Minstens 142 mensen zijn omgekomen bij drie zelfmoordaanslagen in twee moskeeën in de Jemenitische hoofdstad Sanaa.
Drie zelfmoordaanvallen met explosieven tegen sjiitische moskeeën in Jemen hebben vrijdag minstens 142 doden en 351 gewonden geëist. Dat heeft een functionaris van het Jemenitische ministerie van Gezondheid meegedeeld. De aanslagen, twee in de hoofdstad Sanaa en één in het noordelijke Saada, zijn inmiddels in een tekst op het internet opgeëist door de soennitische terreurgroep Islamitische Staat (IS).
Sanaa is momenteel in handen van de sjiitische Houthi-milities. De aanslagen vonden plaats tijdens het traditionele vrijdaggebed. Het gaat om de dodelijkste aanslagen in Sanaa sinds 7 januari, toen de explosie van een autobom voor de politie-academie in de hoofdstad 37 mensen het leven kostte.
Eén bom ontplofte in de Badr-moskee in het zuiden van de hoofdstad Sanaa, meteen gevolgd door een tweede. De derde bomaanslag vond plaats in de al-Hashahush-Moskee. De gelovigen woonden het middaggebed bij in beide moskeeën.
Presidentiële machtsstrijd
Volgens getuigen waren de daders in de Badr-moskee met twee. De ene kwam het gebouw binnen en liet zijn springtuig ontploffen tussen tientallen gelovigen. De overlevers die wilden vluchten door de hoofdingang botsten op een tweede dader. Volgens de Arabische nieuwszender Al Jazeera werd ook al-Murtada bin Zayd al-Mahatwari gedood, een vooraanstaand Houthi-geestelijke.
Gisteren vonden ook bomaanslagen plaatsen in Aden, een stad in Zuid-Jemen tussen strijdkrachten van president Abdrabbuh Mansour Hadi en die van zijn voorganger Ali Abdullah Saleh. Oorlogsvliegtuigen vielen daarna het presidentieel paleis aan, waar Hadi sinds een maand verblijft. Saleh werd in 2011 na massaprotesten gedwongen om de macht over te dragen aan Hadi, maar nam daar geen genoegen mee. In Saleh vinden de Houthi’s een bondgenoot, hoewel ze door hem bestreden werden toen hij nog president was.
(NC)
