Michel Vandenbroeck

‘Huilende kleuters op de eerste schooldag zijn helemaal niet normaal’

Michel Vandenbroeck Michel Vandenbroeck is hoofddocent gezinspedagogiek aan de Universiteit Gent.

Het journaal toont ons morgenavond ongetwijfeld weer enkele huilende kleuters op hun eerste schooldag. Dat is problematisch, vindt gezinspedagoog Michel Vandenbroeck (UGent). ‘Hoe meer overgangen en hoe harder transities die zijn, hoe groter de kans op latere schooluitval. De overgang naar de kleuterschool is de meest precaire.’

Op de eerste schooldag zie je ’s avonds steevast een hele hoop huilende kleuters op het journaal. Dan lachen we doorgaans wat vertederd om die kleuter die zich aan de broek van papa of mama vastklampt wanneer ze aan de schoolpoort afscheid nemen. Hier en daar hoor je iemand zeggen dat je best even van je hart een steen moet maken: ‘misschien is de korte pijn het beste.’

Huilende kleuters op de eerste schooldag zijn helemaal niet normaal.

Niets is echter minder waar: huilende kleuters op de eerste schooldag zijn helemaal niet normaal. Normaal is dat ouders, kleuter en school langzaamaan een vertrouwensband opbouwen. Normaal is ook dat er een wederzijdse dialoog is, waarbij alle partijen hun zorgen kunnen uiten en vragen kunnen stellen. Normaal is dat men aan elkaar went.

Onderzoek toont dat elke transitie in de schoolloopbaan van een kind risico’s inhoudt. Hoe meer transities en hoe harder die transities, hoe groter de kans op latere schooluitval. Het effect is nog sterker waar te nemen bij kinderen uit de sociaal zwakste milieus. De overgang naar de kleuterschool is daarbij de meest precaire transitie.

De overgang naar de kleuterschool is de meest precaire transitie.

Dat komt omdat wij in België – in tegenstelling tot vele andere landen – een zogenaamd ‘split system‘ hebben, waarbij we de instellingen voor de leeftijd van de leerplicht in twee knipten. De jongsten gaan naar de kinderopvang, de iets ouderen naar de kleuterschool. In vele andere landen is dat maar een systeem, waardoor er een overgang minder is en waardoor er ook een grotere zorgcultuur is bij de kleuters.

Bovendien is in Vlaanderen de toegang tot de kinderopvang ongelijk verdeeld. Kansrijke kinderen hebben namelijk tweemaal zo veel kans op een plek in de kinderopvang dan kansarme kinderen. Dat betekent dat een deel van de jongste kleuters al een ervaring heeft met groepsopvang – en met andere opvoeders dan de ouders – en een ander deel niet. Als je die transitie niet met de nodige zorg omringt, zijn het steeds dezelfde kinderen die daar de dupe van zijn.

De toegang tot kinderopvang is ongelijk verdeeld.

We maken ons in Vlaanderen terecht zorgen over de ongelijke kleuterparticipatie. Zowat alle kleuters zijn wel ingeschreven op school, maar niet alle kleuters zijn even vaak aanwezig. Het zijn bovendien net de kinderen uit gezinnen met een migratiegeschiedenis die iets minder regelmatig aanwezig zijn. Recent onderzoek in Vlaanderen legde de oorzaken hiervan bloot.

Soms hadden de ouders zelf een negatieve ervaring op school, maar meestal gaat het om ouders die bezorgd zijn dat er voor hun kind minder goed gezorgd zou worden. Ze hebben vragen over het middagmaal, over de slaapmogelijkheden, over waar die blauwe plek op het voorhoofd vandaan komt, over wat gebeurt als hun kind de juf niet begrijpt, en zo verder. Maar ze voelen zich tegelijk niet gemachtigd om de vragen te stellen omdat ze niet bemoeizuchtig willen overkomen.

Het is een heel slecht idee om een streep op de speelplaats te trekken.

Dan is het een heel slecht idee om letterlijk of figuurlijk een streep op de speelplaats te trekken, en te zeggen tegen ouders ’tot hier en niet verder’. Gelukkig zijn de bordjes met ‘Vlug een zoen en weg is uw kapoen’ stilaan verleden tijd. Gelukkig zijn er inderdaad steeds meer kleuterjuffen en scholen die ouders letterlijk en figuurlijk ‘over de streep’ halen.

Op dit ogenblik zijn in Vlaanderen zeven proeftuinen aan de slag, waar in een twintigtal kleuterscholen de ouderbetrokkenheid net aangemoedigd wordt, door ouders in de klassen te verwelkomen. De juffen ondervinden er dat heel wat koudwatervrees ongegrond is: ouders zetten de boel helemaal niet op stelten. Het is niet zo dat je ze ‘niet meer buiten krijgt’, zoals een juf het mooi verwoordde.

Integendeel, zo getuigen kleuterjuffen die de deur van hun klas wagenwijd openzetten, kinderen zijn rustiger, informele babbels met ouders krijgen een plek en de dag start op een aangenamere manier. En begint daardoor het kringgesprek een kwartiertje later? Tja, dat is dan zo.

We hoeven natuurlijk ook niet in het omgekeerde te vervallen. Je moet als ouder natuurlijk ook niet elke dag een kwartier om die ongemakkelijke kleuterstoeltjes gaan neerzitten om jezelf vervolgens een schuldgevoel aan te praten. Als je als ouders afscheid neemt, laat dat dat ook een duidelijk en kort afscheid zijn. Maar de tijd dat scholen enerzijds de toegang voor ouders afsluiten, en anderzijds klagen dat ouders niet naar de ouderavond komen, die ligt gelukkig steeds meer achter ons.

Dus, beste moeders en vaders: ga gerust jullie gang als jullie zin hebben om in die klassen te piepen, en om even rond te snuffelen op de plaats waar je kleuter elke dag een stukje van zijn of haar leven doorbrengt. En als we maandagavond op het journaal weer huilende kleuters zien, moeten we daar echt niet meewarig om lachen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content