Ludo Bekkers

Herdenking van WO I door de ogen van Jimmy Kets: ‘Respectvol, maar ook gerelativeerd’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Er is altijd wel iets te vinden dat afbreuk doet aan het door de jaren opgebouwde verhaal van de Eerste Wereldoorlog dat dit jaar opnieuw wordt opgepoetst. Jimmy Kets bewijst oog te hebben voor dergelijke details.

Fotografie is uiteraard de kunst van het zien meer dan louter kijken. Het talent daarvoor is soms aangeboren en vaker aangeleerd door het veelvuldig gebruik van de camera en het leren “in beeld zetten” van een onderwerp. Het is niet aan iedereen gegeven en daarom zijn er zoveel middelmatige fotografen. De uitzonderingen die de regel bevestigen behoren tot zowat alle categorieën van genres. Beoefenaars van de documentairefotografie bijvoorbeeld hebben oog voor het specifieke element dat informatie geeft over het onderwerp dat hen bezig houdt. Ze kunnen dat heel cool en afstandelijk doen of er een visie op ontwikkelen die er een bepaalde interpretatie aan toevoegt. Daardoor wordt er soms een belangrijke dimensie aan toegevoegd.

Een uitstekend voorbeeld van deze attitude is de huidige tentoonstelling met recent werk van Jimmy Kets (Lier, 1979). Kets is een persfotograaf (De Morgen, De Standaard) die bewezen heeft een oog te hebben voor een betekenisvol detail dat de synthese is van een gebeurtenis. Wat hij nu toont is in zekere zin een opdracht van het Vlaams Vredesinstituut.

Het wilde een fotoreeks die een beeld zou geven van de plaats die de herdenking en herinnering aan de Eerste Wereldoorlog vandaag inneemt. Dat is in se geen eenvoudige noch gemakkelijke opgave. Maar Kets heeft er een heel persoonlijk inzicht over uitgewerkt. In de zowat dertig grootformaat kleurfoto’s die op de expositie te zien zijn wordt het onderwerp benadert met een schalkse knipoog. Er zijn de monumenten, de kerkhoven, de al dan niet gerestaureerde sites maar aan iedere foto is er een anekdotische hoek te vinden.

Respectvol, dat wel, maar er wordt ook gerelativeerd. Het valt soms niet direct op maar bij nader toekijken is er overal wel een element te vinden dat haaks staat op de mythische betekenis van de plek of het monument. Er is altijd wel iets te vinden dat afbreuk doet aan het door de jaren opgebouwde verhaal dat dit jaar opnieuw wordt opgepoetst. Het ligt soms aan een detail zoals een gerestaureerde loopgracht van de Dodengang in Diksmuide waar aan een kleine bunker een vuilnisbak werd opgehangen of, totaal anders, een groep jongelui voorbij loopt aan het monument van Albert I aan de Kunstberg en waarvan er één een diepe buiging maakt met een Belgische vlag in de hand. Je komt niet te weten of het menens is of een grap. In andere foto’s die aanleiding zouden kunnen geven tot een poëtische invalshoek wordt die “romantiek” even doorbroken zoals op de Duitse militaire begraafplaats in Langemark waar vier gestileerde menselijke figuren kijken naar de platte grafstenen en waar vier hangjongeren in de hoek van de foto een contrapunt vormen met de sculpturen. En zo is er in elk beeld wel iets te vinden dat respectloos/respectvol de situatie actualiseert.

Herdenking van WO I door de ogen van Jimmy Kets: 'Respectvol, maar ook gerelativeerd'
© Jimmy Kets
Herdenking van WO I door de ogen van Jimmy Kets: 'Respectvol, maar ook gerelativeerd'
© Jimmy Kets

Jimmy Kets weet perfect dat zien meer is dan kijken, hij neemt er z’n tijd voor, wacht op het beslissende moment en creëert een beeld dat de aandachtige toeschouwer blijft boeien omdat het zijn betekenis niet zomaar prijs geeft.

Tentoonstelling Jimmy Kets, “The graves are nice this time of the year” Brussel, Loketten van het Vlaams Parlement, nog tot 24 december. Bijbehorend boek, Uitgeverij Hannibal ISBN 978 04 9137 6962.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content