Jean-Pierre Rondas

Het federale graf van de Vlaamse regeringspartijen

Jean-Pierre Rondas Lid van de Gravensteengroep en voormalig radiomaker bij Klara

Jean-Pierre Rondas: ‘De Vlaamse B-partijen, CD&V, SP.A en Open VLD, hebben hun ideologische blanco opgevuld met de grote ideologievervanger, het neo-unitaire belgicistische nationalisme.’

Ze braken zonder ziek te zijn, ze braken nacht … en zonder pijn … Ze nemen zich bedroefd in acht: de nuttelozen van de nacht.
(uit Ernst van Altena’s vertaling van ‘Les paumés du petit matin’ van Jacques Brel)

Vlaamse B-partijen: zo noem ik in mijn boek ‘De hulpelozen van de macht’ de Vlaamse partijen die in de regering Di Rupo zijn gestapt. Het gaat om CD&V, Open VLD en SP.A. Ze maken deel uit van een regering die geen Vlaamse meerderheid in het federale parlement heeft. Ook de regering zelf bestaat uit meer Franstalige dan Vlaamse ministers. Een minderheid van 40 % regeert over deze staat, omdat de Vlaamse B-partijen dat zo hebben gewild. Ze zullen het me vast niet kwalijk nemen dat ik ze als ‘belgicistische’ partijen kwalificeer.

Het gaat hier tenslotte niet om mijn scheldwoord, maar om hun rationele keuze. Ik veronderstel dat ze achter deze keuze staan. Ze kunnen altijd proberen ‘belgicistisch’ als geuzennaam aan te nemen, in een verkiezingscampagne bijvoorbeeld, en dan zien of ze daarmee succes bij de Vlaamse kiezer boeken. Dat zou dan het voordeel van de eerlijkheid bieden.

Nu laten ze zich Vlaams verkiezen, en handelen ze Belgisch. Ze denken daarmee weg te komen door deze praktijk te overgieten met flauwe sausjes van redelijke verantwoordelijkheid. Eén groep in de Belgische discussie ziet dat deze Vlaamse B-partijen zich daarmee in de vernieling rijden, en dat is de groep van de Franstalige politici. Zij beseffen dit beter dan deze Vlaamse politici zelf. Daarom vinden ze dat deze Vlaamse partijen moeten worden geholpen.

Van bij zijn eerste ministerraad op sinterklaasdag van 2011 heeft premier Elio Di Rupo inderdaad zijn Franstalige collega’s opgeroepen om de Vlaamse coalitiepartners van CD&V, SP.A en Open VLD te ‘helpen’. Ze waren immers zo ‘redelijk’ geweest om op zijn voorwaarden in deze Belgische regering te stappen.

Merkwaardig genoeg hebben de Franstaligen van de eerste dag af aan deze oproep evengoed genegeerd. Het is sterker dan henzelf. Het gevolg is dat de Vlaamse regeringspartijen hopeloos verstrikt raakten in de netten van de federale macht. Welke hulp hebben ze gekregen in ruil voor hun capitulatie in Brussel en het gerechtelijke BHV? Voor de nieuwe transfers zonder reorganisatie van Brussel? Voor de verse grendels? Vandaag, net voor de gemeenteraadsverkiezingen, gedragen ze zich als een ontredderd en uit elkaar gespeeld ploegje in vierde provinciale. Wel aan de macht in Brussel, dat wel, maar daar dan ook hulpeloos. Hoe dat zo allemaal gekomen is staat in het eerste opstel in dit boek, ‘Vlamingen helpen? Helpt nu uzelf!’

Twee keer hebben de Vlaamse onderhandelaars zich laten vangen in de fuik van de tijd. De eerste keer (na de verkiezingen van 2007) lagen ze er 184 dagen in te spartelen. Dat was de lijdensweg van Yves Leterme. De tweede keer (na de verkiezingen van 2010) werden het niet minder dan 541 dagen. Telkens zijn de Vlaamse B-partijen uiteindelijk voor de francofone wil geplooid. De vraag is of ze een derde kans krijgen.

De Franstaligen hadden de methode geperfectioneerd die door François Mitterrand was aangeprezen: ‘il faut donner du temps au temps’. Men zou wat tijdens deze twee lange impasses is geschied, kunnen vertellen als een verhaaltje met als titel ‘Elio et le temps’ …

Toen ik in 2010 over suïcidale dialoog en rotte compromissen schreef, waren de B-partijen net afgestraft voor de eerste 184 dagen. Wat ik toen aankondigde heeft zich bewaarheid: twee jaar nadien is het compromis nog wat rotter, en de dialoog nog wat suïcidaler gebleken. De afstraffing wordt navenant groter. Dat evoceer ik in ‘Vlamingen helpen’ (2012). Daar suggereer ik ook het einde van de ‘fonie’. De strategie moet helemaal om.

Onlangs suggereerde een Vlaams politicoloog om over die 541 dagen helemaal niet meer te spreken, ze gewoon te vergeten en uit te wissen. België moest nu maar eens een nieuwe start krijgen. Interessant voorstel van iemand die aan de universiteit doceert. Hoe kan je nu zwijgen over het Belgische debacle par excellence, over het wereldrecord regeringsvorming dat de Vlamingen volle vier jaar hebben moeten ondergaan omdat de Franstaligen dat zo wilden?

Dit boek gaat, met andere woorden, over de herschikking van het Vlaamse partijenlandschap die er al een tijd zit aan te komen. Een verklaring voor deze evolutie zoek ik in de aard van de compromissen waarmee de Vlaamse traditionele B-partijen zich aan de Belgische macht hebben vastgeklonken. Omdat SP.A, Open VLD en Groen voor de Vlaamse zaak sowieso verloren zijn, moet ik mijn aandacht voornamelijk richten op de houding van CD&V, weggezakt in de Belgische staatsraison. De ‘rustigende vastheid’ van deze partij (ook herhaald in de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen) verdient een ‘daensistisch’ antwoord. Dat geef ik in het tweede langere opstel, ‘Zelfmoordkonijntjes op het Eenbeekeinde’, waarin ik oproep om de ontzuiling te voltooien en alle componenten van de christelijke zuil (voornamelijk vakbond en mutualiteit) massaal te verlaten. Zij zijn ons vertrouwen niet meer waard.

Als deze teksten dus het midden houden tussen het essay en het politieke pamflet, dan komt dat door mijn scherpe gevoel van desillusie met de politieke praktijken zowel van het Vlaamse socialisme als van de Vlaamse christendemocratie. Beide zijn gezwicht voor de verleiding van het gemakkelijke geld – terwijl net zij hun leden en de burgers in het algemeen tegen de uitwassen van het kapitalisme zouden wapenen.

Bij de socialisten ging het om belangenvermenging en corruptie inzake partijfinanciering. De actoren uit die schandaalperiode overlijden nu een na een, maar de beweging en het linkse gedachtengoed hebben in Vlaanderen onherstelbare schade opgelopen. Bij de christendemocratie doet me dat persoonlijk nog meer pijn. Waarom dat zo is, probeer ik in het ‘daensistische’ opstel uit te leggen aan de hand van de figuur van de bode, die onlangs in het financiële ACW- en Arco-debacle als getuige à decharge werd opgeroepen.

Zowel het Vlaamse socialisme als de Vlaamse christendemocratie hebben gebruik gemaakt van de neoliberale methodes die ze met woorden veroordelen. Ze hebben aan deze methodes geloof gehecht. Vandaag hebben ze de grootste moeite om te bekennen dat dit fout was. Laten we ze dus met de voeten wegstemmen.

De belangrijkste reden daarvoor is dat ze hun ideologie te grabbel hebben gegooid en nadien het ideologische blanco al te gemakkelijk hebben opgevuld met de grote ideologievervanger, het neo-unitaire belgicistische nationalisme. Vorig jaar vertelde de voorzitster van SP.A ongegeneerd dat haar partij, samen met Open VLD, CD&V en Groen het over 90% van de materies voor 90% eens waren. Een maand voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 beweerde een Antwerpse CD&V-schepen net hetzelfde over CD&V en SP.A. Waarom stichten ze dan niet snel een eenheidspartij? Behalve enkele persoonlijke carrièreprobleempjes zou er slechts één serieuze kwestie vooraf moeten worden geregeld: onder welke categorie vang je deze nieuwsoortige hulpelozen van de macht? Wel, als compensatie voor hun ideologische geslachtsloosheid dient zich daar de noemer van het belgicisme aan.

Belgicisme als laatste ideologie: zo werkt het nu toch ook al een hele poos …

Belgicisme als last stand, als dernier carré, als vastklamp-ideologie voor tripartite-gezinden. Belgicisme als ersatz-ideologie die de nostalgie naar de verdrongen ideologieën moet temperen. Belgicisme als troostideologie voor de geknakte idealen. Belgicisme als verkleefdheid aan een bloedeloze staatsconstructie, vermomd als morele houding. Belgicisme voor wie het niet meer weet.

In deze context is Antonio Gramsci’s definitie van crisis het overwegen waard. In vrije vertaling luidt het dat er crisis heerst wanneer de oude wereld sterft en de nieuwe wereld nog niet goed weet of hij wel geboren wil worden. En in de deemstering daartussen lopen, samen met Jacques Brels nuttelozen van de nacht, Vlaanderens hulpelozen van de macht.

Jean-Pierre Rondas

Jean-Pierre Rondas, De hulpelozen van de macht. Het federale graf van de Vlaamse regeringspartijen. Pelckmans, 151 p., €15,00.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content