Huub Broers

‘Heeft een burgemeester nog wel zin in een kleinere gemeente?’

Huub Broers Burgemeester van Voeren (N-VA)

In deze bijdrage voor het Schaduwparlement van Knack.be vraagt Huub Broers zich af of een burgemeester in kleine gemeentes wel verkozen moet worden. Hij pleit voor een systeem zoals in Nederland, maar dan wel in een groepering van gemeenten zonder dat ze moeten fusioneren.

Het ambt van burgemeester heet een ereambt te zijn. Maar al te vaak wordt er geen rekening gehouden met de verantwoordelijkheid die burgemeesters verplicht moeten opnemen. Dat doen ze met plezier en soms – in kritieke situaties – ook wel eens met wat spanning. Niet zozeer om de reacties, maar wel omdat er altijd iets mis kan lopen. Zelfs in de kleinere gemeenten zoals de mijne kan er iets gebeuren. De burgemeester is volgens de wetgever immers exclusief bevoegd voor alle zaken die door diezelfde wet- en decreetgever niet toebedeeld werden aan het College en aan de gemeenteraad. Dat zijn bijvoorbeeld politietaken, brandweer, civiele veiligheid en in het geval van de faciliteitengemeenten de moeilijke opdracht om de taalwetgeving in en door zijn bestuur te doen toepassen. In die laatste opdracht kan je nooit echt goed doen voor iedereen. Ofwel ben je te zacht voor de ene en dan ben je te hard voor de andere. Zelfs als je de wet erg nauwgezet toepast, krijg je klachten aan je broek.

Burgemeester is niet diegen die alles beslist

Maar, laten we het even over de belangrijke dingen hebben. De vraag of een burgemeester nog wel zin heeft in een kleinere gemeente is er zo eentje. Ik heb mijn twijfels en met mij ook nog andere collega’s. Je hebt dan wel nog de bevoegdheden uit het eerste deel van mijn bijdrage, maar voor de rest ben je erg beperkt. En laat dat nu net zijn wat de mensen niet altijd begrijpen. Voor hen is de burgemeester in een kleine gemeente degene die “alles beslist”. Tekenen ja, beslissen neen! Even uitleggen…

In elke gemeente heb je voor het dagelijks bestuur een college van burgemeester en schepenen en daarboven ook nog een gemeenteraad. Volledig legitieme en noodzakelijke organen waarvan de burgemeester 1 lid is van de zovelen. In het college verdeelt hij wel de taken en zit hij de vergadering voor. Maar zijn stem is nooit doorslaggevend. Door het speciale statuut van onze gemeente kan bovendien elk lid een punt blokkeren waarna het naar de gemeenteraad verzonden wordt. Heeft de gemeenteraad bovendien zijn goedkeuring gegeven over een Meerjarenplan – waar je zelf in de voorbereiding met volle overtuiging aan meewerkte -, dan is zo een burgemeester totaal ingedekt, maar ook ingekapseld. Hij is dan verplicht voorstellen te doen die daarin kaderen en mag daar niet buiten gaan. Inventief zijn zoals in het verleden is niet meer aan de orde. Het grote voordeel daarvan is dat de financiële situatie altijd onder controle blijft.

Verantwoordelijkheid in crisissituaties

De Vlaamse Overheid stelt bovendien al haar vertrouwen in het MAT, het managementteam, waarover elke gemeente dient te beschikken. Daarin zetelen de secretaris en alle diensthoofden. De burgemeester ook, maar dan wel met adviesrecht en niet met beslissingsrecht. Dat doen de diensthoofden, hem al dan niet volgend. Het zou dus in extreme omstandigheden wel eens kunnen dat zo een burgemeester tegengesproken – of in ergere omstandigheden tegengewerkt – wordt door dat specialistenteam. Onze gemeente heeft het geluk om over een schitterend en bekwaam team te beschikken. Een afspiegeling van het grootste deel van ons ambtenarenkorps. Zo een MAT beschikt over alle ambtelijke gegevens en wettelijke kennis en vormt dus de CEO-club van de gemeente. De burgemeester luistert, brengt adviezen in en zij beslissen. Dat vergde een grote aanpassing wanneer je vroeger anders mocht en moest besturen. Toen was jij als burgemeester de CEO die meestal aan zijn dagelijks bestuur (het college) en de Raad van Bestuur (de raad) voorstellen deed. Die werden vooraf in de politieke partijen doorgenomen en bijgeschaafd. Dan werden ze in die vorm aangebracht en voerden de ambtenaren ze uit. Die burgemeesterlijke macht is in kleinere gemeenten natuurlijk niet meer van deze tijd en je schikt je daarnaar.

Uiteraard denk je daar ook over na en als ook andere collega’s je zeggen dat ze vaker datzelfde aanvoelen, dan probeer je uitwegen te verzinnen. Een collega verwoordde het zo: “wij burgemeesters Huub, wij zijn wel nog goed om in crisissituaties alle verantwoordelijkheid te dragen en daar dan op afgerekend te worden. Zeker als het fout loopt. Wat je voor de rest nog mag doen, valt niet op. Dat gebeurt meestal achter je bureau waar niemand je ziet. Op je handtekening onder een vergunning na. En als die afgekeurd wordt staat jouw handtekening daaronder, niet die van degenen die mee beslissen”. Hij had daar wel een punt. Maar dat moet je er volgens mij bijnemen. Het is in geval van crisissituaties jouw taak om als eerste en vaak enige politicus in de bres te staan. De anderen kunnen je om verantwoording vragen tijdens de vergaderingen. Die legitieme democratische controle is volgens mij trouwens een must in elk politiek bestuur.

Kosten lopen op

Gelukkig kan je in de tussentijd de meeste dossiers doornemen en probeer je van het specialistenwerk iets te verduidelijken voor jezelf en aan de mensen. Ook moet zo een burgemeester de schakel zijn tussen de terecht kritische bestuurders van zijn partij en de administratie. Daar vind ik mijn burgemeestersgenoegen in. Maar is dat voldoende als burgemeestersopdracht? Een schepen zou dat net evengoed kunnen doen.

Voor mij blijft dus de vraag of zo een burgemeester nog een verkozene des volks moet blijven in de kleinere gemeenten. Uiteindelijk moet die kleine gemeenschap elke maand een bedrag voor mij en mijn collega’s op tafel leggen. En vanaf 65 of – daar sta ik achter – 67 jaar ook nog een pensioentje. Dat hoopt op voor kleinere besturen. Dat kan vermeden worden.

Uitvoerend minister

Ik kan mij levendig voorstellen dat een burgemeester in grote steden zoals Antwerpen of Gent, maar ook in middelgrote of landelijke gemeenten boven de 10.000 inwoners wel echt nodig is. In de grootste steden heeft een burgemeester volgens mij zelfs meer invloed en zeggingskracht dan een gouverneur of is hij zelfs het equivalent van een uitvoerende minister. Maar niet in dorpen onder de 8.000 inwoners, lijkt mij.

Moeten wij in de huidige context niet met zijn allen durven nadenken over de taakinvulling van burgemeesters in kleinere gemeenten? Moeten wij niet durven concluderen dat het niet de taak moet blijven van een verkozene? Zou de Vlaamse overheid met de federale niet moeten afspreken dat we in die gemeenten naar een ambtelijk managersmodel moeten gaan? Dan kan je enkele gemeenten groeperen onder één burgemeester. Ze blijven dan wel zelfstandige gemeenten, maar worden in het dagelijks bestuur extern gemanaged via een beroepsburgemeester die de risicotaken op zich neemt en het college voorzit. Een beetje naar Nederlands model, maar dan wel in een groepering van gemeenten zonder dat ze moeten fusioneren.

Het debat is open en zolang er geen licht schijnt aan het uiteinde van de tunnel, doen we gretig voort en bereiden we ook… de volgende verkiezingen voor. Want dat speelt ook mee, als we eerlijk durven zijn met onszelf.

Partner Content