Kelig Pinson, kooivechtster: ‘Ik ben een prinses met een bokshelm’

Kelig Pinson: 'In de kooi valt alle ballast weg, alle ruis rond je, alle oordelen van andere mensen ook.' © CARMEN DE VOS

Haar voornaam is Bretoens voor ‘strijder van God’. En wat een vechtlust spreidt Kelig Pinson tentoon: ze verdient haar brood als kooivechtster en als lerares in de gevangenis, ze laat zich niet kisten door seksuele intimidaties én ze is bijna van haar boulimie verlost. ‘Onze eigen geest is onze grootste vijand.’

Elke week vraagt Knack aan ondernemende Belgen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Toeval is overal, ook op het jaagpad langs het kanaal tussen Halle en Brussel. Terwijl een visser trots zijn vangst op de kade slingert, vertelt Kelig Pinson dat ze zich de voorbije jaren vaak een prooi heeft gevoeld. ‘Ik heb al dikwijls problemen gehad met mannen die autoriteit over mij wilden uitoefenen’, zegt ze.

Als kooivechtster is Pinson voor geen kleintje vervaard. Ze leeft voor het gevecht, zal ze tijdens onze wandeling meermaals zeggen, en op haar rechter bovenarm staat sinds kort de slagzin ‘ Tempête dans la tête’ getatoeëerd.

Toch heeft ze overduidelijk ook een speelse, meer fragiele kant. Haar gouden muiltjes en kleedje flikkeren in de zon en haar lach is die van een meisje op het strand.

Pinson, die de Franse én Belgische nationaliteit heeft, groeide op in Duinkerke en volgde kunstonderwijs in Doornik en Brussel, aan de gerenommeerde kunstschool La Cambre. Ze ging op haar negentiende boksen met een vriend en sindsdien is ze niet meer gestopt. Intussen draait ze al jaren mee in de mixed martial arts (MMA), waar technieken en regels van boksen, taekwondo, karate, kungfu en worstelen samenkomen.

Na anderhalf jaar coronapauze mag ze straks opnieuw de kooi in. Binnenkort geeft ze een Nederlandse partij. ‘Ik ben er helemaal klaar voor’, zegt ze. ‘Tijdens corona ben ik de hele tijd door blijven trainen, zes dagen per week, ik doe dit gewoon te graag om ermee te stoppen.’

‘Zodra ik in de kooi stap, voel ik vlinders in de buik’, hebt u ooit gezegd. Is het dagelijks leven te monotoon, te grijs voor u?

Kelig Pinson: (wijst op haar kleurrijke kleding en lacht) Nee, zoals je kunt zien. Helemaal niet zelfs. Ik hou gewoon van de adrenaline die bij zo’n kamp hoort, ook al ben ik de weken voordien altijd enorm zenuwachtig. Maar het gevecht met jezelf, met de tegenstander die minstens zo veel getraind heeft als jijzelf, met je eigen verleden ook, want je wilt eerder gemaakte fouten vermijden: daar hou ik ongelooflijk van. Het doet me telkens opnieuw trillen van opwinding.

Mijn dagelijks leven zou ik bovendien niet monotoon of saai noemen. Ik heb een echtgenoot die me voor tweehonderd procent steunt, ik heb fantastische ouders en vrienden, ik kan de sport beoefenen waar ik van hou én ik heb een geweldige job als sport- en tekenleraar in de gevangenissen van Sint-Gillis, Vorst en Dendermonde. Er is meer dan voldoende afwisseling. Maar het is wel zo dat in de kooi alle ballast wegvalt, alle ruis rond je, alle oordelen van andere mensen ook. Ik zou het een vrijhaven durven te noemen, ware het niet dat ik er al zo veel blessures heb opgelopen.

Een beest in de ring en een prinses erbuiten: is dat uw levensmotto?

Pinson: (lacht) Ik ben een prinses met een bokshelm op, inderdaad. In de ring maakt het me niet uit hoe ik eruitzie, maar in het gewone leven zie ik er graag wat minder beestachtig uit. Ik denk wel niet dat ik in het dagelijks leven zo veel klappen zou kunnen opvangen als in de ring. Tijdens een van mijn laatste gevechten voor corona ben ik knock-out gegaan, maar uiteindelijk ben ik toch weer opgestaan. Zo’n zware opdoffer heb ik buiten de ring nog niet hoeven te incasseren.

Knock-out gaan, hoe voelt dat?

Pinson: Verschrikkelijk. Van het ene moment op het andere gaat het licht uit. Alles wordt zwart, je beseft niet meer waar je bent, je vergeet waarom er iemand op je aan het inbeuken is. Dat duurt een paar seconden, waarin alles in slow motion lijkt te verlopen, en in het beste geval kun je daarna weer overeind krabbelen. Maar het ergste komt pas achteraf: de reacties van je omgeving, de hoofdpijn, want blijkbaar had ik een hersenschudding opgelopen, de enorme vermoeidheid ook, ik wilde de hele tijd slapen. Maar ik heb geen seconde getwijfeld om terug te knokken. ‘Zoek me zo snel mogelijk een nieuwe tegenstander’, zei ik tegen mijn manager. Maar toen werd alles afgelast door corona en moest ik me tevredenstellen met alleen maar trainingen. In het begin was het frustrerend, maar achteraf bekeken heeft de pauze me goed gedaan.

Tijdens een trip naar Parijs had mijn trainer een hotelkamer met slechts één bed erin geboekt. Aan zijn glimlach kon ik meteen zien wat zijn bedoeling was.

Wat is de grootste opdoffer die u buiten de ring al hebt moeten incasseren?

Pinson: (denkt na) Ik ben met Engelse boks gestopt nadat mijn toenmalige trainer me meerdere keren seksueel lastiggevallen had. Tijdens trainingen pakte hij me bij het corrigeren altijd wat lager vast dan de mannen in de club, bij mijn heupen in plaats van bij mijn schouders. En tijdens een trip naar Parijs had hij een hotelkamer met slechts één bed erin geboekt. Aan zijn glimlach kon ik meteen zien wat zijn bedoeling was. Ik ben de kamer uit gestormd en heb geëist dat we in aparte bedden zouden slapen. Later hoorde ik van een vriendin dat hij bij haar hetzelfde geprobeerd had en dat ze zich schuldig voelde omdat ze me niet op de hoogte gebracht had. En zo kan ik nog wel enkele voorbeelden geven, het ene al subtieler dan het andere.

In hoeverre draagt u die ervaringen vandaag nog mee?

Pinson: Ik heb er een zeker wantrouwen tegenover mannen aan overgehouden, en mijn zelfvertrouwen is er ook door aangetast. Het doet me nog altijd pijn. Ik werd niet gewaardeerd voor mijn sportieve kwaliteiten, ik werd gezien als een prooi, iets wat gemakkelijk te vangen was. Dat zal een litteken op mijn ziel blijven. Ik ben dan ook al dikwijls van club moeten veranderen door al die problemen, en daardoor kreeg ik op den duur een slechte naam. Maar ik heb er ook kracht uit geput: als ik op Facebook weer eens een dubieus bericht krijg, deel ik het meteen met al mijn volgers, met naam en toenaam. Ik wil niet langer zwijgen. Door erover te praten wil ik andere meisjes helpen. En anderzijds: ik heb het geluk gehad dat ik altijd een schitterende entourage gehad heb, die me telkens goed heeft opgevangen. Anders had ik grote stommiteiten kunnen begaan, vrees ik.

Waarom vinden we een vrouw die van vechtsport houdt nog altijd raar?

Pinson: Een vrouw moet zacht zijn, zorgzaam, moederlijk. Vooral niet te sterk of onafhankelijk, anders worden de mannen nerveus, alsof ze in de kern van hun ego geraakt worden. Het maatschappelijk beeld van vrouwen vertrekt ook nog altijd te vaak vanuit het standpunt van de man. Wat betekenen wij, vrouwen, in verhouding tot jullie, mannen? Dat is nog te dikwijls de teneur. Alles wat een beetje ingaat tegen die vastgeroeste verhoudingen brengt ons in de war. Zoals een vrouw die in een kooi vecht. Of een mannelijke verpleger, die moet zich ook de hele tijd verantwoorden. Is dat niet wat belachelijk, anno 2021?

U tekent ook. Naast de oefening van het lichaam hebt u ook behoefte aan de verfijning van de geest?

Pinson: Helemaal. Al zijn de twee heel goed met elkaar te vergelijken. Zowel tijdens het sporten als tijdens het tekenen herhaal ik voortdurend dezelfde bewegingen, honderden keren aan een stuk, tot ik er volledig in verdwijn. Op het autistische af, ja.

Mijn moeder is kunstenares, zij heeft mijn zus en mij altijd gestimuleerd om te tekenen en te schilderen. Mijn zus is er snel mee gestopt, maar ik heb er altijd van gedroomd om zelf ook artiest te worden. Ik was al van vrij jong aan het sporten – basketbal, judo, rugby, aikido, golf: ik heb echt alles geprobeerd – maar ik belandde keer op keer in het ziekenhuis. Breuken, scheurtjes, ontwrichte vingers, het hield niet op.

In de ring en aan de tekentafel komt u tot rust, hebt u eerder al gezegd. Bent u van nature dan zo onrustig?

Pinson: O ja. Mijn vader, die zijn hele leven in de haven van Duinkerke gewerkt heeft, is hyperactief. En mijn moeder eigenlijk ook. Ik heb het dus van geen vreemden. Mijn man wordt soms echt gek van mij: we kunnen samen geen film bekijken, ik sta na vijf minuten op en begin dan ongeduldig heen en weer te lopen. Stilzitten is niets voor mij. Behalve met mijn honden op mijn schoot, dan word ik helemaal zen. (wijst op haar buik) Het is visceraal: als ik niet beweeg, word ik depressief. Een paar jaar geleden mocht ik na een knieoperatie zes maanden niet sporten en al na een maand zat ik de hele dag te huilen thuis, halfnaakt zappend op de sofa, terwijl ik als een zombie voor de zoveelste keer alle zenders afging. Maar zodra ik mocht beginnen te wandelen, werd ik opnieuw rustig.

Vanuit intellectuele hoek wordt vaak met minachting over sport gesproken, al zeker over een spectaculaire vechtsport als mixed martial arts. Waarom schatten we de geest hoger in dan het lichaam?

Pinson: Het hangt er maar van af waar in de wereld je je bevindt, denk ik. In het Oosten bijvoorbeeld is die samenhang tussen lichaam en geest veel meer in de cultuur ingebakken. Daar is sport een essentieel onderdeel van de opvoeding en het onderwijs, van de maatschappij zelfs. Hier wordt er inderdaad nog vaak op neergekeken. Op La Cambre spraken mijn leraren op fluistertoon tegen me, alsof ik een imbeciel was, louter en alleen omdat ik aan sport deed. Ik voelde me niet gelegitimeerd, alsof ik niet ten volle mezelf mocht zijn. Er zijn toch voldoende voorbeelden te vinden van mensen die lichaam én geest perfect weten te combineren? Muhammad Ali was niet zo dom, toch? Of kijk naar beeldhouwer Matthew Barney, de ex-man van Björk, die in zijn jonge jaren uitblonk in American football en worstelen. Gelukkig is de mentaliteit in de gevangenissen compleet tegenovergesteld. Daar maakt het niet uit wat je hobby’s zijn of hoe je denkt. Zolang je maar plezier beleeft aan wat je doet.

Op de kunstschool La Cambre spraken mijn leraren op fluistertoon tegen me, alsof ik een imbeciel was, louter en alleen omdat ik aan sport deed.

Vorig jaar nam u deel aan het Franse televisieprogramma Retour à l’instinct primaire, waarin u samen met een u onbekende man drie weken op een eiland in Zuid-Afrika moest zien te overleven. Sindsdien eet u vegetarisch. Waarom?

Pinson: Op een bepaald moment wilde mijn metgezel een schildpad doden, omdat we zonder eten zaten. Ik was getraumatiseerd door het idee alleen al. Een levensgevaarlijke slang doden en opeten, tot daaraan toe. Maar wat had die brave schildpad ons misdaan? Ik kon het niet over mijn hart krijgen en ben mijn hele voedingspatroon ter discussie gaan stellen. Als ik zelf geen dier kon doden, waarom zou ik er dan wel nog eten? Ondertussen eet ik zo goed als veganistisch, alleen kaas en de eieren van mijn schoonmoeders kippen vind ik nog moeilijk om te laten. Maar ik wil niet meer bijdragen aan het systeem van industriële massamoord dat achter onze voeding schuilgaat. Al die duizenden koeien, kippen en varkens die elke dag geslacht worden, alleen maar omdat wij het lekker vinden? Nee, dank je. Ik heb er een afkeer van gekregen.

Welke invloed heeft dat nieuwe dieet op uw lichaam en uw geest?

Pinson: Ik ben vermagerd en voel me fitter, ik kan meer trainingsarbeid aan en ik ben minder snel vermoeid. Ook omdat ik ongeveer in dezelfde periode minder suiker ben gaan eten. In mijn familie komen veel kankers voor, daar denk ik tegenwoordig vaak over na. Welke kanker zal ik krijgen? En wanneer? Ik wil zo lang mogelijk leven en daarom wil ik mezelf zo goed mogelijk verzorgen. Ik eet veel kurkuma en pepers, en alcohol drink ik bijna nooit. Tenzij vlak na een kamp, dan is het traditie om een Irish Coffee te drinken. (zwijgt even) Wat ook meespeelt, is dat ik al jaren met eetproblemen kamp. Als kind kreeg ik dikwijls te horen dat ik mollig was. Iedereen in mijn familie was slank en ik had iets rondere vormen, laten we zeggen. Door die commentaren ontwikkelde ik een laag zelfbeeld en een paar jaar geleden is dat compleet ontspoord. Ik had mezelf maanden aan een stuk uitgehongerd om topfit te zijn voor een wedstrijd, maar op het laatste nippertje werd de kamp afgelast. Van pure frustratie ben ik beginnen te eten tot ik moest kotsen. Dat was de doos van Pandora die openging. Sindsdien heb ik nog regelmatig boulimieaanvallen gehad.

Hoe staat u er nu voor?

Pinson: Ik heb aanvaard dat ik ziek ben en dat ik me moet laten helpen. Dat proces is nu volop aan de gang. Mijn gewicht is vrij stabiel en ik voel me goed, al besef ik dat ik nog niet genezen ben. Maar toen ik te weten kwam dat je slokdarm tijdens het kotsen kan scheuren, is er in mijn hoofd iets geklikt. Ik wil niet ergens in een toilet dood gevonden worden, met mijn hoofd boven de pot en kots aan mijn mond. Daarvoor leef ik te graag. ’s Ochtends sta ik nu af en toe voor de spiegel tegen mezelf te roepen: ‘Je bent wél mooi! Je bent niet dik! Je gaat het nog ver schoppen in het leven!’ (lacht)

Zoals Arnold Schwarzenegger ooit zei: ‘ The mind is the limit’?

Pinson: Arnold heeft altijd gelijk. (lacht) Onze eigen geest is onze grootste vijand, dat geloof ik ook. Daar draait het in martial arts eigenlijk om: je grenzen verleggen, je eigen angsten en twijfels overwinnen. Maar natuurlijk kan dat alleen met een relatief gezond lichaam. Wie ziek is, heeft weinig aan zo’n uitspraak. Hoewel, ik moet nu denken aan Donovan Desmae, de Brusselaar die ondanks zijn mucoviscidose nog altijd op het hoogste niveau aan worstelen doet.

Tot slot: wat is voor u de zin van het leven?

Pinson: (denkt lang na) De planeet properder achterlaten dan ze was toen je geboren werd? En de positieve zaken die je te beurt vallen zo veel mogelijk delen met andere mensen, in het bijzonder met hen die minder gekregen hebben dan jijzelf? (blaast) Wat een moeilijke vraag. Geef me dan maar Arnold Schwarzenegger.

Kelig Pinson

– 35 jaar

– Groeide op in Duinkerke, in Noord-Frankrijk

– Ging op haar 13e kunstonderwijs volgen in Doornik, daarna aan La Cambre in Brussel

– Woont in Halle met haar echtgenoot

– Is actief als illustratrice en als kooivechtster in de mixed martial arts (MMA), een mengvorm van gevechtssporten en -kunsten zoals boksen, taekwondo, karate, kungfu en worstelen

– Werkt ook halftijds in de gevangenissen van Brussel en Dendermonde, waar ze sport- en tekenles geeft

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content