‘Grondrechten onder druk? De gelegenheid maakt de dief’

‘Wie onze grondrechten meent te verdedigen, kan dat niet enkel doen wanneer dat hem of haar goed uitkomt’, schrijft gewezen strafrechter Walter De Smedt.

In zijn opinie ‘Grondrechten treedt je nooit een beetje met voeten’ toont N-VA-Kamerfractieleider Peter De Roover zich zowaar een verdediger van de grondrechten. ‘Samenscholingen van meer dan vier personen worden verboden, kappers en schoonheidssalons blijven gesloten, maximum 15 personen mogen aanwezig zijn bij een begrafenis, elk gezin mag één persoon thuis ontvangen en een alleenstaande mag twee personen ontvangen (hoera!). Ook de avondklok blijft gehandhaafd.’ (…) ‘De grondwetgever heeft dus wel degelijk voorzien dat beperkingen op dit grondrecht aangewezen kunnen zijn in uitzonderlijke omstandigheden, maar enkel bij wet. Toch leggen deze en de vorige regering ons keer op keer zeer zware beperkingen op door middel van een ministerieel besluit.’

Grondrechten onder druk? De gelegenheid maakt de dief.

De Roover heeft groot gelijk om alle aandacht aan de eerbiediging van de grondrechten te geven. Alleen kan je dat niet een beetje, en nog minder wanneer het enkel in je kraam past. Toen Bart De Wever in zijn oorlog tegen het terrorisme “administratieve” huiszoekingen en vrijheidsberovingen voorstelde was dat niet een beetje tegen de grondwettelijke bescherming van de woonst en van de persoon. Zowel het eerste, “Pauvre homme dans sa maison est Roy“, als het tweede, het “Habeas corpus“, zijn rechten die sinds de middeleeuwen enkel door een rechterlijke bevel kunnen worden geschonden. De Roover zelf ging nog verder: hij verklaarde om de uitstap uit de regering, omwille van het Marrakesh-pact, te vergoelijken dat de Mensenrechten geen universele waarde hebben. Ook de achterliggende reden waarom De Wever en zijn fractieleider de meest essentiële grondrechten en zelfs de Mensenrechten opzij schoven zijn niet te vergelijken met deze die in de coronacrisis worden genomen: vergelijk het aantal doden in de oorlog tegen het terrorisme met de slachtoffers van Covid 19.

Niet alleen De Wever en De Roover passen hun mening over de grondrechten aan naargelang het hen politiek uitkomt. De vorige justitieminister Koen Geens stapte er over in de meest verregaande van zijn hervormingen. Gelukkig werden zowel de afkoopwet, die het gelijkheidsprincipe onder alle burgers schond, als de pogingen om de “ballonnetjes” van De Wever uit te voeren, de uitbreidingen van de bevoegdheden van de procureurs ten overstaan van de bescherming van de persoon en van de woonst, door het Grondwettelijk Hof afgekeurd en vernietigd.

Op 11 oktober 1978 trok premier Tindemans naar de Koning om er het ontslag van zijn regering aan te bieden. Hij deed het omdat hij vond dat bij de besprekingen van de staatshervorming (Egmondpact) de Grondwet als “een vodje papier” werd behandeld. Wie deed het hem na? Sindsdien wordt de Grondwet als een vodje behandeld en opzij geschoven telkenmale het in het politiek kraam past. Dat is nu in de opinie van De Roover opnieuw erg zichtbaar. Hij meent in de frustraties van de winkeliers een bodem te vinden om de maatregel van de minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke tot sluiting aan te vechten. Dat de door de minister als ” schokgolf” omschreven maatregel ook op wetenschappelijk advies steunt is voor De Roover geen beletsel om de winkeliers tegen de minister op te zetten. Dergelijke vorm van volksverlakkerij kan je enkel omschrijven als een toepassing van de gekende volkse wijsheid ” De gelegenheid maakt de dief.” Voor politici als De Roover is iedere gelegenheid goed om het groeiend vertrouwen van de bevolking in deze regering te bestelen door beweringen die kant noch wal raken. Dat de winkelsluiting een maatregel is om de derde golf te vermijden, is hem geen zorg.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content