‘Het verleden maakt ons tot familie. Laten we ervoor kiezen allemaal kinderen van de dekolonisatie te zijn’

‘Laten we niet langer luisteren naar de witte geesten uit het verleden, maar naar de kleurrijke samenleving van nu’, schrijft advocaat Remco Bernaerdts naar aanleiding van de Black Lives Matter-protesten en de discussie over de standbeelden van koning Leopold II.

In 2018 vormde men het Afrikamuseum om tot een plaats voor zelfreflectie en open gesprekken over ons koloniaal verleden. Ik schreef eerder al dat we deze verandering vooral ook in de samenleving moesten doorvoeren. Twee jaar later, naar aanleiding van Black Lives Matter en de uitlopers daarvan, weet ik niet of we dichterbij of verder verwijderd zijn dan ooit. Het inspirerende activisme in België opent stilaan de ogen en geesten van personen die ze voordien gesloten hielden.

Eén van de gevolgen van het groeiende bewustzijn is de grotere betrokkenheid bij het dekoloniseren van de Belgische samenleving. Al jaren zijn er hieromtrent krachtige oproepen, voornamelijk vanuit de Congolese gemeenschap. De afgelopen weken klonken deze oproepen luider dan ooit en trokken plotseling veel witte Belgen (inclusief een resem columnisten) mee aan de kar.

Eén uiterst zichtbaar aspect hiervan zijn de oproepen om de straatborden, standbeelden en bustes van Leopold II in België te verwijderen. Momenteel vindt men doorheen België zulke tekens die hulde brengen aan de man die het gruwelijke systeem overzag dat miljoenen Congolezen uitbuitte en de dood injoeg voor financieel gewin.

Dit betekent niet enkel dat de samenleving al decennia lang ervoor kiest om een foute en onrechtvaardige situatie in stand te houden. Het impliceert ook dat de samenleving al decennia lang weigert om werkelijk te luisteren naar de Congolese gemeenschap in België, die nochtans in het bijzonder betrokken zou moeten zijn.

Het verleden maakt ons tot familie. Laten we ervoor kiezen allemaal kinderen van de dekolonisatie te zijn.

Enerzijds lijken we nu als samenleving vooruitgang te boeken op dit gebied. In de nasleep van verschillende acties en discussies zijn sommige straatborden, standbeelden en bustes van Leopold II verwijderd.

Anderzijds lijken we als samenleving voor stilstand te kiezen. Vele burgers en politici negeren de situatie van de straatborden, standbeelden en bustes zelfs in deze onthullende tijden. Anderen erkennen de situatie, maar negeren nog steeds het probleem en noemen het ‘geen prioriteit’. Sommigen van hen komen met drogredenen om de problematische situatie in stand te houden, anderen komen met halfslachtige oplossingen.

Hier wint echter het status quo. Al decennia zeggen burgers en politici dat de tekens van Leopold II blijven waar ze zijn en dat het debat geen prioriteit is. Dit gebeurde al dan niet in samenhang met drogredenen en valse oplossingen. Dit kon men misschien probleemloos volhouden toen de publieke ruimte voornamelijk wit leek, maar het Belgisch activisme van de afgelopen weken bewijst dat die tijd voorbij is.

Eerder dan vast te houden aan het status quo dat voortkomt uit historisch witte machtsstructuren, moeten burgers en politici het aandurven om zich open te stellen voor een leerproces inzake kolonialisme en racisme. Hier telt niet enkel de onbeweegbare mening die witte politici blijkbaar in steen gekerfd hebben, maar ook de steeds luidere en kleurrijkere stemmen die jarenlang genegeerd zijn. Door onmiddellijk de oude posities in te nemen weigert men echter om zich toe te leggen op de noodzakelijke zelfreflectie en open gesprekken.

De noodzaak van zelfreflectie en open gesprekken beperkt zich uiteraard niet tot tekens van Leopold II. Net zoals het thema over Belgische excuses aan Congo, is het thema over de tekens van Leopold II een zeer zichtbaar maar relatief weinig ingrijpend thema. Het thema is desondanks essentieel omdat het een perfecte test case is. Als men zelfs hier niet wil luisteren, zal men zeker niet aan de slag gaan met de diepere problemen. Het illustreert bovendien perfect hoe onze manier van doen en denken moet veranderen. Dit moeten we vervolgens toepassen op meer ingrijpende aspecten van de dekolonisatie van onze samenleving.

Zo is er bijvoorbeeld de socio-economische achterstelling van de hoogopgeleide Congolese gemeenschap in België. De schandalige achterstelling blijkt uit meerdere rapporten van de afgelopen jaren. De rapporten wijzen onder andere naar discriminatie op de arbeids- en huurmarkt en een gebrekkig overheidsbeleid. De politiek weigerde elke keer om actie te ondernemen en zelfs vandaag komt de Vlaamse regering niet verder dan een intriest schouwspel over praktijktesten.

Een ander ingrijpend aspect is het onderwijs, waar de koloniale tijd te weinig aan bod komt en bovendien soms nog besproken wordt op een oneerlijke en paternalistische manier. We kneden onze kinderen tot vormen die perfect passen in de puzzel van het status quo.

Dit zijn slechts enkele verdere aspecten van de ruimere dekolonisatie van onze samenleving. De essentie van dit proces is een houding tegenover ons koloniaal verleden die zelfreflectie en open gesprekken toelaat. We moeten het aandurven om met deze houding aan de slag te gaan met bepaalde culturele, socio-economische en politieke problemen die we lang verwaarloosden. Het is tijd om de dekolonisatie een prominente plaats te geven in de strijd over welke samenleving we willen zijn.

Een grote kans biedt zich al aan. De aangekondigde parlementaire commissie over ons koloniaal verleden is dead on arrival als politici zich niet nu al een andere houding aanmeten tegenover dat koloniaal verleden. Deze nieuwe houding zal essentieel zijn voor de mandatering, de opstelling en het functioneren van de parlementaire commissie. Enkel dan kan deze parlementaire commissie bijdragen aan een werkelijke erkenning van het koloniaal verleden en een werkelijke dekolonisatie in het heden.

Twee jaar geleden zond de VRT “Kinderen van de kolonie” uit, waar Congolese Belgen niet enkel spraken over de kolonie maar ook over de ongelijkheid die voortleeft omdat er nog geen dekolonisatie heeft plaatsgevonden in België zelf. Weinig witte Belgen zijn kinderen van de kolonie, misschien zijn wij eerder “kinderen van de kolonisator”.

Zoals het gaat met familie, is dat geen keuze. Bij de geboorte wordt het ons meegegeven vanuit een verleden waarin we niet bestonden. Er treft ons dan ook geen enkele schuld voor de daden in Congo-Vrijstaat of Congo Belge. Maar we zijn wat we zijn. Het verleden is wat het is, is waar het is, maar vooral, is. Het verleden is er in het heden en zal nooit verdwijnen. Deze wijsheid vindt men in de gang van het Afrikamuseum: “Alles gaat voorbij, behalve het verleden.”

Waar we wel alle macht hebben, en bijgevolg alle verantwoordelijkheid, is in onze omgang met dat onveranderlijke verleden in het heden. Hoe gaan we om met de pijn die nog steeds gevoeld wordt en met de negatieve gevolgen die een zeer reële impact hebben op zovele landsgenoten van Congolese origine?

Een beter antwoord op deze vraag kan ons wegleiden van de onwetendheid en onwil die begonnen na de dood van Leopold II en altijd in stand gehouden zijn door witte machtsstructuren. We zaten fout. Laat ons leren. Op de pleinen hoorde ik geen geroep om wraak, maar om rechtvaardigheid. Laten we niet langer luisteren naar de witte geesten uit het verleden, maar naar de kleurrijke samenleving van nu. We zijn kinderen van de kolonie, we zijn kinderen van de kolonisator, we zijn Belgen. Het verleden maakt ons familie. Laten we er nu voor kiezen om allemaal kinderen van de dekolonisatie te zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content