Hugo Matthysen schrijft een muziektheaterwestern: ‘Ik ben erin geslaagd om twaalf jaar te blijven’

'Een mens wordt passé, zoals een oud cowboydorp.' © Tim Dirven

Hugo Matthysen reanimeerde zijn innerlijke cowboy en schreef de muziektheaterwestern Onheil in Black Creek voor Lucas Van den Eynde en Muziektheater De Kolonie.

Al op uw debuutplaat Dankuwel! uit 1993 outte u zich als cowboyliefhebber. Daarop prijkt Als een cowboy, een song over een puree-etende veedrijver.

Hugo Matthysen: Die song schreef ik voor een act met Bart Peeters en heeft niets te maken met dit stuk. Ook van de fascinatie die ik als kind koesterde voor spaghettiwesterns ben ik verlost. Dat ik van Lucas Van den Eynde de uitbater van een Vlaams cowboydorp maak, heeft te maken met onze leeftijd.

Wat is het verband tussen jullie leeftijd – u bent 65, Van den Eynde 62 – en een cowboydorp?

Matthysen: Als je ouder wordt, moet je afscheid nemen van de sfeer waarin je opgroeide. Ook je jeugdhelden donderen van hun voetstuk. Ooit, zoekend naar een filmlocatie, bezocht ik enkele westerndorpen, onder meer in Tremelo, waar je je kunt onderdompelen in de cowboyromantiek. Nu ademen die plekken vooral vergane glorie uit.

Toen De Kolonie me vroeg om een stuk voor Lucas te schrijven, dacht ik aan een oudere man die beseft dat hij en zijn cowboydorp passé zijn. Lucas ken ik al jaren, onder meer dankzij zijn legendarische rol in Kulderzipken en de jaarlijkse Intrede van de Sint waarvoor ik de scenario’s schrijf. Hij kan als de beste een geslagen hond spelen. Dat is perfect voor dit personage.

Dat personage zegt: ‘De fakkel die ik nu volop aan het doorgeven ben, zal hopelijk voldoende licht geven, zodat jullie niet verdwalen. En de kans op verdwalen is toch niet gering. Want in de mooie brochure die jullie hebben gemaakt op recyclagepapier, is sprake van een “educatief en klimaatneutraal ervaringsgericht multicultureel ecocentrum”. Tja.’

Matthysen: Zijn zestigersverstand snapt de nieuwe wereld niet, maar beseft dat er geen weg terug is. Tijdens het doorgeven van de fakkel aan de jonge generatie vertelt hij ook over zijn vader en hoe die man een tragische dood stierf in dat cowboydorp. Je komt niet alles over hem te weten, zoals je ook nooit alles wist over Lucky Luke. Maar je zult het verdriet voelen om wat was, en de schroom tegenover wat is.

Hij is omringd door muzikanten. Tourt u mee?

Matthysen: Ik ben daar perfect overbodig. (lacht) Lucas krijgt versterking van Bo Spaenc en Geert Hellings. Zelf omgord ik de gitaar als frontman van het project Huroram. Die ietwat ingewikkeld klinkende naam heeft het voordeel van de duidelijkheid: hij verwijst naar Hugo, Ronny Mosuse en Aram Van Ballaert, leden van The Clement Peerens Explosition. Vanaf dit najaar treden we eindelijk op met ons repertoire, aangevuld met nieuwe songs. Onze sound stuitert al eens tussen Frank Zappa, Kurt Weill, Erik Satie en nog een paar dingen. De bindteksten zullen wat aanvoelen als Het peulengaleis. Maar we doen het zonder Bart Peeters, we willen niet voortdurend wuiven en in onze handen klappen.

Wat hebt u tijdens de pandemie gedaan?

Matthysen: Aha, ik heb geluk, dacht ik op 13 maart 2020 toen een lockdown van een drietal maanden werd aangekondigd. Intussen weten we beter. Er was véél tijd om dit stuk te schrijven, en het scenario van Stijn Coninx’ nieuwe film Sinterklaas en Koning Kabberdas, waarin Bruno Vanden Broecke en Clara Cleymans brave slechteriken spelen. Het enige wat de pandemie me heeft opgeleverd, is dat ik Zoom heb ontdekt: even vergaderen en dan voortdoen met schrijven, gitaarspelen, tekenen of in de tuin werken. Eigenlijk vul ik mijn dagen zoals ik ze vulde toen ik een kind was. Dat is mijn geluk: ik ben erin geslaagd om twaalf jaar te blijven, wat dat betreft althans.

Onheil in Black Creek van Muziektheater De Kolonie gaat op 24 september in première en reist tot 17 december door het land. Info: dekoloniemt.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content