Hans Bonte (SP.A)

Kanonnenvlees uit Vilvoorde

Hans Bonte (SP.A) Burgemeester van Vilvoorde en Kamerlid

Het is onze verdomde plicht om ervoor te zorgen dat jonge, gezonde, talentvolle mensen hier betekenis aan hun leven kunnen geven. In Syrië zullen ze hun Book of Happiness niet schrijven, in Vilvoorde hopelijk wel, schrijft de Vilvoordse burgemeester Hans Bonte (SP.A).

“Ik zou mijn rechterarm geven voor een teken van leven van mijn zoon. ” Het kwam eruit zonder het minste spoor van overdrijving, alleen wanhoop bij de 64-jarige Vilvoordenaar die in mijn kantoor stond. Ja, zijn oudste zoon was de moeilijkste van de familie. Een lange reeks criminele feiten tot het echte werk begon: inbraken, een gewapende overval, geweld tegen politieagenten. Maar sinds hij afgekickt was in een gespecialiseerde instelling – en de vader de hele spaarpot van de familie erdoor had gejaagd – was de zoon een voorbeeldige moslim.

En dan verdwijnt hij plots, richting Syrië. Voor zijn vertrek probeerde hij met alle mogelijke middelen andere jongeren te overtuigen om mee naar het front te trekken. Zelfs zijn eigen jongere broers zette hij onder druk om Vilvoorde te ruilen voor Aleppo, of een andere Syrische brandhaard. Vader snakt naar een teken van leven, naar een kans om zijn lievelingszoon te overtuigen om huiswaarts te keren. Moeder houdt zichzelf verbeten voor dat haar oudste ongedeerd is, en kampeert ondertussen ’s nachts onderaan de trap om te vermijden dat de rest van haar kroost grote broer achterna reist.

Dat is de grote constante doorheen al die schrijnende verhalen: gebroken gezinnen, gebroken dromen. Want of de ouders nu hier geboren zijn of niet, of ze nu zelf moslim zijn of niet, ze delen hetzelfde verlies. Ze hoopten hun kinderen te zien afstuderen, werken, een gezin stichten. In geen van die dromen fungeerden de kinderen als kanonnenvlees in een oorlog.

Toen ik in 1985 als buurt- en jeugdwerker in Sint-Jans-Molenbeek werkte zag ik ze helaas ook al, de maatschappelijke ellende die voortvloeit uit mislukte schoolcarrières, botsingen met de politie, uitzichtloze jeugdwerkloosheid. En ook toen bleven jongeren zonder werk niet werkloos toekijken. Voor de buurtwerkers was het constant trekken en sleuren om de jongeren op het rechte pad te houden. Soms met succes, soms zonder.

Nieuw is dat de buurt- en jeugdwerkers van vandaag concurrentie hebben gekregen van gehaaide en internationaal vertakte commerçanten die kwetsbare jongeren overtuigen om in naam van hun geloof te gaan sterven in het Midden-Oosten. Ze combineren de beproefde brainwashtechnieken die sekten gebruikten om jonge, zoekende mensen weg te kapen bij hun families met hypermoderne communicatiemethodes. Als het front dan ook nog eens amper een halve dag van hier ligt – een paar uur op het vliegtuig en een paar uur in de auto en je bent er – zijn ongelukken snel gebeurd. Zeker als jongeren van 15 ongestoord op het vliegtuig kunnen stappen.

Aan ons als maatschappij om kwetsbare jongeren tegen zichzelf te beschermen. Om te verhinderen dat ronselaars die er zelf niet aan dénken om hun leven op het spel te zetten er wel in slagen om opschoten pubers de dood in jagen. Maatregelen om risicojongeren tegen te houden op weg naar Syrië zijn helaas broodnodig, samen met een keiharde aanpak van de ronselaars die de jongeren rekruteren. De acties van het gerecht deze week kwamen geen dag te vroeg, we waarschuwden vanuit Vilvoorde al een paar maanden voor jongeren die hun hele hebben en houden achterlaten en halsoverkop naar Syrië trekken.

Maar tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat die jongeren niet worden aangetrokken door Syrië. Dat ze geen enkele reden hebben om Vilvoorde, Vlaanderen, België achter te laten. Eén ding is niet veranderd tussen 1985 in Molenbeek en 2013 in Vilvoorde: een job was en is en blijft de sleutel om vooruit te gaan in het leven. Om de rekeningen te betalen, maar ook om een gevoel van eigenwaarde op te bouwen en om deel uit te maken van de samenleving. Om mee te tellen.

De jeugdwerkloosheid neemt vandaag overal toe, wie dan ook nog eens laaggeschoold is en een ander kleurtje heeft, wordt dubbel hard getroffen. Jongeren die ooit een stommiteit begingen en een strafblad met zich meeslepen, kunnen het helemaal schudden. Eén veroordeling lijkt tegelijk een levenslange veroordeling tot de werkloosheid. Als we Vilvoorde voor die jongeren aantrekkelijker willen maken dan Damascus, moéten we hen een tweede kans geven.

Ik las in de krant de treffende openingszinnen van het ‘World Book of Happiness’: “Het leven krijgt pas zin door de beperking in de tijd. Dat de dood uiteindelijk betekenis aan het leven geeft, is een paradox die tegelijk lastig en onoverkomelijk is.” Een mooi neergepende variante van wat ik twijfelende jongens in Vilvoorde hoor zeggen: ‘Liever sterven in een heilige oorlog dan leven als een nietsnut’.

Het is onze verdomde plicht om ervoor te zorgen dat jonge, gezonde, talentvolle mensen hier betekenis aan hun leven kunnen geven. In Syrië zullen ze hun Book of Happiness niet schrijven, in Vilvoorde hopelijk wel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content