Dirk Verhofstadt

‘Het is tijd voor meer liberale ideologie’

Dirk Verhofstadt Kernlid van Liberales

‘We moeten terug naar onze ideologische roots’, schrijven Lawrence Vanhove en Dirk Verhofstadt van Liberales.

26 mei 2019 gaat de geschiedenis in als de derde zwarte zondag in de Belgische politieke geschiedenis. De extremen van links en van rechts wonnen de verkiezingen. Wie angst zaait, zal extremisme oogsten. De N-VA heeft door haar oppositiepolitiek van de voorbije maanden veel kiezers in de richting van het Vlaams Belang gedreven. Ook Groen gaat daarbij niet vrijuit met haar catastrofe-denken waar de partij voortdurend mee leurde. Over de andere partijen kunnen we stellen dat ze te veel aandacht hadden voor marketing en te weinig voor ideologische consequentie.

Voor Open VLD was de uitslag teleurstellend, zeker na de hoopvolle overwinningen in verschillende steden tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar. Met 13 procent van de stemmen, haalt de liberale partij in Vlaanderen het zwakste resultaat sinds de verkiezingen van 1961. Er zullen hiervoor meerdere oorzaken zijn, maar de belangrijkste lijkt ons het gebrek aan een inspirerend, wervend en geloofwaardig verhaal. Daarvoor moeten we terug naar onze ideologische roots.

Het liberale pensioenverhaal moet verder gaan dan ‘we moeten met zijn allen langer werken’.

De essentie van het liberalisme is het recht op zelfbeschikking, en dit op alle terreinen van het maatschappelijk leven, zowel economisch, sociaal, ethisch als cultureel. Het liberalisme is de enige ideologische stroming die het individu centraal stelt, en niet een overheid, een groep, een gemeenschap, een natie, een collectiviteit, een geloof of een volk. Van daaruit kunnen we tal van zaken voorstellen die het liberalisme uniek maken in het politiek-filosofische landschap.

Voor liberalen is het noodzakelijk dat de economie goed draait, dat de globale welvaart stijgt, dat er meer investeringen en jobs bijkomen. Daarom moeten we snoeien in de talloze regels, de vele subsidies en de verstikkende bureaucratie. De overheid moet kleiner worden. De structuren, instellingen en bestuursniveaus moeten afgeslankt worden, en een aantal ervan gewoon afgeschaft. Ondernemen moet weer echt lonen. De belastingen moeten dan ook drastisch omlaag.

Maar belastingverlagingen financieren met extra overheidsschulden is zelfbedrog. Met de huidige demografische realiteit zijn staatsschulden immers een last op de volgende generatie. De volgende generatie laten betalen voor de spilzucht uit het verleden, zonder hen zelf nog vruchten te laten plukken van hun eigen productiviteit, is ronduit schaamteloos en toont perfect aan hoe de politiek vastzit in het kortetermijndenken. We zullen moeten snijden in de uitgaven, niet met tijdelijke maatregelen, maar structureel en blijvend.

Er is duidelijk nood aan een grondige sociaaleconomische hervorming, waarbij het fiscale luik en het uitgavepatroon dermate worden gewijzigd dat iedereen erop vooruitgaat. De hervorming moet grondig genoeg zijn dat het netto voordeel opweegt tegenover het wegnemen van de fiscale koterij. Pas in die context kan je komaf maken met historische scheeftrekkingen zoals de salariswagen of de woonfiscaliteit. Wanneer deze structurele aanpak ontbreekt zal de gemiddelde burger terecht bepaalde hervormingen als een aanslag op zijn welvaart ervaren.

Ook het liberale pensioenverhaal moet verder gaan dan ‘we moeten met zijn allen langer werken’. Een ander antwoord, op mensenmaat, is aan de orde. Een flexibeler systeem, waarbij men van tijd tot tijd in zijn/haar ‘rugzakje’ kijkt en kan beslissen: nu stop ik, dringt zich op. Indien nodig kan dit nog altijd samengaan met welbepaalde sociale correcties, die men dan gericht en dus efficiënt kan besteden. Een grondig en robuust uitgewerkt stelsel ter vervanging van het repartitiesysteem is hét positieve alternatief voor de verzuchtingen van de bevolking, een positie waar de liberale partij uniek mee zou zijn.

Mensen moeten weer de vrijheid hebben om te wonen en te leven zonder die karrevracht aan voorschriften die onze bestuurders dag na dag opleggen.

Mensen moeten weer de vrijheid hebben om te wonen en te leven zonder die karrevracht aan voorschriften die onze bestuurders dag na dag opleggen. De manie om mensen in een bepaald keurslijf te dwingen, in naam van het zogenaamd ‘algemeen belang’, is doorgeschoten. Dat wil niet zeggen dat de overheid geen belang zou hebben. Op sociaal vlak is nodig dat mensen alle kansen krijgen om hun talenten te ontplooien, om bescherming te krijgen tegen ziekte, handicap en andere tegenslag. Maar cruciaal daarbij is dat alles transparant en efficiënt verloopt en dat die hulp gaat naar die mensen die het echt nodig hebben.

Ook over migratie moeten we als liberalen onze nek durven uitsteken en niet de rechtse partijen achternalopen. Migratie kan een verrijking zijn voor onze samenleving. Met een systeem van gradueel op te bouwen sociale rechten, in combinatie met een betere begeleiding qua taal en jobkansen, kan men ook de Vlamingen overtuigen dat migratie een netto positief verhaal voor economie én samenleving zal zijn. Aan de Conventie van Genève, waarbij we de plicht hebben om mensen in levensgevaar op te vangen, mag niet geraakt worden, zoals rechts en extreemrechts suggereren. De mensenrechten blijven ons richtsnoer. Anderzijds mogen we nooit tolerant worden voor de intoleranten in onze samenleving, zoals salafistische organisaties die zich steeds openlijker afkeren van onze democratische rechtsstaat.

Liberalen komen op voor het individu en keren zich tegen elke vorm van te grote machtsconcentratie, zowel van de overheid als van privébedrijven. Zo moeten we op de bres staan voor onze privacy. We moeten strijden tegen een rechts beleid van steeds meer ANPR-camera’s en het registreren van vingerafdrukken op de identiteitskaarten. Evenzo moet de overheid waakzaam zijn voor feitelijke monopolies die de grote internetgiganten dreigen te worden. De parallellen tussen rol van de kerk in de 19e eeuw, en het potentieel gevaar van de omnipotentie van internetbedrijven in de 21e eeuw zijn dan ook reëel.

Op ecologisch vlak beseffen we dat er een groot probleem is. Vanuit het schadebeginsel van John Stuart Mill kan je perfect aantonen dat klimaatopwarming alsook aantasting van de biodiversiteit en leefmilieu, schade berokkent aan de huidige en toekomstige generaties. Een overheid mag op dat vlak grenzen stellen. Maar in tegenstelling met de groenen, hebben liberalen een veel groter geloof in de creativiteit van de mens om de milieuproblemen van vandaag aan te pakken. Kernenergie van de vierde generatie mag geen taboe zijn.

De Europese Unie kan het ideale beleidsniveau zijn voor tal van zaken zoals milieu, defensie, terreurbestrijding, economie en ethiek. Wel zijn nieuwe ideeën nodig om het democratisch deficit weg te werken en het draagvlak voor dit project van vrede en welvaart te herstellen. Ondanks heel wat constructiefouten bewijst de Europese integratie al bijna 75 jaar haar waarde. De EU heeft mee gezorgd voor een enorme toename van de welvaart, voor echt vrij verkeer, voor de vrijwaring van de vrije markt, en voor de bescherming van de rechten en vrijheden van elk individu. Ook in de toekomst moet de EU blijven optreden als beschermer van de liberale en democratische rechten en tegen het nationalisme dat het Europese project wil vernietigen.

Al deze zaken maken ook duidelijk waarom liberalen nooit zullen en kunnen samenwerken met extreemrechts en extreemlinks. Beide streven naar samenlevingen die in het verleden bewezen hebben dat ze de mens onderdrukken. De liberale waarden staan haaks op het opgedrongen collectivisme van de communisten. Evenzeer staan ze haaks op het ‘eigen volk eerst’ discours van de nationalisten, omdat die leidt tot uitsluiting, discriminatie en regelrecht racisme. Het liberalisme is kosmopolitisch, open, tolerant, genereus en humaan. Daarom spreken we niet met extremisten en zullen er ook nooit mee samenwerken.

Lawrence Vanhove en Dirk Verhofstadt zijn lid van denktank Liberales.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content