Koen Meulenaere

Het goddelijke monster

Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het goddelijke monster is nog slechter dan FC De Kampioenen. En tien keer duurder.

Wij hebben nu lang genoeg gewacht zodat niemand ons kan beschuldigen van een overhaast oordeel, en wij schrijven wat volgt bij volle bewustzijn, onder invloed van drank noch drugs, en door niemand gedwongen: Het goddelijke monster is nog slechter dan FC De Kampioenen. En tien keer duurder. En er kijken tien keer minder mensen naar, elke week haken er een paar honderdduizend af, tegen de laatste aflevering zitten ze onder nul. Was er niet de figuur van nonkel Leo, de enige sympathieke van de hele cast, we zouden de term ‘rampzalig slecht’ uit de woordenschat moeten opdiepen.

Nochtans waren die drie romans van Tom Lanoye dik in orde, daaraan ligt het niet. Waaraan dan wel? De vraag stellen is ze beantwoorden. Nu is dat op zichzelf niet zo erg: de gustibus et coloribus en wat kan het ons tenslotte schelen? Jaja, met uw belastinggeld, maar nog beter dat ze het daaraan verspillen dan aan Dexia. Of aan Luc Van den Bossche.

Wat wel tegen de borst stuit, is de barnumreclame die dat amateurtoneel heeft gekregen in de zelfverklaarde kwaliteitspers. Zeer correcte informatie aan de lezers alweer. In alle goeddenkende en vooral goedoverzichzelfdenkende bladen is Het goddelijke monster vooraf aangeprezen als was het door Luchino Visconti zelf gedraaid, en als hadden ’s werelds beste schouwspelers om een auditie gesmeekt. We moesten, zo viel tussen de regels op te maken, kaarsen gaan branden voor het beeld van de Heilige Tom, uit dankbaarheid dat de VRT zijn trilogie had mógen verfilmen.

Joke Devynck werd alom geportretteerd als de diva die de rol van haar leven had gespeeld, terwijl ze met haar vertolking van Katrien Deschryver indertijd niet eens het toelatingexamen van de Studio Herman Teirlinck was gepasseerd. Het beste aan haar prestatie is haar dictie. Stel u voor dat ze zoiets had opgevoerd voor Lea Daan. ‘Oefenen kind, veel oefenen’, zou die gezegd hebben. Mark Van Eeghem zuchtte over haar: ‘Hoe vaak heb ik niet van oudere acteurs gehoord: “Je merkt wel dat jij nooit les hebt gehad van Lea Daan.” Alsof ik daardoor iets wezenlijks miste. Ik zei dan altijd: “Robert De Niro heeft ook nooit les gehad van Lea Daan.”‘

Als het ooit duidelijk is geworden dat Mark Van Eeghem nooit les heeft gehad van Lea Daan, dan wel in Het goddelijke monster. Want om bij FC De Kampioenen het equivalent te vinden van zijn onderzoeksrechter Willy De Decker moeten we afdalen tot Nerooke.

Gilda De Bal. Hoe bloedt ons hart bij ’t aanschouwen van Gilda De Bal. Een zakdoek, snel, dat wij onze tranenvloed kunnen stelpen. Benedicte Rodenburg was al erg, maar bij tante Marja is de bodem eronderuit geslagen. En zij is dan nog een van de beter uitgewerkte personages.

Wij zouden graag één uitzondering maken. U zult roepen: ‘Het is zo ver, hij is zot geworden’, maar er is in Het goddelijke monster één acteur die er in slaagt boven de middelmaat uit te stijgen. We kennen niet eens zijn naam, maar de man die een persiflage neerzette op de clowneske VRT-journalist Alex Puissant verdient een oscar. Al was het maar die van FC De Kampioenen.

Koen Meulenaere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content