Guido Lauwaert
Joseph Roth opnieuw in Oostende
Mijn hart begon sneller te slaan toen ik een mail ontving met het nieuws dat Joseph Roth op 1 juni in Oostende herdacht wordt.
Aan Benno Barnard heb ik veel te danken. Door de jaren heen las hij mijn artikels en wees op taalschuivers en kromme zinnen. Niet als een onderwijzer, maar als een zachte adviseur, rekening houdend met het Vlaamse idioom. Hij heeft maar twee gelijken op dat gebied: de hoofdredacteur van deze blog en bladenmaker Karel Anthierens.
Ook op een ander vlak was Benno zeer attent. Toen ik met zware hartproblemen in het UZGent lag, stuurde hij me voor mijn verjaardag Radetzkymars van Joseph Roth [1894-1939]. Ik heb het in één ruk gelezen. Halverwege stuurde ik mijn partner [v] naar boekhandel Walry om een andere roman van Roth. En een andere, en een andere. Bij Atlas Contact zijn er tien werken van Joseph Roth verschenen. Negen heb ik er van gelezen. Het tiende was niet te vinden [verdammt!]. Geschiedenisboeken zijn bijzonder leerzaam, maar historische romans hebben een extra laag. Hoe Roth er in slaagt de personages met hun typische gevoelens binnen tijd en ruimte weet te vatten… fascinerend. Als schrijver zelf houdt hij afstand, maar de lezer voelt een sardonische wraak en vaak guitig leedvermaak. Als romancier staat hij naast Céline, Faulkner, D.H. Lawrence en Boelgakov, al verschillen ze uiteraard in schriftuur. Het maakt hen gelijken onder vreemden.
Mijn hart begon dan ook sneller te slaan toen ik een mail ontving met het nieuws dat Joseph Roth op 1 juni in Oostende herdacht wordt. 75 geleden, op 27 mei, overleed hij. Joseph Roth is door zijn vriend en financier in de badstad beland. Mark Schaevers heeft er een prachtboek over geschreven, OOSTENDE, de zomer van 1936. Een fragment: ‘Eind juni deelt Zweig Roth de laatste schikkingen voor hun Belgisch rendez-vous mee. Begin juli zal hij in Oostende zijn en hij is van plan er een maand hard te werken. […] ‘We zouden ’s avonds onze teksten kunnen voorlezen en becommentariëren, zoals in de goede oude tijd. U moet niet baden, ik doe het ook niet – Oostende is geen badplaats maar een STAD, mooier en “caféhäuslicher” dan Brussel.’
Het cafégevoel is belangrijk voor Roth. Hij was een hotelmens die zich liefst van al ophield in de lobby, zelfs al logeerde hij er niet. Onlangs is een boek[je] verschenen bij Uitgeverij Bas Lubberhuizen van de Oostenrijker, Hotelmens – Reportages en brieven. ‘Huizen zijn om in te sterven,’ vond hij. Roth sloot vriendschap met portiers, receptionisten, kamermeisjes en koks. Hij was een uiterst scherp observator die de pretentie van de valse rijken, de schwung van de oplichters, de eenzaamheid van de oude weduwen met hun hondjes die hen, tong uit de muil, voorttrokken. Hotels en cafés maken dus wezenlijk deel uit van het leven van Joseph Roth. Een fragment uit een column die hij schreef voor de Frankfurter Zeitung van 27 januari 1929, met als titel, De oude kelner: ‘Om één uur ’s nachts neemt de oude kelner de lift – die voor de gasten – en laat zich naar de bovenste verdieping brengen. Daar bewoont hij een kamertje, het erekamertje. Hij heeft nooit een vrouw gehad, geen kinderen, geen broers of zusters. Altijd was hij alleen, een kelner in dit hotel, een kind van dit hotel. Niet meer dan een kelner. Al tien jaar woont hij in dit kamertje. Hij wilde niet met pensioen gaan. Hij kon ’s nachts niet meer de straat op om naar huis te gaan. Dus bleef hij in het hotel, zoals een oude wandklok. Op een dag zal hij in zijn erekamertje sterven. Dat staat buiten kijf. Zijn lijk zal door de achteruitgang van het hotel naar buiten worden gedragen en overgeladen in een zwarte auto, die geen raampjes zal hebben. Door de hoofdingang van een hotel kan immers onmogelijk een lijk naar buiten worden gedragen.’
Op zondag 1 juni zullen Vlaamse en Nederlandse schrijvers en acteurs een hommage brengen aan Joseph Roth. Onder meer Geert Mak, Arnon Grunberg, Stefan Hertmans, Tom Lanoye, Elsie de Brauw, Anna Drijver Pierre Bokma en Gene Bervoets. Maar ook Johan Simons is van de partij. Hij regisseert met Vlucht zonder einde. Hommage aan Joseph Roth een keuze uit Roth teksten en vertelt daarmee het verhaal van diens laatste levensjaren. Simons is goed geplaatst. Hij is niet alleen een groot bewonderaar van Joseph Roth, maar ensceneerde enkele jaren geleden diens roman Hotel Savoy [1924] tot een indrukwekkende voorstelling in zijn thuisbasis Münchner Kammerspiele, en uw hopelijk geachte boodschapper plukt dit niet zomaar van de website. Hij was op missie voor Knack en spreekt dus uit eigen ervaring. Net als in Rebellie, in hetzelfde jaar geboren, behandelt Hotel Savoy in maatschappijkritische zin thema’s na WO I met zijn probleem van thuiskomst en de waardevermindering van de invalide mens. Simons wordt voor zijn regie bijgestaan door Els Snick [tekstkeuze] en Koen Tachelet [dramaturgie].
De hommage is een samenwerking tussen uitgeverijen Atlas Contact en Bas Lubberhuizen, het Joseph Roth Gezelschap, de Stadsschouwburg Amsterdam, vzw Kunstvaarders en is tot stand gekomen m.m.v. het Goethe-Institut Brussel en Amsterdam. Het Vlaamse Fonds voor de Letteren weigerde voor dit initiatief een bescheiden subsidie, onder het mom dat het over een niet Nederlandstalige auteur gaat. En zo is er altijd wat een reden te vinden om Europa klein te houden. Ook op literair gebied.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier