Rentevoeten: nog altijd laag

© Getty Images/iStockphoto

De huidige context van de rentevoeten is een echte uitdaging voor zowel spaarders als obligatiebeleggers.

Sinds de financiële crisis van 2008 en de zorgen over de eurozone in 2011 zijn de lage rentevoeten een realiteit. De wereldwijde ineenstorting van de economie heeft de centrale banken van de ontwikkelde landen ertoe gedwongen om hun referentierentevoeten in eerste instantie te verlagen tot 0%. Vervolgens maakten deze banken enorme bedragen vrij om de financiële markten te ondersteunen (onder meer door obligaties van de Europese lidstaten op te kopen) en druk te leggen op de langetermijnrentevoeten. Dit veroorzaakte een algemene vervlakking van de rentecurve.

Druk

“Het was de bedoeling om particulieren te doen consumeren en bedrijven te doen investeren, zodat een gunstige omgeving zou ontstaan voor een economische opleving”, beklemtoont Marc Danneels (Chief Investment Officer bij Beobank). De centrale banken draaiden dus de geldkraan open (door meer cash geld in de economie te pompen dan nodig was) om deze aankopen te kunnen doen. Met als gevolg dat hun balans aanzienlijk is toegenomen, van 3.450 miljard dollar in 2007 tot meer dan 15.000 miljard dollar in de loop van dit jaar.

Vandaag is de rente op overheidsobligaties in alle ontwikkelde landen uitzonderlijk laag. Het afgelopen jaar werden 37% van de overheidsobligaties uitgegeven met een negatieve rente. “In reële termen (na inflatie) is de toestand voor de spaarders nog erger,” zegt Marc Danneels, “zeker als ze hun spaargeld sinds 2008 gewoon op hun spaarrekening hebben laten staan.” Het rendement van dit type producten is immers rechtstreeks gekoppeld aan de referentierentevoet toegepast door de Europese Centrale Bank (ECB).

Normalisatie

Dit uiterst lage rentepeil betekent dat de valorisatie van de markt van de staatsleningen op een heel hoog niveau zit, onder meer omdat de ECB en de Amerikaanse Federal Reserve (de Amerikaanse Centrale Bank) sinds het instellen van deze bijzondere steunmaatregelen massaal openbare schuld hebben teruggekocht.

Vandaag staan de meeste centrale banken aan het begin van een normalisatiefase van hun monetair beleid en verminderen ze hun terugkoopprogramma’s. De Amerikaanse Federal Reserve verhoogde in de afgelopen twee jaar al meerdere keren haar referentierentevoet. Ze stopte ook volledig met het terugkopen van openbare schuld en begint nu stilaan haar balanstotaal te verlagen door obligaties, die in de komende kwartalen verlopen, niet meer te vervangen. “Deze normalisatie leidde al tot een marginale renteverhoging van Amerikaanse obligaties, met een impact op de waarde van obligaties”, vermeldt Marc Danneels.

De Europese Centrale bank zou het komende jaar ook minder effecten terugkopen op de financiële markten en zal ten vroegste in 2019 eventueel overgaan tot het optrekken van haar referentierentevoet.

De situatie is niet gunstig voor spaarders, zeker als ze hun spaargeld sinds 2008 gewoon op hun spaarrekening hebben laten staan.

Gradueel

Niettemin verwacht Marc Danneels dat deze normalisatie eerder traag zal verlopen. “De nieuwe gouverneur van de Amerikaanse Federal Reserve zal naar alle waarschijnlijkheid de eerder voorzichtige politiek van zijn voorganger verderzetten. Het Europese monetaire beleid zal nog een tijdje soepel blijven omdat Europa meer tijd nodig heeft gehad om weer op groeischema te komen. Het monetair beleid van de ECB zal dus soepel blijven, een toekomstige rentenormalisatie zal traag en gradueel verlopen. “De rentevoeten zouden nog een aantal jaar laag moeten blijven”, vervolgt Marc Danneels. “Te meer omdat de ECB, door de recente stijging van de euro op de beurzen en een inflatieniveau dat nog ver verwijderd is van de 2% die door de ECB wordt beoogd, niet echt geneigd zal zijn om zich agressief te gedragen.” Een stijging van de referentierentevoet van de ECB zorgt er immers voor dat het interessanter is om euro’s in bezit te houden, terwijl de koersstijging van de euro een negatieve impact heeft op de concurrentiekracht van de Europese bedrijven.

Blijft de vaststelling dat de financiële markten mede omhooggestuwd werden door een monetaire politiek van de centrale banken. Nu we stilaan het begin zien van een normalisatie van de – historisch lage – rentes, stelt dit meteen uitdagingen, vooral voor obligatiebeleggers. “Dit betekent niet dat een belegger obligaties de rug moet toekeren”, stelt Marc Danneels. “Obligaties hebben zeker nog hun plaats in een beleggingsportefeuille, gezien het diversificatie-effect met het aandelengedeelte. Maar het betekent wel dat we de manier waarop we in obligaties beleggen wezenlijk moeten aanpassen. Vandaag kiest een belegger beter voor actieve en flexibel beheerde obligatiefondsen, die optimaal het renterisico kunnen beheersen, die zich snel kunnen aanpassen op de rentecurve, en die ook kunnen inspelen op opportuniteiten die zich op de obligatiemarkten voordoen, denk maar aan obligaties in opkomende markten. Maar dit vereist gespecialiseerd, selectief en heel flexibel beheer van een fondsmanager.”