Klassiek: Niet gedacht aan glühwein (***)

De beiaard floreert in Vlaanderen.

Als je op de uitstekende site van Uit in Vlaanderen zoekt naar klassieke concerten in de zomermaanden, dan is de oogst bijzonder beperkt. Op één soort concerten na: de beiaardrecitals. De zomer is het moment bij uitstek om, op een warme avond, buiten te zitten en de klanken over je heen te laten gaan.

Nu is een beiaard allesbehalve frivool, maar is de muziek klassiek? Ik nam voor u de proef op de som en ging gisteravond naar het Ladeuzeplein in Leuven voor een concert van beiaardier Karel Keldermans. Een onvervalst Vlaamse naam, maar de man is Amerikaan, zoon van een emigrant die zelf ook beiaardier was. Karel leerde het vak op zijn dertiende. Het is weinig bekend, maar de VS heeft op één land na (Nederland, 182 stuks) het grootste aantal beiaarden ter wereld (166). Daarna volgt België met 85 stuks.

Zo’n honderd strandstoelen op het uitgestrekte Ladeuzeplein , drie schermen om de beiaardier in de toren bezig te zien, en een stalletje waar je wijn kon kopen. Dat was gezien de temperaturen wel beter glühwein geweest. Zelden zo’n verzameling dikke jassen, sjaals en plaids gezien in het midden van de zomer.

Op het programma géén Reuzegom en andere volksdeuntjes, noch Beatles of Abba. De variaties op ‘Skip to my Lou’ kwam ongeveer het dichtst bij het traditionele repertoire dat we ons bij de beiaard voorstellen. In plaats daarvan een pianoprelude van Rachmaninoff, pianovariaties van Schubert en nogal wat hedendaagse muziek van Amerikaanse componisten zoals John Knox, Hilton Rufty, John Courter en Ronald Barnes.

Hedendaags is een wat moeilijk begrip op de beiaard: een klok produceert zoveel harmonische tonen dat zowat alles dat geen klare melodie heeft al een beetje experimenteel klinkt. Het vergt bijvoorbeeld een beetje gewenning om modulaties meteen te herkennen. In elk geval weten de componisten blijkbaar wel goed bepaalde sferen op te roepen: titels als The Music box, Scottish Fantasy for carillon of Flamenco geven al aan waar het om gaat.

Een voor mij onverwachte vaststelling: op een beiaard kan je echt wel met volume spelen. Keldermans ging daarin zelfs bijzonder ver. En een tweede: ondanks de beperkte polyfonie (je hebt twee vuisten en twee voeten) kan een goede beiaardier een behoorlijk rijk palet hanteren, met inbegrip van snelle loopjes en trillers. En Keldermans is duidelijk een goede beiaardier. De schermen boden trouwens ook de kans om te zien hoe fysiek die job wel is.

Na Amsterdam (7 stuks) hebben Leuven en Rotterdam met elk 4 beiaarden het grootste aantal zingende torens ter wereld. Ik moet bekennen dat ik als Leuvenaar nooit echt naar de muziek heb geluisterd: het hoort bij het klankbehang van de stad, zeg maar. Maar de ervaring was wel een bespreking waard, vond uw verkleumde recensent achteraf.

Waaronder moet je het klasseren? Het is in elk geval iets minder cool dan een concert van Muse. Maar is het klassiek? In dat geval is dit het eerste recital in mijn carrière waar de gsm niet uit hoefde. En praten mocht ook al. Om dít hier te storen, moest je al een claxonerende Nederlandse autochauffeur zijn.

Peter Vandeweerdt

In augustus zijn er nog talloze beiaardconcerten te beleven. Meer info op de website van Uit in Vlaanderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content