‘Het is niet aan de politie om de strafbaarheid van een overtreding te beoordelen’

‘Als er geen verplichtingen meer zijn en iedereen ongestraft mag doen wat hij wil, is die strijd op voorhand verloren’, schrijft gewezen strafrechter Walter De Smedt in een opinie.

Iedereen heeft het recht om te betogen voor of tegen de coronamaatregelen. Wie denkt daardoor druk te kunnen uitoefenen op de politieke besluitvorming, volgt de juiste democratische weg. Volgens diezelfde democratische weg moet een volgens de regels bekomen politieke besluitvorming, zo lang die niet is gewijzigd, worden uitgevoerd.

Als daarbij een beroep moet gedaan worden op de sterke arm der wet, de politie, dan is daar ook niets mis mee. Als de politie of de burgemeester dat weigert zit het wél verkeerd.

Want openbare ambtenaren kunnen zich niet onttrekken aan hun ambtsplichten. Voor de burgemeesters betekent dat dat zij in overleg met de gouverneur en de gefedereerde entiteiten aanvullende preventieve maatregelen kunnen nemen. Dat houdt echter in dat zij vooreerst de door de gefedereerde entiteiten genomen maatregelen moeten uitvoeren.

Politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene bevestigde dat er geen controle zal worden gedaan op de bioscopen die ondanks het verbod toch open blijven. Artistiek directeur van KVS, Michael De Cock, vindt het ‘de evidentie zelve dat dit geen prioriteit is voor de politie’. Het is echter niet aan de politie om de strafbaarheid van de overtreding van de genomen maatregelen te beoordelen. Dat is het monopolie van het openbaar ministerie. Wie niet akkoord gaat met de maatregelen kan daarvoor naar de Raad van State.

Het is niet aan de politie om de strafbaarheid van een overtreding te beoordelen.

Ook de burgemeesters kunnen zich niet ontdoen van hun plicht om te zorgen voor de openbare orde en de volksgezondheid. Als zij dat niet doen of weigeren om federale maatregelen uit te voeren, dan is dat een ernstige tekortkoming.

Een burgmeester die met opzet gaat dwarsliggen kan zelfs incivisme worden verweten. Dat is wat Jean-Marie Dedecker, de burgemeester van Middelkerke, tot tweemaal toe heeft gedaan. Dedecker vond een achterpoortje tegen de federale beslissing om op 1 mei de opening van de terrassen te verbieden en gaf daardoor voorrang aan zijn lokale café-uitbaters ten koste van de op intensieve zorg verkerende burgers.

In de Kamer en op Knack.be hield hij ‘een pleidooi om kinderen een natuurlijke immuniteit te laten opbouwen omdat ze wel besmet maar nauwelijks ziek worden, nagenoeg niet in het ziekenhuis terechtkomen, en slechts heel uitzonderlijk op intensieve zorgen.’

Jean-Marie ging daardoor voorbij aan wat iedereen weet: ‘Dat kinderen nu toch een grotere rol spelen in de pandemie, heeft ermee te maken dat er nu veel meer kinderen en jongeren besmet zijn dan tijdens de eerste golf. Dat vergroot de kans dat ze het virus onderling en aan volwassenen doorgeven, of zelf ziek worden.’

Het staat Jean-Marie vrij om zoals iedereen zijn mening geven en daarover om het even wat te schrijven. Als burgemeester daden stellen die tegen zijn ambtsplichten ingaan, kan echter niet.

De coronamiserie is op zich al groot genoeg. Welke maatregelen er moeten genomen worden is een moeilijk en complex gegeven. Als openbare ambtenaren, de politie of een burgemeester, daarbij in tegenstrijd met de genomen maatregelen, hun eigen mening gaan volgen, wordt het helemaal chaotisch.

Daardoor wordt ook een belangrijk element van de strijd tegen het virus ernstig aangetast: als er geen verplichtingen meer zijn en iedereen ongestraft mag doen wat hij wil, is die strijd op voorhand verloren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content