Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Is het grondwettelijk hof wel zo hoffelijk?’

Jean-Marie Dedecker hekelt het Grondwettelijk Hof als asielcentrum voor uitgerangeerde politici. ‘Een jarenlange trouwe partijvazaliteit en een parlement als knikkende stemmachine volstaat om iemand levenslang in de gerechtelijke politieke poppenkast te benoemen.’

Het is weer stoeltjesdans in de Wetstraat. Het gaat niet alleen om de wedloop op minsterpostjes bij de nieuwe regeringsvormingen, maar zelfs ons eerbiedwaardig Grondwettelijk Hof ontsnapt niet aan deze carrousel.

In een normale democratie worden wetten gemaakt in het parlement en vervolgens zien rechters erop toe dat ze correct worden toegepast, in alle onafhankelijkheid. Dat is het principe van de scheiding der machten, zoals het in de 18de eeuw uitgedokterd werd door Verlichtingsdenker Montesquieu, met een wetgevende, een uitvoerende en een rechterlijke macht. Lange tijd was daarom de gedachte aan een gerechtshof dat wetten kon vernietigen volkomen uit den boze. In ons Koninkrijkje duurde die periode van zuivere theoretische scheiding der machten liefst meer dan 150 jaar. Pas in 1989 besloot men om in ons land een volwaardig Grondwettelijk Hof op te richten (in opvolging van het Arbitragehof), dat het parlement op de vingers kon tikken indien het een wet stemde die zou indruisen tegen de Grondwet.

Is het grondwettelijk hof wel zo hoffelijk?

Net omdat zo’n instituut per definitie op gespannen voet leeft met de scheiding der machten, besloot men bij de oprichting dat de staat zo’n grote macht onmogelijk aan rechters alleen mocht overlaten. Er werd beslist om de helft van de rechterfuncties niet in te vullen met topjuristen maar met politici, maar deze bleken al snel van een afgedankte soort te zijn.

Buffer

Die ex-Kamerleden zouden de politieke gevoeligheden moeten vertalen in de rechtspraak, maar in de praktijk werd het Hof er alleen maar politiek activistischer op. De veelal gesyndiceerde rechters van rode, oranje en groene signatuur gaven het Hof een nadrukkelijke poco- en sociaaldemocratische stempel die nu zelfs niet meer aansluit bij de Vlaamse grondstroom. Door die samenstelling vormde het Grondwettelijk Hof al snel een extra politieke buffer voor de progressieve partijen, een soort twaalfde man die kon ingrijpen indien er per uitzondering een andere meerderheid zou ontstaan.

Alsof dat net de bedoeling was, gingen onze parlementsleden dan nog eens extra wapens verschaffen aan dat Grondwettelijk Hof. Een greep uit de grabbelton. Onder impuls van de PS en de SP.A, met VUB-professor en senator Maxime Stroobant als gangmaker, nam de Kamer in 1994 een extra artikel in de Grondwet op die de soevereiniteit van de wetgever in sociale zekerheidskwesties helemaal uitholde. Het doel daarvan was de verwezenlijkingen van de sociale strijd grondwettelijk te verankeren. Met artikel 23 werd het de facto onmogelijk gemaakt om bij wet de sociale rechten van de burger in vraag te stellen en excessen te corrigeren. Volgens de rechtspraak die het Grondwettelijk Hof hiermee ontwikkelde, het zogenaamde sociale ‘standstill-principe’, mag de wetgever enkel nog sleutelen aan de sociale zekerheid indien dat redelijk is en een noodzakelijk maatschappelijk doel dient.

Theoretisch een nobel doel op zich, maar met dergelijke vage termen weten activistische rechters altijd wel weg te komen in hun eigen marsrichting. Het vormt voor hen een soort carte blanche om elke wettelijke poging tot verstrenging van ons laks uitkeringsstelsel te gaan torpederen. ‘Want waartoe dient macht als je ze niet wenst te misbruiken’, zoals André Cools ooit zei.

En zo geschiedde het bij herhaling. Om bijvoorbeeld iets te doen aan de schrijnende armoede bij sommige ouderen, voerde de regering een soort leefloon voor gepensioneerden in, het ‘Gewaarborgd inkomen voor ouderen’. In al haar progressiviteit besloot men in het parlement dit stelsel open te zetten voor iedereen. Al snel vlogen in België oudjes binnen die zich hier inschreven om zo’n IGO op te strijken, waarna ze even snel terug op het vliegtuig naar de zon zaten. Om paal en perk te stellen aan die praktijk besliste de Zweedse regering in 2017 om een verblijfsvoorwaarde van 10 jaar in België in te lassen vooraleer zo’n uitkering kon worden aangevraagd. De wet werd netjes democratisch gestemd en was daarenboven broodnodig. Maar dat was buiten de sinistere mechanismen van onze gouvernement des juges gerekend, onze schoonmoeders in rode toga’s en witte hermelijn. Een extreem-linkse Waalse NGO, de ‘Ligue des Droits de l’Homme’, tekende beroep aan, waarop sympathiserende rechters in het Grondwettelijk Hof de verblijfsvoorwaarde in de wet vernietigden wegens ‘onredelijk’.

‘Asielcentrum voor uitgerangeerde politici’

Onze democratie ligt vandaag te hijgen in de touwen, geketend en versmacht door de traditionele partijen die zichzelf telkens opnieuw in het pluche en de toga’s hijsen, in weerwil van de verkiezingsresultaten. Het gat in onze begroting is groter dan dat in de ozonlaag. De burger maakt een Bras d’Honneur bij elke stembusgang. Hij wordt gevraagd verbindend en spaarzaam te zijn, terwijl hij met afgrijzen ziet hoe onze welvaartstaat uitgehold wordt door mensen die er niet hebben toe bijgedragen. Politici die aan die hold-up van ons belastinggeld iets proberen te doen, stoten op een onwerkbaar keurslijf van onaangepaste grondwettelijke normen en hyperlakse immigratie-bevorderende Europese wetgeving. Deze worden afgedwongen door een Grondwettelijk Hof, waarin de belastingbetalende hardwerkende Vlaming amper tot niet vertegenwoordigd is, zelfs niet in evenredigheid van de hen vertegenwoordigende politieke partijen.

Het Hof is eerder een asielcentrum voor uitgerangeerde politici dan een eerbiedwaardig rechtscollege. Open VLD’er Fientje Moerman, alias Rebecca Vandenbroucke, werd als minister de laan uitgestuurd wegens gesjoemel en belangenvermenging, maar kreeg er in 2017 van haar partij, een levenslang uitloopbaantje. Nu is er een nieuwe benoemingscarrousel voor de trouwe apparatsjiks. Thierry Giet van de PS mocht onlangs al een toga aantrekken. Di Rupo’s vertrouwelinge, Yasmine Kherbache van de SP.A heeft begrepen dat ze in Antwerpen uitgerangeerd is door haar partijgenote Jinnih Beels, en krijgt straks ter compensatie ook een hermelijnen kraagje. Zakia Khattabi, die zo links-politiek correct is dat ze zelfs de hand van Bart De Wever niet wil schudden, mag van Ecolo de laatste vacature invullen. Neutraliteit gegarandeerd.

In landen als Zweden en Denemarken bestaat er geen Grondwettelijk Hof, enkel een constitutional review, en in Amerika worden rechters voor de Supreme Court onderworpen aan een kruisverhoor in de Senaat en het Congres. Hier volstaat een jarenlange trouwe partijvazaliteit als toegangsexamen, en een parlement als knikkende stemmachine om iemand levenslang in die gerechtelijke politieke poppenkast te benoemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content