‘In het paasverhaal komen we door het offer van het bloed tot een geestelijke vaccinatie’

Godsdienstleraar een auteur Ignace Demaerel linkt het paasverhaal aan de huidige vaccinatiecampagne die on van het coronavirus moet verlossen.

Hoe vreemd is het dat het jonge christendom 2000 jaar geleden de wereld probeerde te bekeren met een verhaal over een gekruisigde timmerman? Kruisiging was bekend in heel het Romeinse rijk als de gruwelijkste straf, bedoeld voor het ergste uitschot: het was zonder meer een sadistische foltering. Als je dus ‘de redding van de wereld’ wil verkondigen, kan je toch wel iets nobeler of intellectueel verhevener verzinnen? Het is gewoon choquerend en lijkt de slechtst mogelijke verkoopstrategie, gedoemd om te falen! Hoe kan een bloedende, gegeselde, gekruisigde, de ‘verlosser van de mensheid’ zijn? Paulus had er op de agora in Athene de grootste moeite mee deze boodschap te verkopen, omdat de filosofisch ingestelde Grieken eerder hoogverheven, rationele inzichten hadden verwacht: volgens hen moest kénnis de wereld redden.

Daarom is het nodig om hier dieper in te gaan op precies dit vreemde aspect van het christelijk geloof. Want het bleek toch geen vergissing te zijn: het is namelijk ‘viraal gegaan’ en uitgegroeid tot de grootste godsdienst ter wereld. Zit er misschien dan toch een geheim in haar boodschap, een soort ‘antistoffen’ waar de mensheid naar snakt zoals naar hét vaccin dat dé vrijheid moet brengen? Onze (post)moderne westerse cultuur staat mijlenver van de Hebreeuwse cultuur waarin dit verhaal gebed zit: daarom vraagt het een extra mentale inspanning van ons om ons in te leven in de oud-oosterse gedachtewereld die op het eerste zicht als primitief en barbaars overkomt. Het is sowieso bevrijdend en verruimend om boven onze eigen culturele hokjes uit te stijgen: het kan ons genezen van eigen blinde vlekken.

In het paasverhaal komen we door het offer van het bloed tot een geestelijke vaccinatie.

Einstein zei ooit: ‘Het soort denken dat de wereldproblemen zal oplossen, zal van een andere orde zijn dan het soort denken dat ze in de eerste plaats heeft gecreëerd.’ Hoe kan de méns de wereldcrisissen met zijn eigen wijsheid oplossen als hij ze met zijn eigenwijsheid zelf veroorzaakt heeft? Hoe kunnen wíj genezing brengen als het virus in ons allemaal zit? Om de problemen te overstijgen moeten we dus eerst ánders leren kijken: we hebben ‘de kracht van de verbeelding’ nodig! Geloof is als het ware verbeelding in het kwadraat: enkel als we met Gods ogen kunnen kijken, kunnen we echt ‘out of the box’ denken en de uitweg uit het labyrint zien.

Om terug te keren tot Pasen: in de oude Israëlische cultuur waren dierenoffers nodig voor de vergeving van zonden: deze moesten plaatsvervangend sterven. Een offer mocht dus niet goedkoop zijn: een leven voor een leven. Er moest bloed van dieren vloeien om de levens van mensen te redden: om duidelijk te maken dat zonde een serieus prijskaartje had. Op de berg Sinaï werd bij het sluiten van het grote verbond door Mozes zelfs het hele volk besprenkeld met bloed van geofferde stieren.

Bloed heeft vandaag iets heel dubbels: enerzijds is het ‘vies’, want geassocieerd met ‘bloed aan je handen’ of ‘bloedvergieten’, met de vreselijkste misdaad die bestaat. Anderzijds is bloed, biologisch gezien, zeer kostbaar, rijk aan functies, levensnoodzakelijk. Je bloed vergieten voor een ander is het hoogste wat bestaat. Ik ben bloeddonor bij het Rode Kruis en vind het fantastisch dat ik met een zakje bloed een ander leven (een beetje) kan helpen redden. In ons bloed zitten trouwens de levensreddende antistoffen tegen talloze virussen. Een andere illustratie in deze context: toen de Franse bacterioloog, Dr. Pierre Paul Émile Roux (1853-1933) een middel zocht tegen difterie, heeft hij dertig paarden met de bacterie besmet, waarvan er 29 gestorven zijn. Eén paard ontwikkelde antistoffen, en met het bloed van dat paard, dat hij ook slachtte, redde hij 300 kinderen. Er was een offer nodig om deze levensbedreigende ziekte uit de wereld te helpen.

Er is ook een link tussen het kruisverhaal en het wereldberoemde (pas gerestaureerde) ‘Lam Gods’ van Jan van Eyck: het bloedende Lam staat in het centrum van alles en ontvangt de aanbidding van alle groepen mensen die toestromen. Mijn enige kritische bedenking bij dit meesterwerk is dat dit lam er heel idyllisch en erg ‘gefotoshopt’ op staat. Toen de apostel Johannes in zijn apocalyptische visioenen ‘het Lam op de troon’ zag, was het “een lam als geslacht” (Openbaring 5:6), m.a.w. gekeeld, lijdend, bloederig!

Jezus’ missie op aarde was eigenlijk extreem ambitieus: hij wou de wortel van alle miserie aanpakken, ‘het kwade’ zelf overwinnen – duizendmaal moeilijker dan een pandemie. Wij zouden niet eens weten hoe daaraan te beginnen. Een regering kan ‘kwade mensen’ opsluiten en onschadelijk maken, maar ‘het kwade’ zelf (of: de duivel zelf) verslaan…, welk wapen kan daar in ’s hemelsnaam tegen helpen? De ‘ziekte’ van de mensheid waarover we ons écht zorgen moeten maken, zit veel dieper en heeft al duizendmaal zoveel slachtoffers gemaakt als corona: het virus van de zonde treft lichaam, ziel én geest. Het heeft ook ons mentale systeem – denken, voelen en willen – aangetast en al ons sociaal functioneren. De remedie moest dus radicaal en diepgaand zijn: niet de zoveelste pleister op een houten been, maar tot in ons DNA het kwade doden.

Jezus’ ultieme wapen in zijn ’total war on sin’ was niet een soort mega-bom, maar: het ultieme zelfoffer. Een dodelijk virus wordt niet gestopt door een vitamientje, maar door een antivirus. Haat moest overwonnen door een stérkere liefde, agressie door zachtmoedigheid, de hardnekkige menselijke ik-gerichtheid door zelfloosheid. Aan het kruis werd de innerlijke zwakheid van bruut geweld ontmaskerd door radicale weerloosheid. Jezus bracht het sterkste antigif tegen alle zelfzucht, bekrompenheid en liefdeloosheid van deze wereld, die dagelijks meer schade aanricht dan enige pandemie. De wereld wordt niet gered door een nóg slimmere theorie of een geniaal idee, maar door liefde die tot het uiterste gaat. Er bestond geen goedkope remedie; het serum kwam uit zijn bloed. Pasen heeft alles te maken met (geestelijke) antistoffen.

De apostelen van Jezus schreeuwden het na Pasen luidkeels van de daken – als ik het lichtjes mag parafraseren in deze coronatijden: ‘Het vaccin is er eindelijk! De remedie is gevonden en beschikbaar! Het geneest van iets wat véél gevaarlijker en vernietigender is dan covid! En het is gratis en in voldoende dosissen voor elk mens die wil. Laat je inenten!’ Maar helaas: ook dit konden en kunnen zij niet verplichten. Dus, totdat er een voldoende graad van de bevolking gevaccineerd zal zijn, blijven we van crisis naar crisis strompelen.

De mensheid wordt niet gered door een nieuwste theorie of uitvinding, omdat het echte probleem niet onwetendheid is: liefde is datgene waaruit we geboren zijn en datgene waarnaar we levenslang snakken. Niet de romantische liefde van de ‘lieve woordjes’, maar eentje die de prijs betaalt, ‘whatever it costs’. Vandaar een lijdende Messias die tot zijn laatste druppel bloed gaf: liefde in het extreme. Het gaat zó hard tegen onze menselijke overlevingsdrang en zelfbehoudsdrang in dat we dit bijna niet kunnen vatten. Het is zeker geen goedkoop feel-good verhaaltje.

En toch: dat liefde cruciaal is, begrijpen we allemaal; dat bloed levens kan redden, ook; en offers (grote of kleine) brengen we dagelijks. Zó gek is het dus toch niet! Gevaccineerd worden met geloof, hoop en liefde: hoe slecht kan dat zijn!?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content