In beeld: De tien meest dodelijke leiders en hun motieven
In 1966 liepen de spanningen in Nigeria tussen de oosterse regio, die onder leiding stond van Chukwuemeka Ojukwu, en de rest van het land, onder leiding van Yakubu Gowon, hoog op. Wanneer Ojukwu een eenzijdige onafhankelijkheid van zijn gebied afkondigde, de Republiek Biafra, schafte Yakubu Gowon de algemene mobilisatie af, riep hij economische sancties uit en blokkeerde de oostelijke havens. Waardoor een miljoen burgers in de ‘Republiek Biafra’ verhongerden en 100.000 soldaten sneuvelden in de strijd.
Mengistu Haile Marian, president van Ethiopië tussen 1974 en 1991, wou van de monarchie Ethiopië een socialistische volksrepubliek maken. Hij startte een ‘Rode Terreur’-campagne om zijn doel te bereiken. Tegenstanders van Mengistu Haile werden door de communistische militie ‘Dergue’ vermoord. De campagne wordt beschouwd als een van de ergste massamoorden in de geschiedenis van Afrika.
Tussen 1948 en 1994 stond Kim Il-sung aan het hoofd van de Democratische Volksrepubliek Korea, nu gekend als Noord-Korea. Een oorlog met Zuid-Korea, volledige staatscontrole over de economie, collectivisatie van de landbouw en het beschuldigen van de Verenigde Staten voor het verspreiden van ziektes onder de Noord-Koreaanse bevolking zijn enkele van zijn acties als leider van de natie. Om tegenstanders en ongelovigen de mond te snoeren, werden grootschalige zuiveringen gehouden en gevangeniskampen opgericht. In totaal kostte het bewind van Kim Il-sung aan 1,6 miljoen mensen het leven.
Hoofd van de Cambodjaanse communistische beweging en leider van het land in de late jaren 1970, Pol Pot, wou Cambodja ‘reinigen’. Om zijn doel te bereiken, voerde hij het ‘agrarisch socialisme’ in dat stadsbewoners verplichtte om op collectieve boerderijen te gaan werken. Aan voedsel, medische hulp en onderwijs schonk Pot geen aandacht. Tegenstanders van het regime, intellectuelen en academici werden afgemaakt. In totaal zou Pol Pot tussen de 1,7 en 2,5 miljoen mensen vermoord hebben, wat ongeveer 1/5e van de Cambodjaanse bevolking
Ismail Enver Pasja, leider van de nationalistische groepering Jong-Turken, leidde als minister van Oorlog het Ottomaanse Rijk tijdens beide Balkanoorlogen en de Eerste Wereldoorlog. Omdat de verliezen zich opstapelden, ging hij op zoek naar een zondebok. Armenen werden aangeduid als de verantwoordelijken voor zijn falen, wat de start van de Armeense genocide inluidde. Enver Pasja is verantwoordelijk voor het doden van 1.200.000 Armenen in 1915, 350.000 Pontische Grieken en 480.000 Anatolische Grieken tussen 1916 en 1922 en 500.000 Assyriërs tussen 1915 en 1920.
Hideki Tojo was generaal in het Japanse Keizerlijke Leger en minister van Oorlog toen hij in 1941 eveneens tot premier, minister van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken werd benoemd. Samen met de Duitse Nazi’s boekte het Japanse leger van Tojo verschillende overwinningen in het begin van de Tweede Wereldoorlog. Tot het tij keerde en de nederlagen elkaar opvolgden. Tojo, die de oorlog verklaarde aan verschillende landen en krijgsgevangen onmenselijk behandelde, werd uiteindelijk veroordeeld op het Proces van Tokio in 1948 voor het doden van 5 miljoen mensen.
Leopold II van België kreeg in 1885 van veertien landen de toestemming om ‘Kongo-Vrijstaat’ te koloniseren met behulp van zijn eigen private milities. De vorst gebruikte de Congolese bevolking als zijn persoonlijke slaven die hij inzette voor het verzamelen van ivoor en het sap van rubberplanten, om zijn eigen rijkdom te vergroten. Zijn brutale regime heeft tussen de 2 en 15 miljoen mensenlevens geëist.
Adolf Hitler, leider van de Nazi Partij, was de absolute dictator van Duitsland van 1934 tot 1945. Duits nationalisme, Europese hegemonie en antisemitisme waren waarden waar hij veel belang aan hechtte. Met de opbouw van het Derde Rijk en het inzetten van militaire middelen, wat het begin van de Tweede Wereldoorlog betekende, wou hij deze waarden verspreiden. 17 miljoen burgers, waarvan 6 miljoen Joden en 1,5 miljoen Roma’s, kwamen hierbij om het leven.
Jozef Stalin, die in 1924 aan de macht kwam in de Sovjet Unie, hoopte met een collectivisatie van de landbouw en het invoeren van een planeconomie een snelle industrialisering van het land te bereiken. Een enorm lage voedselproductie was de andere kant van de medaille. In Oekraïne kostte een massale hongersnood het leven aan 2,6 miljoen tot 10 miljoen mensen. Politieke tegenstanders werden door Stalin geëxecuteerd of naar strafkampen gestuurd tijdens de ‘Grote Zuivering’.
Mao Zedong, leider van de Communistische Partij van China vanaf 1935, bestuurde de Volksrepubliek China op een dictatoriale wijze. De ‘Grote Sprong Voorwaarts’, een poging om China snel te industrialiseren, en de ‘Culturele Revolutie’, een poging om socialisme af te dwingen, hebben het leven gekost aan ongeveer 40 tot 70 miljoen mensen. Samen met de slachtoffers van de Grote Chinese Hongersnood, de massale zelfmoorden na de Drie-anti en Vijf-anti Campagnes en de uitroeiing van politieke tegenstanders, is Mao verantwoordelijk voor 49 miljoen tot 78 miljoen doden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier