Louis Ide (N-VA)

‘Historische personages hebben het recht gekaderd te worden in de historische context waarin ze leefden’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

Louis Ide heeft een aantal bedenkingen bij de uitspraken van Etienen Vermeersch. Die had gepleit voor een totale vrijheid van meningsuiting. Vermeersch vindt dat negationisme niet verboden moet zijn.

In De Zondag van 3/1/2016 geeft Etienne Vermeersch als krasse 81-jarige nog eens een interview weg, waarvan ik vermoed dat het zijn elektronisch brievenbus nu ongeveer doet ontploffen. Hij zei letterlijk: ‘…net zoals het verbod op negationisme, waardoor je bijvoorbeeld niet mag zeggen dat de Holocaust niet heeft plaats gevonden. Dat mag niet verboden zijn. Je moet dat kunnen zeggen’.

In datzelfde interview nuanceert Vermeersch onmiddellijk. Hij zegt dat bepaalde uitspraken niet beleefd zijn (zoals ‘alle boeren zijn homo’s van buffalo Benito Raman) of sommige zelfs onethisch. Maar alles moet volgens hem gezegd kunnen worden. Soms moeten we ook wat wachten, zodat we niemand nodeloos kwetsen. Denk aan de dichte familieleden van slachtoffers van de concentratiekampen, vult hij verder in het interview aan.

‘Historische personages hebben het recht gekaderd te worden in de historische context waarin ze leefden’

Even slikken misschien zo net bij de start van het nieuwe jaar. Maar ik begrijp Vermeersch ergens wel. Alleen vergeet hij -als ik mag- één essentieel element, namelijk het belang van historisch besef.

Dit voorval deed me denken aan een ander incident dat zich twee maanden geleden aan de andere kant van de Atlantische Oceaan afspeelde. Studenten bezetten er het kantoor van de voorzitter van de Princeton University in New Jersey. Ze weigerden het kantoor te verlaten tot aan hun eisen werd voldaan. Eén van die eisen was dat de naam van oud-president Woodrow Wilson van de naar hem vernoemde campusgebouwen werd gehaald.

Woodrow Wilson wordt door velen beschouwd als één van de grootste Amerikaanse presidenten. Hij was een internationalist die zich inzette voor de wereldvrede, waarvoor hij in 1919 de Nobelprijs ontving. Hij speelde een fundamentele rol in het oprichten van de Volkerenbond en slaagde er op het thuisfront in de gevolgen van een financiële crisis goed op te vangen. Maar de man had ook zijn duistere kantjes. Hij was voorstander van rassensegregatie en zijn critici verweten hem affiniteit voor de Ku Klux Klan.

Nu is het belangrijk dat die feiten niet ontkend of onder de mat geveegd worden. Integendeel, er moet juist over geschreven worden zodat ze gekend zijn door het grote publiek. Maar aan de andere kant hebben historische personages het recht gekaderd te worden in de historische context waarin ze leefden. Ze handelden naar de normen en waarden die toen heersten, niet naar wat wij nu als behoorlijk beschouwen. Om die reden weigerde de voorzitter van Princeton ook in te gaan op de eisen van de protesterende studenten. Hij zei dat alle bekende alumni van Princeton wel ergens een duistere kant hebben.

Zuid-Afrika kende dit jaar een gelijkaardige discussie. Het begon met protesten van studenten aan de University of Cape Town. Ze eisten het verwijderen van een standbeeld van de Britse imperialist Cecil Rhodes. Na een maand van protest gaf de universiteit toe om het standbeeld te verwijderen. Al snel staken er doorheen het land groepen de kop op die allerlei standbeelden wilden zien verdwijnen. Ook de radicale politieke partij Economic Freedom Fighters riep op tot het verwijderen van monumenten die herinneren aan kolonialisme of apartheid. Monumenten voor koning George V, Mahatma Gandhi, slachtoffers van de Boerenoorlog en de Eerste Wereldoorlog werden gevandaliseerd.

‘Mogen er nog straten verwijzen naar Leopold II?’

Het is niet verrassend dat er in België protest komt tegen de monumenten voor Leopold II vanwege de massamoord die hij aanrichtte in Congo. Maar wat doen we dan met de monumenten voor veldmaarschalk Foch of andere bevelvoerders in de Eerste Wereldoorlog? Wat met het Woodrow Wilsonplein in Gent? Wat met de normen en waarden van Rubens, Keizer Karel, Jozef II? Mogen dan nog straten naar hen verwijzen? Hoe ver kan je hier in gaan?

Mij lijkt het beter dat we inzetten op historisch onderzoek dat deze figuren kadert in hun context. Dat is ook waar Vermeersch meer nadruk had moeten op leggen. Er is vanzelfsprekend de vrije meningsuiting en zelfs ook het recht om iets oerstom uit te kramen. Maar een degelijk historisch besef kan al een groot deel van die kwetsende of domme uitspraken tegengaan. In die zin dat zo’n historisch besef een groot deel van de gevolgen van die uitspraken kan temperen.

‘De Belgische rol in Congo zou moeten worden opgenomen in de eindtermen van het middelbaar onderwijs. Daar bereik je volgens mij meer mee dan met het wijzigen van een aantal straatnamen.’

Wanneer men in de lagere school naar aanleiding van koningsdag les geeft over het Belgisch koningshuis is het belangrijk dat ook de rol van Leopold II in Congo wordt behandeld. De Belgische rol in Congo zou moeten worden opgenomen in de eindtermen van het middelbaar onderwijs. Daar bereik je volgens mij meer mee dan met het wijzigen van een aantal straatnamen.

Dat een historisch besef van belang is, bij het op het eerste gezicht een legitieme actie of opmerking, wordt verder nog geïllustreerd door de voorvallen die ik schetste. In mijn column over Zwarte Piet hield ik daarom al eerder een pleidooi voor meer geschiedenis in het onderwijs in plaats van een nieuwe beeldenstorm.

De studenten in Princeton ijverden namelijk ook voor aparte ruimtes voor gekleurde studenten. Dit is volgens hen nodig om dat blanken hen nooit kunnen begrijpen en dat ze dientengevolge subtiel worden onderdrukt. Maar kennen zij dan wel de geschiedenis van de rassensegregatie in het Amerikaanse onderwijs?

Of nog, de Zuid-Afrikaanse studenten die betoogden tegen het standbeeld van Rhodes scandeerden de slogan ‘One settler, one bullet’ wat zoveel betekend als ‘elke blanke krijgt een kogel’. De studenten kregen evenwel begrip uit linkse hoek, terwijl de toenmalige leider van de studentenbeweging Mcebo Dlamini zijn liefde uitsprak voor Robert Mugabe en Adolf Hitler.

Of nog, tot slot, wie de Holocaust ontkent en dat uitspreekt in naam van de vrije meningsuiting, heeft geen enkel historisch inzicht en moet dus in het maatschappelijk debat (dat elke dag gevoerd zal moeten worden), zwaar terecht gewezen worden door mensen met historische kennis. Dat had Vermeersch op zijn minst aan zijn controversiële uitspraak moeten toevoegen.

Partner Content