Koen Metsu: ‘We leven in een veiliger land’
Deze week zijn de aanslagen in Zaventem en Maalbeek één jaar geleden. Leven we nu in een veiliger land? ‘Ja’, antwoordt Koen Metsu, voorzitter van de terreurcommissie, in Deze Week.
Op dinsdag 22 maart 2016 beleeft ons land zijn nine eleven. Gruwelijke aanslagen op de luchthaven van Zaventem en in metrostation Maalbeek kosten 32 mensen het leven. Terreurorganisatie IS eist de aanslag op. De politiek belooft forse maatregelen.
‘Ik was die ochtend aan het wandelen naar het gemeentehuis in Edegem’, weet Koen Metsu (N-VA), voorzitter van de terreurscommissie nog goed. ‘Ik kreeg telefoon. Een aanslag in Zaventem. Even stond alles stil. Eerst voel je ongeloof, dan boosheid. En dan komt die switch naar de realiteit. Wat nu? Ik ben naar Brussel vertrokken om er met enkele mensen de situatie te bekijken. Welke stappen moeten nu gezet worden?
Maar eerst heb ik mijn vrouw gebeld. Een automatische reflex. Vreemd misschien. Zij was niet eens in de buurt van Zaventem. Gewoon om te checken of alles goed was. Ik denk dat veel mensen die reflex hadden die ochtend. Een brandweerman uit Edegem werkt op de luchthaven. Hij was er die dag. Ik heb hem later kunnen spreken. Die man is getekend voor de rest van zijn leven. Die beelden krijgt hij nooit meer van zijn netvlies, zei hij me.’
Ongeloof, zegt u. Kwam die aanslag op Brussel, het hart van Europa, echt onverwacht?
KOEN METSU:(blaast) Toch wel, denk ik. Al wist je natuurlijk na Parijs dat de kans op een aanslag in ons land bestond. En laat ons eerlijk zijn: die kans bestaat nog altijd. Dit kan opnieuw gebeuren. Je kan als politicus geen honderd procent veiligheid beloven. Ook al werken we keihard aan een nieuw veiligheidskader. Want dat was tot vorig jaar absoluut niet up-to-date.
Koen Metsu was vier maanden vóór de aanslagen aangesteld tot voorzitter van de tijdelijke commissie terreurbestrijding van het federaal parlement. Die moest toezien op de uitwerking van de dertig maatregelen die de regering had beloofd na de aanslagen in Parijs op 13 november 2015. Of zijn opdracht veranderde na wat in Brussel gebeurde? Neen, niet direct. Wel kwam er een nieuwe commissie bij, de onderzoekscommissie onder leiding van Patrick Dewael (Open VLD) die uitzoekt wat fout liep op 22 maart en hoe de aanslagen zijn kunnen gebeuren. Dat zorgde voor een switch van de media-aandacht.
Durft u stellen dat we één jaar na de aanslagen in een veiliger land leven?
Na Parijs wist je dat de kans op een aanslag in ons land bestond. En laat ons eerlijk zijn: die kans bestaat nog altijd.
METSU: Ja, we leven zeker in een veiliger land. Toch als je kijkt naar de wetgeving. Vriend en vijand geven toe dat onze commissie goed werk levert. Van alle regeringsmaatregelen die wetgevend werk vroegen, is alleen de uitbreiding van de administratieve aanhoudingstermijn nog niet goedgekeurd. Dat is het grootste twistpunt (op het moment dat deze krant in druk ging, liepen de onderhandelingen volop, red.). De premier beloofde een grondwetswijziging om de termijn voor terreurverdachten op te trekken van 24 naar 72 uur. Een tweederdemeerderheid vinden blijkt echter niet zo eenvoudig. Maar al de rest is uitgevoerd (zie kader, red.). En dat is niet alles. We nemen ook zelf initiatieven, los van de regering. Zo is een voorstel van Valerie Van Peel (N-VA-parlementslid, red.) en mezelf goedgekeurd om het beroepsgeheim bij vermoeden van terrorisme op te heffen voor bijvoorbeeld OCMW-medewerkers. Anderzijds: het feit dat terreurniveau drie nog steeds geldt, wil ook wat zeggen. Je zit met de teruggekeerde Syriëstrijders, je zit met de asielcrisis. Ik weet: je mag die twee niet vermengen, maar je kan niet ontkennen dat via die asielinstroom ook mensen die geïnspireerd zijn door IS, ons land binnengekomen zijn.
Begin dit jaar trokken verschillende gevangenisdirecteurs aan de alarmbel. Deradicalisering in de gevangenis staat nergens , zeggen zij. Dat klinkt heel verontrustend?
METSU: (knikt) En ik deel die kritiek. Dat is een groot werkpunt. Ik sta in deze niet op dezelfde lijn als Justitieminister Koen Geens (CD&V). Laat me dat even kaderen. Ik heb even terug een goed gesprek gehad met Jason Walters, gewezen moslimterrorist en lid van de Hofstadgroep die de Nederlandse filmregisseur Theo Van Gogh vermoordde in 2004. Die man zat tien jaar vast, deradicaliseerde uit zichzelf en keerde ook de islam de rug toe.
Wat hij me vertelde, was schokkend. De gevangenis in Vught, waar hij zat, was eigenlijk een opleidingscentrum voor jihadi s, zei hij me. De cipiers spraken geen woord Arabisch. Haatspraak kon gewoon. Het uurtje sporten was in realiteit een uurtje oorlog spelen. Dat heeft mijn ogen geopend.
Vergeet niet dat El Bakraoui als kruimeldief de gevangenis in ging. Hij is er als radicale terrorist uitgekomen. Dat is een groot werkpunt.
We moeten daar ook in ons land lessen uit trekken. Vandaar dat ik ervoor pleit om radicaliserende profielen in aparte vleugels af te zonderen en hen individueel te behandelen. Dat kan met behulp van mensen zoals Walters die autoriteit hebben onder geradicaliseerden. Minister Geens ziet dat anders. Hij wil ze eerst in het gewone regime integreren en dan pas evalueren of ze een gevaar betekenen voor andere gevangenen. Groot probleem is echter dat bijvoorbeeld de islamconsulenten, die mee die evaluatie moeten maken, ofwel zelf nog in opleiding zijn, ofwel geen statuut hebben, ofwel niet weten hoe ze dat moeten aanpakken. Vandaag hebben wij 26 volwaardige islamconsulenten voor 450 geradicaliseerde gevangenen. Groot-Brittannië heeft er 350 voor 750 geradicaliseerden. Dat stemt mij heel kritisch. Vergeet niet dat El Bakraoui (één van de daders op Zaventem, red.) als kruimeldief de gevangenis in ging. Hij is er als radicale terrorist uitgekomen.
Als IS morgen verslagen wordt, dan is de kans groot dat er veel Syriëstrijders terugkeren. Wat dan?
METSU: Dat is de grote vraag. Als zij België binnenkomen, vliegen ze meteen de gevangenis in. Dat is al beslist. En als het van mij afhangt: in een aparte vleugel. Wat trouwens ook verontrustend is: de nazorg. Wie lid is van een terreurgroep, kan maximaal vijf jaar cel krijgen. Wie vrijkomt, is niet verplicht een verder deradicaliseringstraject te volgen. Vandaar dat ik samen met strafpleiter Walter Damen Deradiant opgericht heb (privéinitiatief in Antwerpen, red.): een centrum voor deradicalisering van ex-gevangenen. Maar eigenlijk zou de overheid dit moeten opleggen.
Oppositiepartij SP.A wil ook de eenmaking van de Brusselse politiezones bespreken in de commissie. Dat is een heikel punt voor de meerderheid, want de MR is tegen.
METSU: (ontwijkend) Dat voorstel komt op de agenda, hoe dan ook. Elke partij moet kleur bekennen en motiveren waarom ze pro of contra is. Al was het ironisch dat net Laurette Onkelinx van de PS rechtstond en luidop jamais riep toen SP.A dat voorstelde. Dat terzijde: ik vind dat er iets te zeggen valt voor het voorstel.
Hoe staat het met de belofte om niet-erkende cultplaatsen die jihadisme verspreiden, zoals moskeeën, te ontmantelen? Gebeurt dat al?
METSU: (knikt) Vandaag kan een burgemeester al een pand sluiten, bijvoorbeeld als er sprake is van drugs. Dat wordt uitgebreid. Als er vermoeden is van terreur, kan een burgemeester tot sluiting overgaan. In overleg met het parket natuurlijk. Wat mijn partij betreft, mag dat nog een stap verder gaan. Als er sprake is van haat prediken bijvoorbeeld. Dat zit niet in het nieuwe wetsvoorstel.
Als de commissie wordt opgedoekt, betekent dat dat we weer evolueren naar een meer normale samenleving , zei u in De Standaard. Voor wanneer is dat?
METSU: Dat zal niet voor direct zijn. In april zou de onderzoekscommissie- Dewael met haar conclusies naar buiten komen. Als daaruit wetgevende initiatieven moeten volgen, zullen ook die door mijn commissie behandeld worden. Mijn buikgevoel zegt dat wij zeker nog tot eind deze legislatuur werkzaam blijven.
Daarom is ons land veiliger (volgens Koen Metsu)
1. Huiszoekingen voor terroristische misdrijven zijn voortaan 24 uur op 24 mogelijk. ‘Dat was de allereerste beslissing van de commissie. Voordien was het verboden om huiszoekingen te doen tussen 21 uur ’s avonds en 5 uur ’s morgens.’
2. Een gedeelde databank. ‘Ik heb in Amerika Ray Kelly gesproken, de korpschef van de NYPD. Vóór nine eleven bezat elke organisatie in Amerika een eigen databank, de FBI, de CIA, noem maar op. Stel dat alle informatie in één gedeelde databank had gestaan dan zouden die piloten achter slot en grendel hebben gezeten nog vóór nine eleven had kunnen plaatsvinden. Dat was ontluisterend om te horen. Vandaar dat deze maatregel zo belangrijk is. Wij hebben nu één databank waartoe bijvoorbeeld ook de lokale korpschefs toegang hebben.’
3. Prepaidkaarten mogen voortaan niet meer anoniem verkocht worden. ‘Ook dat is een maatregel met directe impact.’
Dit interview werd oorspronkelijk geschreven door Paul Cobbaert voor Deze Week. Lees uw lokale editie van Deze Week hier.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier