Eddy Eerdekens

Hoe vorm je een regering met hangbuikzwijnen?

Eddy Eerdekens Hoofdredacteur TV Limburg

In de politiek kent men geen vrienden. Dat hoeft ook niet per sé. Maar de persoonlijke aversie die heel wat politici vandaag blijkbaar voor elkaar voelen en vooral ook laten blijken, dreigen de regeringsonderhandelingen na de verkiezingen van 25 mei onnodig extra moeilijk te maken.

Wie de Wetstraat een beetje van nabij volgt, weet dat er weinig vriendschappen worden gesmeed tussen de kopstukken van deze politieke lichting. Nooit eerder was er een generatie politici die elkaar zo antipathiek vinden, die op het persoonlijke vlak zo een lage dunk hebben van elkaar of die een bijna lichamelijke aversie hebben voor elkaar.

Dat moet nog eens blijken uit de VIER-reportagereeks ‘Schild en Vriend’ waarin CD&V-voorzitter Wouter Beke onomwonden zegt dat hij Bart De Wever niet vertrouwt. Ook voormalig Open-VLD-voorzitter Alexander De Croo laat weten dat hij geen hoge dunk heeft van De Wever. ‘Ik heb niet eens zijn gsm-nummer’. De N-VA-voorzitter reageert daarop met: ‘Ik vertrouw De Croo ook niet. Ik moet hem ook menselijk niet.’

Het kan nog erger: Ben Weyts (N-VA) die volgens programmamaker Eric Goens in Humo zijn hangbuikzwijnen Laurette en Joëlle wilde noemen. Wanneer de beesten het gras afknagen zegt Weyts tegen de cameraploeg: ‘Kijk eens hoe noest. Dat kunnen toch geen PS’ers zijn.’

Dat politici elkaar afzeiken voor de camera is niet alleen bizar, maar ook kinderachtig. Erger is dat het gebrek aan vertrouwen, respect en sympathie voor elkaar vandaag geen uitzondering, maar eerder regel lijken te zijn.

De manier waarop mandatarissen en verkozenen met elkaar omgaan op Twitter of in welke bewoordingen ze in de wandelgangen en tegen buitenstaanders over elkaar spreken is vaak tenenkrullend.

Over de grenzen van de partijen heen laat de generatie Di Rupo – De Wever geen gelegenheid onbenut om een collega een hak te zetten. Een persoonlijk succesje ten koste van een ander voor een groot of klein publiek lijkt almaar vaker een hogere motivatie dan politiek gewin.

We hebben politici van de generaties Martens, Dehaene of Leterme zelden voor de camera’s horen zeggen dat ze deze of gene collega niet lusten op het persoonlijke vlak. Dat was not done en dat zou vandaag beter nog altijd zo zijn.

Toen in de jaren negentig bekend raakte dat Wilfried Martens ooit zijn collega Leo Tindemans ‘de slechtste mens op aarde’ had genoemd, waren die woorden al meer dan tien jaar oud en ze werden niet bekendgemaakt door Martens maar door één van zijn vertrouwelingen die de discretie schond.

Privé was privé, politiek was politiek.

Er waren altijd al zware clashes op het publieke forum, maar scheldpartijen waren politiek en niet persoonlijk geïnspireerd. ‘Iemand te kakken zetten,’ was geen doel op zich en politiek bedrijven ging ten allen tijde gepaard met een minimum aan hoffelijkheid.

De lofzangen van politieke concurrenten Jean-Luc Dehaene en Louis Tobback op elkaar zijn op dat vlak bijna legendarisch.

Vooral de vorige regeringsonderhandelingen hebben diepe wonden geslagen. Na 2010 liet een anonieme onderhandelaar voor N-VA weten aan journalisten: ‘Ik kreeg een fysieke afkeer van sommige PS’ers.’

Daarnaast telt deze generatie politici een ongewoon groot aantal verkozenen en (nu weer) kandidaten met weinig of geen kilometers op de teller.

Wie geen ervaring heeft met onderhandelen, bereikt minder makkelijk een compromis. Wie kiest voor het conflictmodel, gaat altijd uit van het eigen gelijk en wie vasthoudt aan het eigen gelijk heeft geen nood aan vrienden.

Er is geen vriendenclubje nodig om na de verkiezingen van 25 mei een regering te vormen. Het is nergens voor nodig dat Bart, Wouter en Alexander alleen maar lief zijn voor elkaar.

Maar als je, nog voor de kaarten zijn gelegd, niet de minste moeite doet om je persoonlijke afkeer van elkaar onder stoelen of banken te steken, als je mensen aan wie je mogelijk toegevingen moet vragen om jouw programma en jouw visie op de toekomst van ons land te realiseren, vergelijkt met hangbuikzwijnen, dan dreigen de onderhandelingen over een regeerakkoord toch een bijzonder grote uitdaging te worden.

Dat is nergens voor nodig. Ongeacht de uitslag van de verkiezingen, worden de onderhandelingen zo al moeilijk genoeg.

Partner Content