Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Het liberaal vuur is dat van een uitdovende kaars’

‘Het liberaal maatschappelijk project van Open VLD klinkt zo hol als een leeg olievat’, schrijft Jean-Marie Dedecker. ‘Het bestaat enkel uit het afkatten van (uiterst) rechts. Klauwen met tot op het bot versleten nagels.’

Volgens de recentste opiniepeilingen is premier Alexander De Croo nog de tweede populairste politicus van ons tochtgat aan de Noordzee. Dat is op zijn minst merkwaardig, als men weet dat zijn partij Open VLD tot de psychologische ondergrens van 10% is gezakt, en in het kielzog van CD&V zelfs tegen de kiesdrempel dreigt aan te schurken. Maar het is daarentegen niet verwonderlijk, als je weet welke vragen aan de deelnemers van dergelijke enquêtes gesteld worden om de pikorde in dit soort van politieke poppolls te bepalen. De vraag is niet wie de bekwaamste, beste of zelfs betrouwbaarste politicus is, maar wordt geniepig als volgt geformuleerd: “Welke politicus wil je nog een belangrijke rol zien spelen?” …”Voor welke van volgende politici kan u zich voorstellen dat u ervoor zou stemmen? … Door welke politicus voel je je op dit moment het best vertegenwoordigd.” 

Je moet dan al de  herseninhoud van een krop ijsbergsla hebben om de premier niet vooraan te posteren, gevolgd door een roedel ministers en partijvoorzitters, want het is tenslotte deze kneuzenbrigade die de beleidslijnen uitzet. De response rate op dergelijk gesloten lijstje is zelfs minder dan 20%.  Terwijl de partijbobo’s van het blauwe Open VLD-fabriekje zich op de borst kloppen met dit soort kanseliersbonus in de peilingen, is hun achterban hopeloos op zoek naar een nieuwe identiteit. “If you are guided bij opinion polls, you are not practicing leadership, you practicing followership” zei wijlen Iron Lady Margaret Thatcher ooit.  De voorzitter van het Liberaal Vlaams Verbond Thibault Viaene heeft het begrepen en (ver)oordeelde tegenover Doorbraak ooit vlijmscherp zijn partijbonzen met de woorden: De Open VLD is een nietszeggend marketingverhaaltje over goesting, doeners en vleugels.”

Zelfs Bart Tommelein vraagt zich dezer dagen af of een puur liberale partij nog zin heeft. In Knack vroeg hij zich luidop af of de traditionle partijen niet beter samen opgaan in één geheel. Hij zweert nu uit wanhoop en machtsbehoud bij kartelvorming met de uitgebluste trado’s om als kruk en houten been voort te sukkelen.

Het liberaal vuur is geen steekvlam maar die van uitdovende kaars. Het liberaal maatschappelijk project van Open Vld klinkt zo hol als een leeg olievat. Het bestaat enkel uit het afkatten van (uiterst) rechts. Klauwen met tot op het bot versleten nagels. Als antwoord op het succes van de zogenaamde populistische partijen komen ze bijvoorbeeld niet verder dan – in opiniestukken – te kappen op de zogenaamde nuttige idioten van Poetin; een bont allegaartje van een tot op de draad versleten Filip Dewinter met zijn adoratie voor illiberale autocraten, of van VB- plucheklevers die in 2014 straalbezopen ronddoolden op de Krim. (Roeptoeter Verhofstadt stond toen op het Maidanplein in Kiev).

Het kan verkeren, en het is soms beter de balk in eigen ogen te zoeken in plaats van de splinter in de kijkers van iemand anders. Een liberale senator kocht in 2002 in het Palestijnse Gaza een Iraakse vlag uit sympathie met de bloeddorstige dictator Sadam Hoessein. Gelukkig is zijn jeugdige overmoed ondertussen ingehaald door pragmatisme en voortschrijdend inzicht. In 2000 maakte hij ook deel uit van een parlementaire delegatie die in Noord-Korea eer ging betuigen aan Kim Jong-il. De PS’er Willy Burgeon applaudisseerde in Pyongyang zo enthousiast dat hij bij thuiskomst zelfs bij zijn rode kameraden van de Borinage in ongenade viel. De communisten zijn de echte groupies van Mao, Lenin, Stalin, en hun erfgenaam Poetin gebleven. Het was dan ook de PVDA/PTB van het olijke duo Mertens-Hedebouw dat zich op 17 maart bij de stemming in de Kamer onthield over een voorstel van resolutie betreffende het veroordelen van de agressie van de Russische Federatie jegens Oekraïne.

Er zijn andere katten te geselen in dit koninkrijkje dan het beschimpen van de tegenstander.  Velen vragen zich bijvoorbeeld af waarom je nog op de communisten zou stemmen als het overheidsbeslag opgelopen is tot 54,2 procent, en als we toch, op Frankrijk en Finland na, de grootste overheidsuitgaven van alle industrielanden hebben?

Op 2 oktober 1848 schreef Karl Marx in de Neue Rheinische Zeitung al “dat het constitutionele België niet in een revolutie zou verzinken. Het zal schandelijk wegzinken in het faillissement. De Belgische baronnen vinden de monarchie rendabeler dan de republiek.” De liberalen van Charles Rogier waren toen aan de macht net zoals de monarchistische Belgicistische liberalen met hun eigen baronieën nu (De Croo, De Clercq, De Gucht, Lachaert…). Ze knoeiden toen met staatsleningen en schatkistcertificaten en ze verhoogden voortdurend de belastingen.

De knoeiboel in de fiscale koterij is vandaag nog groter dan 175 jaar geleden. Er is geen enkele belastingdiscipline waarin we niet op het olympisch podium staan. Onze totale belastingdruk bedraagt 43% van ons bbp, na Frankrijk en Denemarken de hoogste van … de wereld. Met een impliciete belasting op arbeid van 51,5%  voor een alleenstaande werker zijn we absolute wereldtop, en met een belastingdruk van 39,8% op kapitaal zijn we na Frankrijk Europees kampioen. Onze roerende voorheffing verdubbelde op 5 jaar tijd naar 30% en de totale belastingontvangsten op vermogen bedragen hier 3,5% van ons bbp, de vijfde hoogste van de wereld! 1,5% van onze fiscale ontvangsten komt van successierechten, daarmee scoren we na Zuid-Korea de zilveren medaille op wereldniveau. Qua hoogte van de vennootschapsbelasting worden we enkel geklopt door Malta en Frankrijk.

Onze energiefactuur is een belastingbrief en onze rekeningen voor post- en telecommunicatie liggen 76% boven het Europees gemiddelde. In lasten op autogebruik komen we ook als eerste over de aankomstlijn. Belastingontwijking is voor de overbelaste burger dan ook eerder een daad van wettige zelfverdediging dan van gebrek aan solidariteit. Noeste werkers, verenig u!

Haal het geld waar het zit is eigenlijk de slogan van de maffia, maar dit gezelligheidsclubje rooft op een illegale manier. De Vivaldisten zijn echter legalisten en zweten weerom peentjes om een nieuwe naam te bedenken voor een nieuwe fiscale onteigening van de werkende burger. Framing om de inhoud te verdoezelen: rijkentaks, crisisbijdrage, miljonairstaks, koopkrachtbijdrage, overwinstbijdrage en zelfs een oorlogsbijdrage, het populistisch hersenspinsel van Groen. Als je redeloos en radeloos bent word je moedeloos, en ga je dan maar ten rade bij anderen. Als je eigen leger van 840 cabinettards het noorden kwijt is, zoek je uit wanhoop beschutting achter de rug van een roedel bevriende academici. Je richt -analoog aan de coronabetweters- een exclusief expertengroepje op “Koopkracht en concurrentievermogen” bestaande uit regimegezinde flinkse Vivaldigroupies zoals Paul Degrauwe of uit door eigen politiek benoemde topambtenaren zoals Pierre Wunsch. Een vlag om te draperen over de verrotte lading. Ze moeten nu weliswaar het warm water niet meer uitvinden, maar ze moeten uitvlooien hoe we het opwarmen van ons waterketeltje nog zullen kunnen betalen.

 De ultieme vorm van intellectuele capitulatie en besluiteloosheid van Vivaldi is echter haar enquête “Een land voor de toekomst”. Een soort volksraadpleging met als doel de partituur te herschrijven voor haar ideeëloos orkest. Er werkten zelfs politicologen zoals David Sinardet mee aan de samenstelling van deze volksverlakkerij. Van dergelijke academische betweters verwacht je eerder een neutrale politieke opstelling, maar sommigen lijken zich meer op te stellen als vazallen van het regime. Om dit huiswerk in te vullen moet je nagenoeg drie dagen verlof nemen en een handleiding “België voor beginners” onder de knie hebben. Je scrolt je een muisarm bij het invullen van de rubrieken, en je hebt een writer’s block vooraleer je je door de antwoorden op de gestuurde subjectieve vragen geworsteld hebt.

Populistischer kan niet: je projecteert je eigen behoeftes op de collectiviteit en je past je er dan maar aan.

Partner Content