Greg Van Avermaet kijkt uit naar de Tour: ‘Liever koffie dan ketonen’

© belga
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Uiteraard gaat Greg Van Avermaet de Tour niet winnen. Maar de bergtrui pakken in de rit naar Geraardsbergen is voor Vlaanderens sympathiekste renner wel een ernstig doel. ‘Uiteindelijk ben ik een van de weinige coureurs die altijd en overal hun best doen.’

Winst in de klassiekers zat er dit jaar niet in voor Greg Van Avermaet, maar het vizier staat alweer ingesteld op nieuwe doelen. Momenteel is hij aan de slag in de Ronde van Zwitserland, als opmaat naar het Belgisch kampioenschap in Gent (30 juni) en natuurlijk de Tour de France (6 tot 28 juli). ‘Naar het BK kijk ik niet uit’, zegt Van Avermaet, een coureur die het zelden aan motivatie ontbreekt. ‘Ik heb slechte ervaringen met die koers en maak er geen prioriteit meer van. Dan hakt de teleurstelling er niet zo hard in als het wéér tegenvalt. De laatste twee, drie jaar probeer ik er zelfs niet aan te denken dat ik het BK nog moet rijden.’

Het zit blijkbaar diep?

Greg Van Avermaet: Dat ook weer niet. Ik verwachtte er in het verleden te veel van en nu wil ik mezelf geen druk opleggen. Op voorhand grote ambities uitspreken helpt toch niet.

Een week na het BK begint de Tour de France. De allereerste bollentrui valt te verdienen op de Muur van Geraardsbergen. Daar hebt u ongetwijfeld al naar gekeken.

Van Avermaet: Ik ben ermee bezig, ja, maar zet dat alsjeblieft niet in je titel. ( lacht) Als de tegenstand weet waar en wanneer ik mijn move plan, hoe zou ik dan nog kunnen verrassen? Een bergtrui zou een fantastische start van de Tour zijn. In het wielrennen effent één succes vaak het pad naar meer.

Ik ben bijna altijd goed in de Ronde van Frankrijk. Twee ritzeges, meerdere dagen in het geel: dan mag je niet klagen. De Tour is een prachtige koers als het meezit. Een etappe winnen kan alleen als je die dag de beste van de besten bent. Maar als je ziek wordt, valt, of niet in conditie bent, is het de vervelendste wedstrijd van het jaar. Heel de wereld heeft het gezien.

Greg Van Avermaet kijkt uit naar de Tour: 'Liever koffie dan ketonen'

De Tour is normaal voor specialisten en ik ben eerder een allrounder. Ik moet mijn ritten nauwgezet uitkiezen: te lastig voor de sprinters en niet zwaar genoeg voor de klimmers. In drie weken Tour levert dat hooguit twee of drie kansen op. Die dagen moet ik er honderd procent voor gaan.

Vorig jaar pakte u zelfs uit in een bergrit.

Van Avermaet: Ik droeg toen de gele trui. Ik wist dat ik de mannen van Sky nooit zou kunnen volgen als ik in het peloton bleef, dus viel ik maar aan om een beetje marge te nemen. Het was een heroïsche rit en ik word er nog vaak over aangesproken, maar hij heeft veel energie gekost. Daarna was mijn Tour over. Om één dag langer in het geel te rijden, doen renners zotte dingen.

De leider in het klassement krijgt niet alleen de gele trui, maar ook een pluchen leeuwtje. Ik had er net genoeg om alle kinderen in de familie er één te schenken, dat was ook belangrijk. ( lacht)

Hoe lopen de zaken bij CCC, uw nieuwe Poolse ploeg?

Van Avermaet: Ik ben supertevreden. De omkadering is die van het oude BMC, maar dan ondersteund door Pools geld. Ik heb zelfs al een paar woordjes Pools opgepikt.

Laat eens horen.

Van Avermaet: Beter niet. Wie weet hebben ze mij scheldwoorden geleerd. ( lacht)

De kwaliteit van de renners is minder dan bij het vroegere BMC, daar doen we niet flauw over. Het budget is dan ook navenant. De ploeg ziet dit als een overgangsjaar, want volgend seizoen wil men de kern serieus versterken. Zelf benader ik het zo niet. Ik ben te oud om nog aan overgangsjaren te doen.

CCC gaat naar de Tour zonder klassementsrijder of sprinter. Aanvallen dan maar?

Van Avermaet: Dat is het idee. Een renner die voor het klassement gaat, had er van mij nog bij gemogen, zoals vroeger bij BMC met Richie Porte. Dat verdeelt de druk. We zullen ons profileren als vrijbuiters en hopelijk stijgen er jongens boven zichzelf uit. CCC debuteert in de Tour, de sponsor is sowieso al blij om erbij te zijn. We moeten niet te veel verwachten. Een etappe winnen zou al geweldig zijn.

De ritten door België staan in het teken van de carrière van Eddy Merckx, vijftig jaar na zijn eerste eindzege. Boeit wielergeschiedenis u?

Van Avermaet: Ik vind het mijn plicht om die te kennen, uit respect voor wat de oude kampioenen hebben gepresteerd. Ik hoor Merckx graag bezig, ook wanneer hij de koers van vandaag analyseert. Er zit veel wijsheid in die man. Sowieso zal niemand zijn palmares ooit evenaren. Merckx blijft voor altijd de allergrootste.

Misschien houden ze over vijftig jaar een rit door Hamme voor Greg Van Avermaet?

Van Avermaet: ( lacht hard) Laten we hopen. Ik zou het appreciëren.

Kamiel Buysse, uw grootvader aan moederskant, heeft ook de Tour gereden.

Van Avermaet: Eind jaren 50 was hij helper voor een Franse ploeg. Renners zoals hij werden vooruitgestuurd om de bidons te vullen aan een fontein of in een café. Dat mocht water zijn, maar wijn of bier was ook goed. ( lacht) De wielrenners van toen waren avonturiers. De coureurs van nu zijn professioneler en ernstiger, maar hún verhalen zijn straffer.

De laatste twee, drie jaar probeer ik er niet aan te denken dat ik het Belgisch Kampioenschap nog moet rijden.

Vroeger zei men over Greg Van Avermaet: ‘De sterkste in koers, maar hij smijt met zijn krachten.’ Vandaag noemt niemand u nog een domme coureur. Bent u anders beginnen te koersen, of is alleen de perceptie veranderd?

Van Avermaet: Nee, ik koers wel een beetje anders. De kritiek was terecht: ik viel aan op de verkeerde momenten. Die onstuimigheid had een reden, ik bezat te weinig zelfvertrouwen om te wachten tot de koers echt zou openbreken. De slotsom is dat ik er te weinig uit heb gehaald, achteraf bekeken. Met die vorm had ik meer moeten winnen.

Vroeger was ik een subtopper. Er werd van mij verwacht dat ik zou aanvallen. Pas in 2016 ben ik volwaardig kopman geworden. Sinds ik de verantwoordelijkheid draag om resultaten te rijden, heb ik niet ontgoocheld.

Gaat al dat wachten in tegen uw natuur?

Van Avermaet: O, ik zou vanaf de start aanvallen, als je mij laat doen. Maar je mag niet met je krachten woekeren. Eén ding begrijpen buitenstaanders niet over wielrennen: het niveau van de helpers ligt eigenlijk dicht bij dat van de kopmannen. Maar de eerste groep moet vanaf kilometer één aan de slag, terwijl de anderen zich sparen. Een kopman die zich niet spaart, draait zijn eigen ploeg een loer.

Wat vond u van uw voorjaar?

Van Avermaet: Het was redelijk, maar tevreden ben ik niet. De uitschieter ontbreekt. Een renner die tweede kan worden in Omloop Het Nieuwsblad en derde in E3 Harelbeke heeft goeie benen, maar in de topklassiekers die mij het best liggen, kwam het er niet uit. In de Ronde van Vlaanderen kwam ik als derde boven op de Paterberg, na Mathieu van der Poel en Alberto Bettiol: volgens mij gaf dat de krachtsverhoudingen van die koers goed weer. In de finale heb ik mijn sprint gemist. Dat kan gebeuren en het is ook geen drama, want de overwinning was toch al weg. Parijs-Roubaix is een ander verhaal. Daar heb ik de juiste vlucht gemist. Onvergeeflijk, want de conditie was uitstekend.

Na de voorjaarsklassiekers heb ik de evaluatie gemaakt. Ik stond zesde in de ranglijst van de World Tour, na renners die hun beste seizoen ooit rijden. Ik mag het niet te zwart inzien, vind ik. Alles is relatief.

Heeft dat ene seizoen waarin u Omloop Het Nieuwsblad, E3 Harelbeke, Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix won, de lat te hoog gelegd?

Van Avermaet: Ik weet heel goed dat ik nooit meer zo’n jaar als 2017 zal beleven. Alles zat mee, elke koers viel in zijn plooi. Ik heb nog steeds de ambitie om klassiekers te winnen, maar je moet ook tevreden durven te zijn met een goeie prestatie die misschien niet oplevert waar je op hoopte. De mensen vergeten hoe moeilijk het is om op dit niveau te blijven presteren. Ik rijd tegen de beste coureurs van de wereld. Zij houden rekening met mij, soms kan ik hen allemaal kloppen. Dat is al heel wat, nee?

Olympisch kampioen op de weg in Rio (2016). 'Die titel zou ik voor niks willen ruilen.'
Olympisch kampioen op de weg in Rio (2016). ‘Die titel zou ik voor niks willen ruilen.’© AFP

Hoe schat u het nieuwe fenomeen Mathieu van der Poel in? Niemand zag aankomen dat die zo sterk zou presteren.

Van Avermaet: Ik wel. Vier jaar geleden koerste ik tegen hem in de Ronde van België. Van der Poel was amper twintig en reed rond met de allure van een superster. De Ronde van België is geen wedstrijd waar de journalisten met hun neus op zitten, maar ik had genoeg gezien: die zou nog brokken maken. Mathieu van der Poel bezit het totaalpakket: klasse, conditie en er staat een goeie kop op. Hij heeft de Amstel Gold Race gewonnen zonder de beste man in koers te zijn. Op drie kilometer van de finish reden we nog samen in een achtervolgende groep. Mathieu bleef erin geloven en wint uiteindelijk in de sprint. Knap. Al lukt zoiets alleen wanneer het honderd procent meezit.

Een paar maanden geleden was er veel te doen rond ketonen: een nieuw, legaal voedingssupplement dat bijzonder goed schijnt te werken. Hebt u het al gebruikt?

Van Avermaet: Nee, onze ploegdokter gelooft er niet in. Het lijkt te mooi om waar te zijn. Volgens professor Peter Hespel (een bekend inspanningsfysioloog, nvdr) verbeteren ketonen de prestaties met maar liefst 15 procent. Echt? Als ik 15 procent sterker word, dan win ik de Tour. Er blijkt nog veel onduidelijk. Niemand weet hoe je de inname moet timen, bijvoorbeeld.

Ik ken een ploeg waarvan de ploegleider nog maar pas renner-af is. Ze gebruiken hem als fietsend proefkonijn: soms neemt hij ketonen voor hij gaat rijden, soms in volle inspanning. Of je er nog iets bij drinkt of niet zou ook een heel verschil maken.

Van Avermaet: ( schudt het hoofd) Zelf zou ik nooit met zo’n product experimenteren als dat soort dingen nog niet tot in de puntjes is uitgezocht. Als ik het goed begrijp, leggen ketonen de energieopname stil, waardoor je je koolhydraten later aanspreekt. Pas dan maar op voor neveneffecten: mijn lichaam moet blijven functioneren terwijl ik de finale van een klassieker induik. Nee, wondermiddelen maken me sceptisch. Bovendien zijn ketonen duur.

Van een ander legaal wondermiddel bent u wel fan: er bestaat een Greg Van Avermaet-koffiemerk, met de smaken Puncheur, Gold en RBX. Wat is dat toch met wielrenners en koffie tegenwoordig? Het Nederlandse team vloog voor het WK zelfs een eigen barista in.

Van Avermaet: Die trend heb ik gestart. Na mijn olympische titel in 2016 deed ik mijn ploegmaats een Rocket Espresso cadeau (een luxekoffiezet die enkele duizenden euro’s kost, nvdr), sindsdien verovert de koffiehype het peloton. Ik ben een liefhebber, maar niet de grootste kenner: sommige collega’s kunnen uren doorbomen over de voordelen van deze of gene boon. Ik geniet, maar met mate: twee cappuccino’s bij het ontbijt en nog eens zoveel espresso’s volstaan. Iljo Keisse drinkt makkelijk het dubbele. Dan sta ik op mijn kop.

Mathieu van der Poel bezit het totaalpakket: klasse, conditie en er staat een goeie kop op.

Was dat olympisch goud uw knapste prestatie?

Van Avermaet: Zonder twijfel. Rio staat boven alles. Ook vanwege het moment: ik was al wel doorgebroken, maar miste een grote overwinning. Die gouden medaille nam de twijfel weg. Wereldkampioen worden of een klassieker winnen is ook mooi, maar mijn olympische titel zou ik voor niks willen ruilen. Volgend jaar wil ik pieken naar de Spelen van Tokio – als de bondscoach mij selecteert. Het schijnt opnieuw een lastig parcours te zijn, te vergelijken met Rio. Ik trek vanaf nu elke vier jaar naar de Olympische Spelen, ook wanneer ik stop met koersen. Een gouden medaillewinnaar mag naar het schijnt altijd meereizen met Team Belgium en ik ben van plan om dat privilege ten volle te benutten.

Hoelang wil u nog doorgaan?

Van Avermaet: Daar denk ik nog niet over na, maar ooit eindigt het, natuurlijk. Ik dacht eraan toen ik het WK-parcours verkende. Het ligt mij dit jaar: kleine, niet te lastige hellingen, maar zwaar genoeg om het verschil te maken. Ik ben nu 34. Hoeveel kansen krijg ik nog om wereldkampioen te worden? Dit zou de laatste keer kunnen zijn. Of ja, in 2021 is het wereldkampioenschap in Leuven: dan zullen ze wel een parcours uittekenen op maat van de Belgen. Op mijn 36 zal ik er ook nog wel bij zijn, hoop ik.

Wie wint de Tour?

Van Avermaet: Ik dacht aan Chris Froome, maar die rijdt niet, door een blessure. Het zal in ieder geval iemand van Team Ineos worden, het vroegere Team Sky. Voor die ploeg telt alleen de Tour. De rest is opwarming. Uiteindelijk ben ik een van de weinige coureurs die altijd en overal zijn best doet. ( lacht)

De renners van Ineos worden rijdende robots genoemd, omdat alles wat ze doen gepland is: van het aantal energierepen dat ze eten tot het aantal wattages dat ze trappen. Zou het iets voor u zijn?

Van Avermaet: Misschien niet, nee. Maar ik koers wel graag tegen de Sky-mannen. Zij hebben maar één doel: geel in Parijs. Wanneer het erom spant in het klassement, doen ze de koers op slot, maar ontsnappingen die hen niet verontrusten, mogen vertrekken. Ze zitten er zelfs niet mee om de gele trui weg te geven als dat die dag in hun kraam past. Laat Sky het maar regelen, vind ik. ( lacht) Als zij in de bergen aan kop komen, ben ik toch al gelost.

Greg Van Avermaet

– Geboren in Lokeren op 17 mei 1985

– 2007: profdebuut bij Predictor-Lotto

– 2008: wint een etappe en de puntentrui in de Ronde van Spanje

– 2011: stapt over naar BMC en wint met Parijs-Tours zijn eerste klassieker ? 2015 wint een etappe en de ploegentijdrit in de Ronde van Frankrijk

– 2016: wint Omloop Het Nieuwsblad, Tirreno-Adriatico, een Touretappe en wordt Olympisch kampioen op de weg in Rio de Janeiro

– 2017: beste seizoen met winst in Omloop Het Nieuwsblad, E3 Harelbeke, Gent- Wevelgem en Parijs-Roubaix

– 2019: kopman bij CCC Team

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content