Bedrijfsrestafval moet met 15 procent dalen tegen 2022

De OVAM pakt uit met een nieuwe sensibiliseringscampagne voor het afvalbeleid van Vlaamse bedrijven. De focus ligt vooral op de vele kmo’s en in tweede instantie op lokale besturen. De doelstelling is eenvoudig en duidelijk: 15 procent minder bedrijfsafval produceren tegen 2022 en een bijdrage leveren aan de circulaire economie, waar producten en materialen maximaal worden hergebruikt.

De campagne richt zich voor die circulaire economie voornamelijk op de kunststoffen, waarover bedrijven vanaf 1 juli 2018 nieuwe richtlijnen krijgen. De OVAM neemt dit initiatief omdat het vaststelt dat veel ondernemers en werknemers nog met heel wat vragen over afval en materiaalbeheer zitten en soms niet de tijd nemen/hebben of te weinig moeite doen om er aandacht aan te besteden. Toch blijkt dat zeker nog 20 procent van het restafval te recycleren is. Via een gerichte sensibilisering wil de OVAM de ondernemers een antwoord bieden op vragen en opmerkingen als ‘Waarom zou ik?’, ‘Het is veel te omslachtig’, ‘Ik weet niet hoe’, ‘Anderen doen het ook niet’ en ‘Ik zou niet weten waarom’. Met het concept ‘Ik beken’ schakelt de afvalstoffenmaatschappij daarvoor drie bekende ondernemers in.

Een belangrijk onderdeel in de campagne zijn de zogenaamde Cirkeltips. Het gaat om een nieuwe onlinetool die de OVAM aan het ontwikkelen is en die bedrijven moet helpen een duurzamer materiaalbeheer te ontwikkelen. Ondernemers zullen er hun afvalproductie kunnen vergelijken met andere gelijkaardige bedrijven, krijgen er tips op maat om hun afval beter te sorteren en het materiaalbeheer te verduurzamen. Ze zullen er ook met hun collega’s in discussie kunnen gaan over deze thema’s.

Voorbeelden hoe het kan en moet

Dat een doorgedreven afvalbeheer in de industrie mogelijk is, bewijzen enkele voorbeelden. Het schoenenbedrijf Torfs is daar een van. Maar het kan ook verder gaan. AZ Delta in Roeselare laat een nieuw ziekenhuis optrekken en sloot een deal met een gespecialiseerd bedrijf om ter plekke het afval in containers te sorteren.

1. De duurzaamste bouwplaats van België

De duurzaamste ‘werf’ ligt dezer dagen blijkbaar in Roeselare. Het ziekenhuis AZ Delta, dat een gloednieuwe campus bouwt, schreef een aanbesteding uit voor het afvalbeheer op de bouwplaats in Oekene. En dat blijkt nog niet veel gebeurd te zijn. Vanheede Environment Group haalde de opdracht binnen. Het bedrijf ontwikkelde in samenspraak met AZ Delta en het architectenbureau VK Studio een uniek concept om het afvalbeheer op het bouwterrein in goede banen te leiden. “Veel werven zijn een zootje en het sorteren en recycleren laat er te wensen over”, vertelt Kurt Meijhui van Vanheede. “Hier kiezen wij met de drie partners resoluut voor een propere werf, waarbij het afval aan de bron wordt gesorteerd.”

Een propere werf is een veilige werf.

Eerst maakte Vanheede een grondige studie van het terrein en van de verschillende afvalstromen. Op basis daarvan besloot het bedrijf afvalcontainers over drie afvaleilanden te verspreiden, zodat er ter plekke meteen gesorteerd kan worden. Bij elke container staat een bord waarop in drie talen en aan de hand van pictogrammen en foto’s de afvalgroep vermeld staat. Er zijn immers werknemers van verschillende nationaliteiten op de bouwplaats aan de slag. Om de werking van dit pop-upcontainerpark vlot te laten verlopen, stelt Vanheede een werknemer ter beschikking, die dagelijks ongeveer vier uur ter plekke is. Hij moet ervoor zorgen dat alles in goede banen loopt en eventuele problemen oplossen. “Het ging niet meteen zoals het hoorde. Het was voor iedereen aanpassen en het vraagt natuurlijk een inspanning van de (onder)aannemers. Maar we stellen vast dat het beter en beter verloopt. We laten het ook weten aan de aannemers als ze bepaalde zaken verkeerd sorteren”, verduidelijkt Kurt Meijhui. “Uiteindelijk heeft iedereen er baat bij. Een propere werf is een veilige werf.”

2. De kleine ecologische voetafdruk van Torfs

Het schoenenbedrijf Torfs is bewust bezig met schone industrie en gaat daar vrij ver in. Het heeft de ambitie om zijn ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden. Zo investeert het in duurzame energie onder meer door middel van zonnepanelen op het distributiecentrum in Temse. In de winkels maakt Torfs gebruik van een eigen energiemonitoringsysteem. Op het vlak van afval streeft het niet alleen naar een vermindering ervan, maar probeert het dat afval ook een tweede leven te geven. Als een van de winkels wordt verbouwd, stelt de firma het oude materiaal ter beschikking van de werknemers. Verlichting, meubilair, laminaat, enz. komen daardoor niet op de afvalberg terecht.

Meer dan 670.000 kg gebruikte kleding en schoenen kreeg bij ons al een nieuw leven.

“Aan onze klanten bieden we de mogelijkheid om hun schoenen en kleren een tweede leven te geven. In veel winkels hebben we een permanente inzamelbox staan. Wereldmissiehulp sorteert de inhoud, die zo veel mogelijk gerecycleerd wordt. Wereldmissiehulp draagt het label Solid’R, een label dat garandeert dat de ingezamelde kleding en schoenen goed terechtkomen. Op die manier kreeg meer dan 670.000 kg gebruikte kleding en schoenen een nieuw leven”, klinkt het. Het gaat soms ook om de ‘details’: de dozen van de webshop worden opgevuld met honderd procent gerecycleerd papier. En omdat de bijenpopulatie zwaar onder druk staat, liet Torfs op het hoofdkantoor kasten voor 80.000 bijen plaatsen…

Lees hier de andere artikels van dit dossier.