‘Hoe een stroom aan kleine ontbossingen de hoopvolle bosuitbreiding blijft ondermijnen’

‘Hoe keren we de trend van sluipende ontbossing waar we in Vlaanderen mee te maken krijgen’, vragen Laure De Vroey en Bert De Somviele van BOS+.

Het VRT-duidingsmagazine Pano toonde in haar reportage deze week aan hoe er in Vlaanderen nog te veel bomen worden gekapt omdat we willen bouwen waar bomen staan, omdat we open natuur nodig hebben, vaak ten koste van beboste gebieden, en omdat we aan landbouw doen daar waar bomen zouden kunnen staan.

Deze sluipende ontbossing ondermijnt de bosuitbreidingsdoelstellingen, in stand gehouden door lokale overheden die (te) makkelijk vergunningen afleveren en door een quasi uitsluitend positieve advisering van ANB. Klopt dit, hoe komt dat en wat betekent dit voor het Vlaams bosbeleid? Maar ook: hoe keren we het tij?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat Vlaanderen één van de meest bosarme regio’s van Europa is, schrijven we helaas al veel te lang. Al in 1996 leidde die vaststelling tot het politiek engagement om 10.000 ha bosuitbreiding te realiseren, maar ruim anderhalf decennia contraproductief beleid, waarin bos en natuur ondergeschikt werd gemaakt aan landbouw en andere belangen, heeft dat vakkundig afgeblokt. En dat terwijl andere bosarme regio’s en landen wél veel vooruitgang boekten en de bebossingsindex over heel Europa tussen 1990 en 2020 zelfs met 6% steeg.

Nu het huidig Vlaams regeerakkoord deze broodnodige engagementen weer vanonder het stof haalde, waait er een frisse nieuwe wind in het boslandschap en zien we een stevige toename van nieuwe bossen op het terrein. Onder impuls van de Bosalliantie, waarin overheid en middenveld met vereende krachten werken, blaast de Vlaamse overheid een nieuwe dynamiek in de bosuitbreidingsdoelstellingen. Dat vertaalt zich in talrijke grote en kleine bosplantacties op het terrein.

Nog nooit zo veel ontbossing vergund als in 2020

Tot zo ver het goede nieuws. Want tegenover de broodnodige mooie inspanningen voor bosuitbreiding, staan er ook een aantal problematische en gevaarlijke tendensen. 2020 was, volgens cijfers van het ANB, een recordjaar voor bosverlies; met 296 hectare vergunde ontbossing is die sinds 2001 nog nooit zo hoog geweest (gemiddelde over die periode was 240 hectare). Daarachter schuilen soms grotere ontbossingen maar in hoofdzaak gaat het over een onafgebroken stroom aan (zeer) kleine ontbossingen: het betekent al vele jaren een sluipmoord op het Vlaamse bosareaal waarvan de meeste dossiers bovendien ook nog eens onder de radar van de publieke opinie blijven. Want voor elk Lappersfortbos waarvoor mensen op de barricaden gaan staan, zijn er vele tientallen ontbossingsdossiers waar niemand voor in de bres springt.

Ook op ecologisch vlak zijn die verliezen dramatisch, want evengoed zitten hier zeer waardevolle bosfragmenten en eeuwenoude Ferrarisbossen tussen. Die Ferrarisbossen opofferen is als onze kathedralen afbreken en ze compenseren door het bouwen van een nieuwe, grote loods elders. Het behoud van bestaand bos moet naast de realisatie van nieuwe bossen óók een speerpunt zijn van een daadkrachtig bosbeleid.

Systeemfouten

Hoe verklaren we dat ontbossingen op deze schaal worden toegestaan? De meeste vergunningen worden verleend in woongebied, industriegebied of andere harde bestemmingen, en afgeleverd door lokale overheden. Opvallend is dat het aandeel ontbossing via ministeriele ontheffing (nodig buiten die harde bestemmingen) de voorbije jaren wél is gedaald.

Dat toont niet zozeer de slechte wil van onze 300 lokale besturen, als wel de spanning die ook op lokaal niveau bestaat tussen de ambities voor bosuitbreiding en -behoud vs. de druk op onze slecht geregulariseerde open ruimte. Veel gemeenten hebben engagementen uitgesproken voor de uitbreiding van hun bosareaal, maar tussen woord en daad gaapt een juridische, praktische, inhoudelijke en financiële kloof. Zo blijkt het voor deze besturen vaak onmogelijk om hun specifieke ontbossingsdossier binnen de totaliteit van het globale Vlaamse ontbossingsprobleem te zien, en vooral om te weerstaan aan de lokale druk van kiezers, projectontwikkelaars of investeerders.

Een uitgehold Agentschap Natuur en Bos

Maar lokale besturen staan in de beoordeling van deze vergunningen niet alleen. Voor een ontbossing moeten zij vaak het advies inwinnen van het Agentschap Natuur en Bos, dat moet inschatten of de ontbossing geoorloofd is op basis van de ecologische waarde en de ruimtelijke situatie. In de praktijk blijken die adviezen echter bijna altijd positief: in 2020 bijvoorbeeld 93%.

Dit hoge aantal positieve adviezen komt in de eerste plaats omdat er in harde bestemmingen (woon- en industriegebied) al vele jaren eigenlijk standaard positief geadviseerd wordt, en meer dan 50% van de ontbossingen bevindt zich effectief in die gebieden (data voor 2018-2019). Die tendens is hoe dan ook verbonden met een gebrek aan tijd en middelen. Het Agentschap moet jaarlijks ruim 1200 adviezen opmaken wat een sterke toename betekent sinds 2015 (toen nog 834). En dat terwijl het in diezelfde periode kreeg af te rekenen met aanhoudende besparingen.

Boscompensatie hinkt verder achterop

Een ander pijnpunt in het Vlaamse bosbeleid is de boscompensatie. Door BOS+ werd de problematiek al jaren aangekaart, maar het duurde tot het vernietigende rapport van het Rekenhof uit 2016 over het rammelende boscompensatiemechanisme vooraleer de tekortkomingen echt erkend werden door voormalig minister van Omgeving Joke Schauvliege. Intussen had zich wel een historische achterstand van meer dan 1.500 ha bosverlies zonder compensatie opgebouwd. Dit is een schuld die je niet zomaar weggewerkt krijgt, alle huidige inspanningen om meer bos te realiseren ten spijt.

Ten slotte zijn er nog een substantieel aandeel ontbossingen die niet in de cijfers – of in afzonderlijke boekhoudingen terecht komen – zoals de ontbossingen t.v.v. de creatie van andere Natura-2000-ecosystemen, de kap van private bossen in agrarisch gebied jonger dan 22 jaar, sluipende illegale ontbossing waar geen handhaving op gedaan wordt, …

Geen bosbeleid zonder bosbehoud

Conclusie: BOS+ ziet fantastische nieuwe ontwikkelingen en een heel groot draagvlak voor de aanleg van nieuwe bossen, maar tegelijkertijd stelt het vast dat ontbossing en de manier waarop daar vandaag mee wordt omgegaan, nog steeds een zeer groot en urgent probleem vormt, dat bovendien de geleverde mooie inspanningen voor een deel teniet doet. Op basis van de cijfers die het ANB vrijgeeft, lijkt de bosbalans (= het verschil tussen de jaarlijks vergunde ontbossingen en realisaties door het ANB zelf of via subsidies) in 2020 voor het eerst sinds 2014 weer positief. Dat toont dat de bosuitbreidingsdoelstellingen en -campagne wel degelijk resultaat opleveren, maar zo lang de ontbossing ook gestaag blijven verder gaan blijft het toch wel dweilen met de kraan open.

Lees ook:

– Tien jaar burenruzie: ‘Uw bomen zorgen voor geluidsoverlast’

Red je het klimaat door bomen te kappen? (video)

– Geen plaats voor bos? ‘In onze tuinen kunnen we nog 8 miljoen bomen kwijt’

‘Kappen kan perfect passen in verantwoord bosbeheer’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content