Rik Van Cauwelaert

Havel

Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Afgaand op de huidige wankele staat van de Europese Unie hebben de Europese politici die vandaag de grote Europeaan Vaclav Havel eren, niet altijd even aandachtig naar hem geluisterd.

Vorige zondag overleed Vaclav Havel, toneelauteur en de laatste president van Tsjecho-Slowakije. Havel was na de scheiding met Slowakije, die hij niet had gewild, de eerste president van Tsjechië.
In de talloze commentaren op zijn dood werd Vaclav Havel een groot Europeaan genoemd. Maar wat daarmee precies werd bedoeld, werd zelden toegelicht.

Vaclav Havel was – net als de Polen Adam Michnik en Lech Walesa – een van de belangrijkste Oost-Europese ‘dissidenten’ die eigenhandig het IJzeren Gordijn ontmantelden en daar, vaak samen met hun gezin, een zware prijs voor hebben betaald.

Havel, geboren in een zeer welgestelde familie van zakenlui en – van moederskant – diplomaten, had het land kunnen verlaten, mocht hij dat hebben gewild. Het communistische regime heeft overigens lang genoeg geprobeerd de weerspannige toneelauteur het land uit te jagen.

Maar Havel bleef en hield zijn verzet tegen het communistische regime vol. Het kostte hem niet alleen jaren van dagelijkse pesterijen door de veiligheidsdiensten, ook jaren gevangenis. Dat maakte zijn verzet alleen maar krachtiger.

Want ‘een gevangenis is in wezen niet meer dan een tekort aan ruimte, ruimschoots goedgemaakt door een overvloed aan tijd’, was de bedenking van een andere dissident, de Russische dichter Josef Brodsky die vooraleer hij in 1972 uit de Sovjet-Unie werd gezet jaren in een strafkamp doorbracht, na een veroordeling wegens ‘sociaal parasitisme’.

Autoritaire regimes zijn bijzonder vindingrijk als het erop aankomt dissident volk achter de tralies te krijgen. Zo werd Vaclav Havel in 1989 nog tot negen maanden cel veroordeeld omdat hij ‘op straat stond’, tijdens een herdenking van de dood van Jan Palach, de student die twintig jaar eerder zichzelf in brand stak als protest tegen de bezetting van Tsjecho-Slowakije door de Sovjets.


Vaclav Havel wilde de Europese klok die, althans voor de Oost-Europeanen, na de Tweede Wereldoorlog was stilgezet opnieuw in beweging krijgen. Zijn grootvader, de diplomaat Hugo Vavrecka, was minister in de regering van Edvard Benes die, in de steek gelaten door de West-Europese mogendheden, noodgedwongen het Sudetengebied moest afstaan aan nazi-Duitsland.

Havels generatie zag dan weer hoe de rest van Europa wegkeek toen Sovjettanks in 1956 Boedapest en in 1968 Praag binnenrolden.


Terwijl het westelijke deel van het continent een met Amerikaanse steun heropgebouwd en stilaan verenigd Europa als het ware in de schoot geworpen kreeg, hebben Havel en zijn generatie de aansluiting bij dat Europa moeten afdwingen, ten koste van veel persoonlijk leed.

De scheiding tussen Tsjechië en Slowakije heeft hij niet kunnen verhinderen. Al zou hij later in zijn laatste nieuwjaarstoespraak als Tsjechisch president benadrukken dat die scheiding ‘ hoe vreemd ze ook leek toen ze zich voltrok, finaal een goede zaak was’. ‘Tsjechen en Slowaken’, zei Havel, ‘zijn nu nauwer verbonden dan voorheen’.

‘Omdat ze nu samen onder één Europees dak leven, was het eigenlijk maar een tijdelijke splitsing’, zou Havels adviseur Jiri Pehe later verduidelijken.


Maar ook die Europese Unie was niet altijd wat Vaclav Havel voor de Tsjechen en Slowaken had gedroomd.

Nadat de Europese Raad begin 2002 een document had goedgekeurd waarin gesteld werd dat Europa de belangrijkste economische entiteit ter wereld moest worden, minstens even sterk, zo niet sterker dan de Verenigde Staten, nam Vaclav Havel in Rome het woord en liet zijn ontgoocheling de vrije loop.

‘Waarom moeten we de sterkste en de beste zijn? Waarom moeten we ons afzetten, indien niet tegen Azië dan wel tegen Amerika?’ vroeg hij zich af.

‘Wij bouwen niet langer een imperium’, zei Havel toen. ‘We bouwen iets totaal verschillends: een democratische unie van staten bestaande uit gelijke burgers en naties. Het is mijn diepste overtuiging dat die immense taak niet kan worden volbracht zonder grondig na te denken over onszelf. Het zal ons toch om meer te doen zijn dan alleen akkoorden over reguleren en dereguleren van energieprijzen, over stemprocedures in de gemeenschapsinstellingen en -executieven, over de verdeling van middelen, of over de techniek om reguleringen op te stellen?’

Zijn Europa, zo voegde Havel eraan toe, was ‘dat van Albert Camus, Franz Kafka, Samuel Beckett, Umberto Eco en de vele anderen die de traditie belichamen van Europese twijfel en verwondering en van Europese bescheidenheid die wij voor alles moeten ontwikkelen.’

Afgaand op de huidige wankele staat van de Europese Unie hebben de Europese politici die vandaag de grote Europeaan Vaclav Havel eren, niet altijd even aandachtig naar hem geluisterd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content