Guillaume Van der Stighelen

Het bos versus de bouwheer: ’30 villa’s bouwen. Dat zijn jobs, jobs, jobs.’

Guillaume Van der Stighelen Guillaume Van der Stighelen schreef na zijn reclamecarrière de bestseller Echt (Lannoo), over onze drang naar authenticiteit.

In de laatste week van de zomer, leest u elke dag van de week een zomercolumn van Guillaume Van der Stighelen.

Guillaume Van der Stighelen
Guillaume Van der Stighelen© Karl Meersman

Noem mij romantisch, maar een oude beuk in volle zomer, ik word daar zachtmoedig van. Niet dat ik hem meteen ga knuffelen. Maar als er mensen zijn die dat willen doen, dan snap ik ze volkomen.

Ik zit onder zo’n oude beuk. Een rode dan nog wel. Ergens in de tweede helft van de negentiende eeuw heeft een grootgrondbezitter of bankier die geplant. Hier bij de vijver. Van de zeven generaties die er tussen toen en nu rondliepen, is er niet een geweest die deze beuk gekapt heeft. Waardoor hij er nu nog staat. Knoestig en stevig. Met dikke zware takken die over het water hangen boven een hoen die haar kuiken tussen het riet jaagt. Eén dat nog overblijft van de zeven die ze weken geleden vol levenslust de lente tegemoet leerde zwemmen. Op een blad van de gele plomp zit een kikker met een opvallend rustige blik. Oogluiken halfdicht. De zon komt van hoog.

Het bos versus de bouwheer

Mijn kop thee staat op de krant die open ligt. Op een foto poseert een man trots voor een bos. In lokale klederdracht. Donkerblauwe blazer, lichtblauw hemd en beige pantalon. Zilvergrijze haren achterover gekamd. Schaarser dan twaalf jaar voordien, toen zijn strijd begon. Tegen een bouwvergunning. En hij heeft gewonnen, zo getuigt hij.

Over de krant heen zie ik de waterhoen peddelend naar voedsel zoeken. Het jong kijkt toe van tussen het riet. Ik zet mijn kop opzij en lees verder.

Een bouwpromotor had een kasteel met omliggende bossen gekocht om er, tja wat doen bouwpromotoren, ooit op te bouwen. De overheid had het gebied ingekleurd als ‘woonparkgebied’, wat zoveel wil zeggen als ‘vecht het zelf maar uit’. Wat de promotor dan ook maar gedaan heeft. Hij deed een aanvraag voor de bouw van een dertigtal villa’s om er een gated community te creëren. Een omheinde gemeenschap dus, want verkavelen mocht niet. Een mooie grote gemeenschappelijke tuin met genoeg ruimte voor iedereen en één gedeelde toegangspoort. Met andere woorden, een sociaal project. Er moesten alleen maar wat bomen sneuvelen. Beuken waar je met een zuidelijke oriëntatie toch niets aan hebt en bovendien verbruikt een bladblazer veel benzine. Niet goed voor de planeet. De aanvraag werd uitgehangen zoals het hoort, en een buurman heeft er zijn oog op laten vallen. De man op de foto. Met milde blik en triomfantelijke houding van een overwinnaar. Hij heeft de bouwpromotor verslagen. Aanvankelijk stond hij alleen. Maar toen hij andere buurtbewoners voorrekende dat de promotor een kleine vijfentwintig miljoen zou verdienen aan deze speculatie gingen de hooivorken de lucht in. Een beetje beursnijd, dat scheelt altijd.

Intussen zwemt het kuiken stiekem ook de vijver op. Tussen twee lelies door het zonlicht in.

Het bos versus de bouwheer: '30 villa's bouwen. Dat zijn jobs, jobs, jobs.'
© iStock

De bouwpromotor staat niet mee op de foto. Dat is begrijpelijk. Die zit, denk ik, thuis naar het artikel te staren. Ook onder een oude beuk. Bouwpromotoren wonen graag landelijk. Twaalf jaar van zijn leven heeft het hem gekost. Om nog te zwijgen van de advocatenrekening. Twaalf jaar lang heeft hij tegen zijn vrouw, tegen zijn partners, gezegd dat ze geduld moesten hebben. Dat het allemaal wel zou keren als het groene en rooie gif uit de administraties zou zijn verwijderd. Dertig villa’s bouwen. Dat zijn jobs, jobs, jobs. Dat houdt niemand tegen in deze moeilijke tijden. Twaalf jaar lang heeft hij erin geloofd. Geholpen door de onduidelijkheid van de richtlijnen en de veranderingen in het bestuur. Aangemoedigd door vrienden en collega’s en waarschijnlijk ook iemand die thuis is in politieke wandelgangen. Tot bij de Raad van State is hij gegaan. Om de beslissing van het vorige bestuur aan te vechten. Het heeft niet mogen baten. Het bos blijft.

Dertig villa’s bouwen. Dat zijn jobs, jobs, jobs.

Het plaatselijke bestuur, dat nochtans de procedureslag gewonnen heeft, staat ook niet op de foto. Maar het komt wel aan het woord. Niet de nieuwe burgemeester zelf, al heeft die de verkiezingen met ruim overschot gewonnen. Hij heeft zich laten vervangen door een collega van een partij die iets minder ruim heeft gewonnen. Die zegt dat het bestuur blij is met de uitspraak, maar niet triomfeert. ‘De promotor heeft alles uitgeprobeerd wat binnen de wet is toegestaan, dat verdient respect. Het is zijn volste recht.’

Diepe zucht. In gedachten ziet de promotor de blik van zijn vrouw. Dat ze het altijd gezegd heeft. Dat het een domme bevlieging was om dat domein te kopen. Dat die adellijke familie hem goed heeft liggen gehad. Dat hij altijd te trots is geweest om dat toe te geven. En dat hij nooit naar haar luistert. Zoiets. Hij kijkt naar de kop boven de foto.

‘Er liep vorige week een reebok rond ons huis. Dat bewijst dat het de moeite loonde.’

Wat hem doet denken aan de verschillende wijzen waarop men reebok kan bereiden.

Tussen het riet glijdt iets door het water. Een rat. Met in haar bek het kuiken. De waterhoen kwettert. De oogleden van de kikker sluiten. Het leven is een strijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content