Guido Lauwaert

Het kloppend hart van de Roomse Leer

Guido Lauwaert Opiniemaker

Paulus heeft het allemaal uitgekiend. Het kloppend hart van de Roomse Leer. De grootste schurk die er ooit heeft bestaan. Maar daar kraait geen haan naar.

Eerlijk gezegd begrijp ik die drukte rond de troonsafstand van huidige paus en de nakende troonswissel niet goed, al heb ik er wel begrip voor. De media varen in zulk troebel water dat zelfs het vermoeden van een scheve schaats van een soappersonage voldoende is om de ballon op te blazen, en zelfs te blijven blazen als de ballon gesprongen is. Vermoedens worden opgeblazen alvorens ze geuit zijn. Aan ballons geen gebrek. Zijn er geen meer bij de hand, dan slaat men aan het bellen blazen. Wat A als schommel zag, is voor B een klimrek en voor C een glijbaan. Quot capita, tot sententiae. Zoveel hoofden, zoveel meningen.

Schandalen in de Vaticaanse arena zijn er altijd geweest. En het ene schandaal sluit naadloos aan bij het andere. Ik hoop dat u er niet wakker van ligt want elk heeft zijn part: van de circusdirecteur tot de Zwitserse kuise jongens met stevige billen en een strakke pantalon. Quae nocent docent. Wat schaadt, baat. Geloof me vrij; de aandacht voor de schandalen juichen ze toe! Binnenkamers. Naar buiten toe moet het treurend masker dat om vergeving smeekt getoond worden, terwijl op de borst geslagen wordt onder het kakelen van Mea culpa! Mea culpa! Mea maxima culpa! Wij worden bedrogen door de schijn van wat juist is. Decipimur specie recti.

Het is geen verzinsel, wat ik beweer. Mijn vader was misdienaar, en werd koster in de Brusselse Notre-Dame aux Riche Claires. Door zijn verhalen over de schelmenstreken van de pastoors ben ik misdienaar geworden. Om na te gaan of wat hij vertelde klopte, want wie te veel bewijst, bewijst niets. Qui nimium probat, nihil probat. Het klopte… als een zwerende vinger. De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat het misdienaarschap mij tevens lokte, omdat ik vooraan wilde staan. Een kerkganger is een figurant. Daarom dat ik naast schelm ook acteur wilde zijn. En het is mij nog gelukt ook. Geen grote, maar ach, velen zijn geroepen, slechts weinig uitverkoren. Multi sunt vocati, pauci vero electi. Wie dat voor ogen houdt, heeft een mooi leven.

Het enige en echte werkelijke schandaal, waar niemand ooit mee op de grote trom geslagen heeft, en daar ben ik blij om, want als voormalig lid van de chirokapel sla ik graag op de trom, en kan uw kroongetuige er dus mee uitpakken. Daarvoor moeten we terug naar het beginnende begin. Tot bij Petrus. De visser was in wezen een doodbrave mens, en een sukkelaar. Dat kwam omdat zijn visvangst niet veel betekende. Daar brak hij zich het hoofd over. Wat leidde tot goedgelovigheid. Maar dat betekent niet dat hij leiderscapaciteiten had. Die heeft hij ook nooit gehad, en ook niet gewild. Het was Paulus die hem tot leider bombardeerde.

Petrus grootste fout was dat hij Paulus zijn gang liet gaan. Paulus had ook iemand nodig voor de grote parade, en wie kon dat beter zijn dan de eerste volgeling van Jesjoea, roepnaam Ha-Nostri en afkomstig uit de stad Gamala in het noorden van Galilea. De beklaagde waar, terloops gezegd, procurator Pontius Pilatus meer last mee heeft gehad dan met enige andere ook. Toen Pilatus de naam van de beklaagde vroeg, zoals dat er bij een verhoor aan toe gaat, stelde Jesjoea een tegenvraag: De mijne? – Natuurlijk de uwe, kreunde Pilatus, de mijne ken ik al.

Paulus plaatste zichzelf op de tweede plaats, een plaats die vaak de eerste overstijgt. Paulus was een gehaaide kerel, en haaien houden hun wijsheid liever voor zich. Waarde kristenen, Paulus was een reclamejongen à la Barnum, een betere strateeg dan Clausewitz, een lepere theoreticus dan Machiavelli, een koppiger machtswellusteling dan Bismarck, een gehaaider propagandist dan Goebbels, een grotere terrorist dan Robespierre, en een gulziger geldwolf dan Dagobert Duck, bij leven en welzijn Walt Disney.

Paulus heeft bewezen dan hij de slimste jongen van de stoutste klas was. Het bewijs is het bestaan van de rijkste en machtigste stadsstaat ter wereld. Elke koning, president, dictator staat op de stoep van het Vaticaan als de paus dat wil. Zelfs Fidel Castro trok naar Rome. En voor de eerste keer van zijn bewind, trok hij een verse onderbroek aan en ruilde – wat beleefd maar dwingend gevraagd was – zijn militaire uniform voor een net pak. Wie knielt, die likt. Wie de paus niet wil ontvangen, komt niet over de vloer. Hitler was dolgraag gegaan, maar Pius XII gaf niet thuis. Een Latijnse spreuk naar zijn hand zettend, zei hij tegen zijn camerlengo: Potius numquam quam sero. Liever nooit dan laat.

Paulus heeft het allemaal uitgekiend. Het kloppend hart van de Roomse Leer. De grootste schurk die er ooit heeft bestaan. Maar daar kraait geen haan naar. Geen kwaad woord over hem. Liever blijft men hengelen in een beek dan vissen in de zee. Terwijl juist daar de vetste vis zit. Acta est fabula.

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content