen Anna en Marie een veel groter deel al eerder hebben ontvangen.
  • Dit wordt gecorrigeerd omdat de schenking van moeder aan Anna en Marie door de wet wordt beschouwd als een voorschot op de erfenis. De gelijkheid van kinderen in het erfrecht maakt dat Anna en Marie bij het overlijden van hun moeder een inbrengschuld moeten doen zodat iedereen economisch in geld hetzelfde krijgt (want het nieuwe erfrecht is in waarde en niet in natura), dus elk 300.
  • Thomas krijgt dan de auto en de bankrekening (100) en nog 200 in geld. Anna heeft het huis ter waarde van 400 min 100 betaald als inbrengschuld en Marie heeft de beleggingen ter waarde van 400 min 100 betaald als inbrengschuld.

Dus technisch gezien gebeurt hier een onterving van de erfgoederen zelf, want bepaalde kinderen krijgen geen rechten in sommige van de erfgoederen (bv. behalve Anna heeft niemand rechten in het huis), maar economisch gezien niet want de anderen krijgen het equivalent in geld.

2. Beperken tot het minimumerfdeel: de reserve

De gelijkheid van de kinderen is echter niet absoluut. De wet laat toe dat je een van de kinderen meer geeft dan aan een ander kind. De gelijkheid is slechts gegarandeerd voor het wettelijk minimum erfdeel, ook genoemd het voorbehouden erfdeel of de reserve. Dit is het deel waar elk kind recht op heeft, je kan hen dat minimum niet afnemen. Maar dan is de vraag: het minimumdeel waarvan?

Nu wordt het wat complexer. Stel dat moeder bij de schenking van het huis aan Anna en de beleggingen aan Marie heeft bepaald dat ze dit aan haar dochters extra wil geven, buiten hun erfdeel. Moeder zegt dus expliciet dat ze wil dat haar dochters meer krijgen dan Thomas.

Dat kan, maar Thomas zal altijd wel zijn reserve moeten krijgen. Om die te berekenen zal de notaris niet enkel de bestaande goederen oplijsten en waarderen (auto en bankrekening ter waarde van 100) maar zal hij vragen welke schenkingen er ontvangen zijn en die ook oplijsten tegen de waarde op het moment van de schenking maar geïndexeerd tot het moment van overlijden (huis 400 en beleggingen 400). Dat alles samen noemen we de fictieve massa, die bedraagt 100+400+400=900. Fictief want het huis en de beleggingen zijn weggeschonken en dus niet meer bij moeder.

Hoeveel krijgt Thomas daarvan? In het oude erfrecht was dat 1/4 of 225.

Het nieuwe erfrecht heeft echter het minimumdeel verminderd. En dus is het vrij weg te geven beschikbaar deel vergroot. Dat is nu altijd de helft van de fictieve massa, dus 450. En de ander helft is altijd de globale reserve van alle kinderen samen, dus ook 450. Thomas heeft recht op een gelijk deel daarvan in waarde, dus 150. Maar er is maar 100 meer beschikbaar. Dus zal hij op elk van zijn zussen nog een vordering hebben van 25 om hun schenking een beetje “in te korten”. Finaal krijgen de zussen elk 375 en Thomas maar 150.

Dat is niet enkel technisch maar ook economisch een onterving: van het gelijke deel van 300 krijgt hij maar de helft. De zussen krijgen meer dan het dubbel dan Thomas. Het nieuwe erfrecht met een erfrecht in waarde (en niet in goederen) en een groter beschikbaar deel of kleiner minimumdeel, leidt dus echt wel ot een grotere ontervingsmogelijkheid.

3. Pact familial of globale erfovereenkomst

Sinds september 2018 is het mogelijk om een pact familial of globale erfovereenkomst op te maken, waarbij de familie zoekt naar een gepast evenwicht tussen de kinderen, dat niet is gebaseerd op mathematische gelijkheid, maar streeft naar een gepersonaliseerde oplossing. Hiermee kan men zich eigenlijk vrijwillig onterven, gedeeltelijk en zelfs helemaal.

Een eerste voorbeeld: Anna woont dicht bij moeder, om de hoek. Meer dan 25 jaar heeft mama alles gedaan in het huishouden van Anna: babysit, chauffeur, kokkin, kuisvrouw, schilder, tuinonderhoud, behangen, boodschappen etc. De twee andere kinderen wonen 200 km ver. Moeder geeft de twee andere elk een schenking van 300 en ze komen samen overeen dat de diensten die Anna heeft ontvangen worden gelijkgeschakeld met een schenking van 300.

Een tweede voorbeeld: Anna en Marie stellen het allebei heel goed in het leven. Thomas heeft een verstandelijke beperking. Ze kunnen in een pact familial overeenkomen dat Thomas een pak meer krijgt (bv. 700 van de 900) dan de rest van de kinderen omdat hij er meer nood aan heeft. Als Anna en Marie dat evenwichtig vinden, kunnen zij akkoord gaan om voor een deel (of zelfs volledig) te worden onterfd. Ze kunnen dan ook geen inbreng of inkorting meer vragen bij overlijden van moeder: de regeling voor de goederen in die erfovereenkomst is definitief bindend.

Conclusie

De gelijkheid is het principe. Als je niets doet, erven alle kinderen evenveel en een gelijk deel in de goederen.

Maar, je kan wel degelijk als ouder een kind gedeeltelijk onterven.

1. Ouders en kinderen kunnen in een pact familial samen een evenwicht bepalen dat die gelijkheid doorbreekt en leidt tot een vrijwillige onterving.

2. De ouders kunnen beslissen om een kind gedeeltelijk te onterven door het louter zijn minimum erfdeel te geven.

3. Ze kunnen ook bepalen dat sommige kinderen geen rechten krijgen in bepaalde goederen. Dan krijgen die wel nog het equivalent in geld.

Alain Laurent Verbeke is professor erfenisrecht aan de KU Leuven en advocaat bij Deloitte Legal.

Partner Content