Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Is er nog plaats voor de democratie in de particratie?’

‘Ik heb een déjà-vu-gevoel’, zo schrijft Jean-Marie Dedecker in zijn wekelijkse column over de zaak-Vuye-Wouters. ‘In de particratie zijn meningsverschillen het voorrecht van de partijbonzen.’

De afgelopen paar weken waren er wat bijltjesdagen in de politieke catacomben. Menig hoofd werd op het kapblok gelegd. De Limburgse socialist Ahmet Koç leidde een Turkse stammentwist in opdracht van zijn geestelijke leider, dictator Tayyip Erdogan, en mocht zijn SP.A lidkaart inleveren. Herman Sanctorum werd ritueel geslacht. Open VLD’er Luc van Biesen werd kaltgestellt en het N-VA duo Veerle Wouters en Hendrik Vuye mochten hun biezen pakken.

Van Biesen mompelde in het halfrond dat SP.A-er Meryame Kitir terug naar Marokko mocht verkassen en ze manoeuvreerde hem listig op het racistisch schavot. Kitir had het van horen zeggen, maar wie ooit op de parlementaire preekstoel heeft gestaan, is vertrouwd met die monkelende blauwe stoorzender, meer provocatie uit frustratie dan inhoud. Van Biesen, die zijn politieke loopbaan meer te danken heeft aan opvolgersplaatsen op de kieslijsten dan aan voorkeurstemmen, kroop plat op zijn buik door het stof uit politiek lijfsbehoud en verontschuldigde zich voor wat hij beweerde “niet” gezegd te hebben. Van dergelijk plat opportunisme lusten de honden nog geen homp brood, laat staan bitterballen. Lui die de hielen likken en met de laarzen klikken om hun zitje te vrijwaren zouden zelfs per definitie het volk niet meer mogen vertegenwoordigen.

Is er nog plaats voor de democratie in de particratie?

De paleisrevolutie bij de N-VA is van een hoger Shakespeareaans gehalte. Vuye en Wouters beseften niet dat in de particratie meningsverschillen het voorrecht zijn van de partijbonzen. Ideologische meningsverschillen worden enkel geduld bij voorgekauwde voorzittersverkiezingen. Waar de olifanten vechten wordt het gras vertrappeld en de muizen vermorzeld. Bij de debatten over het migrantenstemrecht rolden Guy Verhofstadt en Karel De Gucht vechtend over de Wetstraat maar werd Hugo Coveliers geslachtofferd. En later ook ondergetekende toen hun blauwe ideologie uit machtsbehoud bloedrood kleurde. Het lot van de rechtlijnigen, ook al worden diegenen die het partijprogramma verdedigen ironisch genoeg dissidenten genoemd. Daarna volgt nog de karaktermoord. De machtigen hebben geen trouw en de getrouwen geen macht. Ik heb een déjà-vu-gevoel.

Vuye en Wouters beseften niet dat in de particratie meningsverschillen het voorrecht zijn van de partijbonzen.

Ploegspel wordt al te vaak verward met groepsdenken. Een fenomeen waarbij een groepje – op zich zeer bekwame mensen- zichzelf verkeerde dingen aan praten. Daarenboven wordt samenhorigheid in een politieke partij onderworpen aan slaafse volgzaamheid en kritiek op de voorzitter wordt majesteitsschennis. Wie dan moe getergd en uit onmacht de omerta doorbreekt wordt als verrader gebrandmerkt. Pers en publiek smullen mee van elk relletje. Elk sneetje wordt uitvergroot tot een bloedende wonde en de politieke tegenstanders staan klaar voor het spuwen van rabiate onzin. Elk interview creëert een zichzelf voedende dynamiek en uiteindelijk moet er een zoenoffer gebracht worden. Het gezag van de Grote Leider en de onfeilbaarheid van de partij moeten in ere hersteld worden. Als je met de fanfare op kop door het bos loopt vluchten de konijnen, en daar zijn partijen beducht voor als angsthazen.

Bart De Wever werd geslagen door de hand die hij zelf gevoed heeft. De communautaire uitstapregeling Objectief-V die hij meesterlijk uitgedokterd had om de minzame Hendrik Vuye en zijn partij zonder gezichtsverlies van het fractievoorzitterschap te verlossen, kwam als een boemerang in zijn gezicht terug. Wat toen nog als back tot he roots bejubeld werd, werd nu uitvergroot tot een ideologische capitulatie, omdat hij liet uitschijnen dat het voortzetten van het socio-economisch programma van deze regering na 2019 primeert op een nieuwe staatshervorming. Elk communautair woord ligt immers op een bananenschil.

Catch 22

De Wever zit gevangen in een catch 22. Het chronisch geldgebrek van de Waalse regeringen en het onvermogen om binnen de Belgische federale structuur samen te werken zijn altijd de drijvende krachten geweest achter de opeenvolgende staatshervormingen. De discussie over de transfers van Vlaanderen naar Wallonië zitten nu echter in het diepvriesvak, waardoor men onder de taalgrens “demandeur de rien” is. De vrees van de hardliners dat dit ook na de verkiezingen van 2019 zo zal blijven is realistisch, want uitroken is een bewuste PS-strategie.

Daar bovenop levert hij een paar ministers in de federale regering die door hun goed bestuur steunpilaren geworden zijn voor het functioneren van de Belgische staat. Een moeilijk te communiceren spagaat. Er is echter geen enkele reden om aan te nemen dat Jan Jambon of Theo Francken minder Vlaams-nationalistisch geworden zijn dan Hendrik Vuye, maar ze zijn gebonden door de enkelband van hun ministerschap. Maar als Peter De Roover – met een ego groter dan de Ijzertoren – de diehards van de Vlaamse Volksbeweging – schoffeert, waarvan hij zelf nog voorzitter was, klinkt dat terecht als volksverraad en voedt hij weerom het kaakslagflamingantisme. De vroegere brandstichters van het communautaire vuur waken nu angstvallig als pompiers over elk communautair steekvlammetje.

Zet twee flaminganten samen en je hebt drie meningen, vier ruzies en vijf partijen.

Objectief V had nooit mogen bestaan als zoethouder en als bezigheidstherapie voor twee bekwame balorige mandatarissen, het moest de corebusiness zijn van de eigen studiedienst. De Achilleshiel van de Vlaamse Beweging is altijd de onderlinge verdeeldheid geweest, van het Egmontpact tot het uiteenvallen van de Volksunie. Zet twee flaminganten samen en je hebt drie meningen, vier ruzies en vijf partijen. De angst voor een nieuwe scheur binnen de N-VA zit er nu zo historisch diep in verankerd dat het bewaakt wordt met een stalinistische verstikkende partijdiscipline. De defenestratie van Vuye en Wouters is een nutteloze verkrampte reactie ten gevolge van die verlatingsangst. Verdoofd door het applaus van mensen die toch niet voor hen stemmen, maar zonder partij, zonder partijprogramma, zonder charisma en zonder de wervende slachtofferstatus, zal hun invloed echter wegebben tot in het lezingencircuit van de Vlaamse Volksbeweging. Gefrustreerde collega’s die hen in de coulissen eerder nog schouderklopjes uitdeelden zullen hen nu mijden als pestlijders uit lijfsbehoud. Zelfcensuur is voor bBackbenchers een overlevingsstrategie.

Bart De Wever, getalenteerde strateeg

Het blazoen van De Wever is besmeurd, maar als geen ander kan hij het boetekleed aantrekken en mea culpa slaan. Een emotionele strategie die altijd aanslaat bij de modale Vlaming, maar ook uit gemeende gewetensnood. Bart De Wever is een getalenteerd strateeg. Van BHV heeft hij “vijf minuutjes politieke moed” in een klinkende verkiezingsoverwinning omgezet. Met de “bocht van Bracke” heeft hij socio- economisch- rechts Vlaanderen ingepalmd en de V-partijen platgewalst. Een nooit geziene Vlaamse machtspositie op het Belgisch schaakbord van de macht. First we take Manhattan, then we take Berlin is nu de nieuwe tactische communautaire mantra: eerst België bezetten om dan Vlaanderen te veroveren. De macht van de N-VA heeft hij reeds sluipend geconsolideerd met benoemingen van zo’n 6.000 apparatsjiks in allerlei overheidsbesturen. Het politiek affairisme is een sluipende ziekte maar scrupules zijn een hinderpaal voor de verankering van haar macht.

Het blazoen van De Wever is besmeurd, maar als geen ander kan hij het boetekleed aantrekken en mea culpa slaan.

De Wever zal bij de verkiezingen niet afgerekend worden op de semantiek tussen confederalisme en separatisme maar op zijn geloofwaardigheid. Hij weet dat de modale Vlaming momenteel niet wakker ligt van de splitsing van het land maar wel van zijn elektriciteitsfactuur en zijn veiligheid. Tal van verkiezingsbeloftes heeft De Wever al moeten inslikken of wegmasseren: van een begrotingsfiasco tot art.1 van zijn partijstatuten over “De Vlaamse onafhankelijkheid” . Dan wordt het hoog tijd om te leveren. Wie zijn corebusiness invriest om zijn macht te consolideren wordt er vroeg of laat op afgerekend. Open VLD verloochende het liberalisme om Paars in stand te houden, en eindigde bont en blauw. Van de Vlaamse leeuw heeft men al te dikwijls zijn tanden getrokken en zijn klauwen geknipt. Ik heb zin om te brullen.

Lees ook: Jean-Marie Dedecker: ‘De Wever had beter ‘Et alors’ gezegd’

Partner Content