Karel-Willem Delrue

‘Is de wereld waarin deze jongeren opgroeien zo anders dan de mijne?’

Karel-Willem Delrue Leerkracht Nederlands-Engels in het Bernarduscollege

Op zijn blog vertelt leerkracht Karel-Willem Delrue kleine verhalen uit de wandelgangen van het Bernarduscollege in Oudenaarde. ‘Vijftien jaar geleden zat ik hier zelf op de schoolbanken. Nu behoor ik plots tot het andere kamp en sta ik aan de kant van diegenen die moeten begeleiden, instrueren en inspireren.’

We hebben samen een tekst van Filip Huysegems gelezen. “Optimisme is een plicht! Hoe blijf je positief in een boze wereld?” Drie bladzijden. Meer dan duizend woorden. En dat hebben we samen klassikaal en hardop kunnen doornemen. De collectieve zucht is er één van trots en opluchting. Alsof we samen een berg hebben beklommen. Het is een druilerige woensdagmiddag. Over een kwartier lopen zij hun vrije namiddag in. Dat de echte beklimming nog moet beginnen, daar lijken ze zich niet van bewust.

‘Is de wereld waarin deze jongeren opgroeien zo anders dan de mijne?’

Vijftien jaar geleden zat ik hier zelf op de schoolbanken. Nu hoor ik me woorden als ’tekstanalyse’ en ‘parafraseren’ in de mond nemen. Plots behoor ik tot het andere kamp en sta ik aan de kant van diegenen die moeten begeleiden, instrueren en inspireren. Voor mij zit een groep laatstejaars aso-studenten. Mijn millenniumkindjes. Ze zijn 17, 18 jaar. “En Willem is van tweeduustenéén, meneer!” Het is niet gemakkelijk om hun aandacht vast te houden en een beeld uit ‘Detachment’ dringt zich meer dan eens op als ik door de gangen loop. Een gepijnigde leraar, vertolkt door Adrien Brody, wordt daarin omringd door teloorgang en verval terwijl hij Edgar Allan Poe citeert.

“A sense of insufferable gloom pervaded my spirit.”

Beeld uit de film 'Detachment' (2011).
Beeld uit de film ‘Detachment’ (2011).© Foto R.V.

Is de wereld waarin deze jongeren opgroeien zo anders dan de mijne? Zijn ze finaal de teugels kwijt en stevenen we met z’n allen af op een onherroepelijke culturele verloedering? In leraarskamers hoor je soms van wel en, toegegeven, het is niet moeilijk om argumenten en anekdotes uit de dagelijkse lespraktijk aan te voeren om mee te foeteren en te monkelen. Ja, ze verliezen hun aandacht al na enkele minuten. Ja, ze zijn vergroeid met hun smartphones. Nee, ze kunnen niet meer communiceren met elkaar en nee, ze zijn niet langer gericht op de essentie van de dingen. Zo vertelde een leerlinge onlangs dat ze het jammer vond dat er vooralsnog geen nieuwe editie komt van het festival Feest in het Park. Niet omwille van de bands. Zelfs niet omwille van de dj’s. Omwille van de camping.

En hun taal? Wij haalden vijftien jaar geleden een stapel woordenboeken op het secretariaat. Nu ligt er een stapel Chromebooks op hen te wachten. Lezen ze nog wel eens? Weten ze nog wie Maeterlinck of Gorter zijn? En weten ze nog wat hun teksten zo rijk en waardevol maakt? Hebben ze nog energie en tijd voor dat soort klimwerk?

We hebben nog vijf minuten. Net voldoende voor een woordenschatoefening. En dan gebeurt het. Iemand maakt ongewild een fout. Een verkeerd lidwoord valt. ‘Maar meneer, de internet werkt niet.’ Hilariteit. Ik ben ze kwijt. ‘De Nederlands heel kapot!’, grapt iemand. En ik moet lachen. Want de tekst van Huysegems heeft me geleerd dat pessimisme een hardnekkige mindset is. De pessimisten hebben ongelijk. Anders was de wereld al lang vergaan. Toch?

‘Een tegenoffensief dringt zich op’, schrijft Huysegems. En ik doe mee. Want zij zijn de toekomst. Toch? En wie weet, misschien keert één van hen over vijftien jaar terug en misschien stemt datgene wat hij of zij dàn te zien krijgt hem of haar ook tot nadenken, en misschien schrijft hij of zij daar wel een stuk over. Daar kijk ik nu al reikhalzend naar uit. Naar die tekst. En naar die toekomst.

Karel-Willem Delrue is leerkracht Nederlands-Engels in het Bernarduscollege in Oudenaarde. Deze tekst verscheen eerder op zijn blog ‘Meneer Delrue’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content