Walter De Smedt

‘Is afkopen van schuld en boete nu een recht van iedereen, of is een voorrecht voor wie het kan betalen?’

Walter De Smedt Strafrechter op rust, enige Belg die ooit zowel lid was van het Comité P als het Comité I

‘Door aan de verdachte toe te laten zijn schuld en boete af te kopen wordt de graaicultuur eerder bevestigd dan gesanctioneerd: in beide gevallen wordt het openbaar belang afgekocht’, schrijft gewezen strafrechter Walter De Smedt over het nieuws dat Stephane Moreau met het Luikse parket-generaal een akkoord bereikt heeft over een minnelijke schikking voor verschillende gerechtelijke dossiers.

De Luikse procureur-generaal bevestigt dat er een akkoord in de maak is waarbij Stéphane Moreau zijn vervolging wegens schriftvervalsing, misbruik van overheidsmiddelen en verdachte bankverrichtingen kan afkopen. Het gaat om de grote fraudedossiers rond Tecteo (tot voor kort Publifin, nu Enodia) en Nethys, de zogenaamde ‘pergola-affaire’, het antidateren van een verzekeringscontract met Ethias, en een dossier van mogelijke belangenvermenging tussen Moreau als Nethys-bestuurder en als privéondernemer met een waterkrachtcentrale in het Congolese Noord Kivu. Vraag is echter of deze toepassing van de nieuwe, aangepaste, afkoopwet wel voldoet aan de vereisten van een eerlijk proces. De vorige versie van de afkoopwet werd immers door het Grondwettelijk Hof afgekeurd omdat er geen daadwerkelijk rechterlijk toezicht bestond op de tussen de verdachte en het parket afgesloten akkoord en omdat het parket als procespartij, handelend onder het ministerieel gezag, niet de plaats van de onpartijdige rechter kan innemen. Om aan de kritiek van het Grondwettelijk Hof te verhelpen wordt de uitgebreide minnelijke schikking nu voorgelegd aan de rechter van de Raadkamer zodat er nu wél een rechterlijk toezicht is. Maar is dit wel een ‘daadwerkelijk’ toezicht? En gaat het hier niet om politieke misdrijven die tot de bevoegdheid van het Hof van Assisen behoren?

Is afkopen van schuld en boete nu een recht van iedereen, of is een voorrecht voor wie het kan betalen?

Volgens de Luikse procureur-generaal Christian De Valkeneer aan de redactie van Le Soir bevestigde is het proces effectief opgestart, maar is het voorwaardelijk en gekoppeld aan het advies van de raadkamer. Om hoeveel geld het gaat, is niet duidelijk. In deze uitspraak zitten nogal wat betwistbare elementen. Vooreerst is er de nu algemeen aanvaarde voorwaarde dat gerechtigheid ‘zichtbaar’ moet worden gedaan: ‘justice must seen to be done’. Indien de behandeling voor de Raadkamer zoals gebruikelijk met ‘gesloten deuren’ gebeurt is er weinig zichtbaars aan. Mag de burger, na de uitgebreide en langdurige verrichtingen van de Parlementaire onderzoekscommissie Publifin niet zien wat er juist aan Moreau ten laste wordt gelegd, welke de feiten zijn, hoe groot de schade is, en hoeveel er uiteindelijk wordt betaald om de gerechtigheid af te kopen?

Kan nu iedere andere burger op dezelfde wijze zijn proces afkopen wanneer hij dat wenst, of blijft deze vorm van geldelijke afdoening afhankelijk van de beslissing van de andere procespartij? Is afkopen van schuld en boete nu een recht van iedereen, of is het een voorrecht voor wie het kan betalen? Dan is er de nieuwe bevoegdheid van de rechter van de Raadkamer. Volgens de verklaring van procureur-generaal De Valkeneer gaat het om een advies. Sinds wanneer geeft een rechter een advies aan de procureur? Is een ‘advies’ de juiste omschrijving van wat het Grondwettelijk Hof bedoelde als een ‘daadwerkelijk’ rechterlijk toezicht: de normale bevoegdheid van de rechter om te beslissen over schuld en boete? Dan is er ook het uiteindelijk doel van deze wijze van gerechtelijke afdoening: welk signaal wordt er door gegeven, wat is er het gevolg van?

Er is nog een ander element waar iedereen blijkbaar naast kijkt: gaat het hier niet om politieke misdrijven? Een politiek misdrijf kan omschreven worden als een misdrijf dat zowel door zijn opzet als door zijn uitwerking een directe aanslag op de instellingen van het land uitmaakt. Is dat in deze dan niet het geval? Was dit ook niet de reden waarom een Parlementaire onderzoekscommissie zich over Publifin boog: omdat de “graaicultuur” waarvan dit dossier een schoolvoorbeeld is de instellingen ondermijnt en de gevolgen ervan een duidelijke weerslag hebben op de openbare financiën en zelfs op de geloofwaardigheid van het gehele politieke bestel? De wet bevat geen uitdrukkelijke definitie van het politiek misdrijf en verklaart dus niet wat daarmee bedoeld wordt. Door het evolutief karakter van het begrip is het immers de bedoeling dat rechtspraak en rechtsleer hieraan een definitie geven. Is het niet logisch dat nadat de politieke vertegenwoordigers van het Volk zich over de zaak hebben gebogen nu ook de volkse rechtspraak zich kan uitspreken over de te geven sanctie?

Zoals dat met ieder strafproces moet zijn zou ook hier een krachtig signaal moeten komen dat de weerhouden feiten dermate maatschappelijk storend zijn dat zij moeten bestraft worden.

Zoals dat met ieder strafproces moet zijn zou ook hier een krachtig signaal moeten komen dat de weerhouden feiten dermate maatschappelijk storend zijn dat zij moeten bestraft worden. Over welke feiten gaat het hier? Je kan ze het best omschrijven als de meest verregaande vormen van de graaicultuur. Is “afkopen” het gepaste antwoord op dit sterk ingewortelde en, zoals de nieuwe dossiers bewijzen, moeilijk te bestrijden fenomeen? Wat is het gevolg? Gaat iedereen die nog de kans krijgt om te graaien er nu rekening mee houden dat er wat moet opzij gelegd worden om wanneer het gerecht het te weten komt de vervolging te kunnen afkopen? Misschien komt er wel een beroepsverzekering voor politieke mandatarissen die niet meer het verschil kennen tussen het privé en het openbaar belang.

Was het de bedoeling van de Parlementaire onderzoekscommissie die een lijst van vastgestelde aanwijzingen van misdrijven aan het parket overmaakte om daar “geld over te gooien”? Beseffen hoge magistraten als de heer De Valkeneer dan niet welk meelijwekkend beeld nu wordt opgehangen van het strafgerecht in het algemeen en van zijn hoog ambt in het bijzonder: de strafrechtelijke afhandeling wordt als een koehandel, procureurs “des marchands de tapis“. Door aan de verdachte toe te laten zijn schuld en boete af te kopen wordt de graaicultuur eerder bevestigd dan gesanctioneerd: in beide gevallen wordt het openbaar belang afgekocht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content