Véronique Goossens

GGO’s: zin en onzin in 5 stellingen

Véronique Goossens Anker Kanaal Z

Hoe kan het dat een technologie die het gebruik van pesticides drastisch naar beneden kan halen, die onze oogsten kan beschermen tegen droogtes, die voeding voedzamer kan maken, zo veel weerstand blijft oproepen? 5 stellingen over GGO’s.

Walging, dat is wat je voelde bij de foto’s van de Franse wetenschapper Gilles-Eric Séralini. Ze toonden ratten met uitstulpende dodelijke tumoren, nadat hij GGO’s in hun voedingbakjes had gestopt. De studie van de moleculaire bioloog is meermaals naar de prullenmand verwezen, maar intussen hadden de media ze gretig verspreid. Walging zet zich vast in de hersenen en blijft sluimeren. Het verklaart veel van onze afkeer voor genetisch gewijzigde organismen.

Stelling 1: GGO’s zijn ongezond.

Dat is niet waar.

Nochtans is geen flinter hard wetenschappelijk bewijs aangevoerd voor beweringen als zou je er ADHD, misvormingen of andere rampspoed van krijgen.

Zelfs Groen-Europarlementslid Bart Staes, toch een notoir tegenstander, is niet te beroerd om toe te geven dat GGO’s ‘redelijk’ gezond zijn.

Jo Bury en Wim Grunewald van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie lopen in Z-Talk Goossens over van enthousiame als je hen vraagt naar gezondheidsaspcenten. Binnenkort zal gouden rijst een vitamine A boost geven aan miljoenen kinderen in Zuid-Oost Azië. En wie lijdt aan een glutenallergie, mag straks weer brood eten dankzij een glutenarme tarwe. En dan zwijgen we nog over Omega 3-planten waardoor we de vis met rust kunnen laten.

Stelling 2: Een handvol multinationals domineert de GGO-markt.

Ja, dat is waar.

Die oligopolisten zagen vooral brood in onkruid- en insectenbestendige gewassen. Daar zijn enorme flaters mee gebeurd. Vele Amerikaanse boeren plantten jaar na jaar dezelfde teelt en verstoven er dezelfde onkruidverdelger op. Elke boer met gezond verstand weet dat dit geen goed idee is, maar Monsanto – met vlag en wimpel de grootste in de GGO-zaden business – had ze dat aangeraden. Na een paar jaar ontstond superonkruid, en moeten alle zeilen bijgezet worden om het weg te krijgen. De tegenstanders wreven in hun handen.

Dat boeren in de tang zouden zitten van slechts een paar grote zaden-multinationals is een probleem dat voor de hele landbouw geldt en dus niet alleen voor GGO-landbouwers. Inderdaad, ze betalen royalties op hun zaden, elk jaar opnieuw, maar dat doen ze ook voor tradionele zaden waar een patent op kleeft.

Stelling 3: Dankzij GGO’s geen honger meer in de wereld.

Dat is overdreven.

Om te beginnen zijn multinationals vooral geïnteresseerd in massateelt en staan ze niet te springen om het DNA van lokale teelten een handje toe te steken. Er zal veel overheidsgeld nodig zijn om voedzamere bananen voor Afrikaanse monden te financieren.

Onze landgenoot Olivier De Schutter, de voormalige VN-rapporteur voor het recht op voedsel, zei het al: ‘GGO’s kunnen helpen, maar we moeten ook investeren in kleinschalige landbouw’.

Jo Bury en Wim Grunewald geven toe: ‘GGO’s zijn een onderdeel in een hele mix van oplossingen.’ Zo zullen er in de toekomst gewassen op de velden staan die geen stress meer krijgen van de droogte. Met de klimaatopwarming in ons achterhoofd is dat een geruststellend idee.

Stelling 4: GGO’s besmetten tradionele teelten.

Dat hangt er vanaf hoe je het bekijkt.

De mens is al honderden jaren op zoek naar manieren om nieuwe kenmerken in planten te krijgen. Denkt u maar aan de heerlijk sappige roze pompelmoes. Die is er ook gekomen door DNA te herschikken via mutagenese. Met chemische stoffen of radioactieve straling wordt het DNA verstoord en onstaat een nieuwe soort. Merkwaardig dat daar nooit groot verzet tegen is gegroeid.

Het genetisch wijzigen van planten gaat een klein stapje verder. In plaats van af te wachten wat een verstoring van DNA zal voortbrengen, brengen wetenschappers op een heel precieze manier veranderingen aan. Als je het zo ziet, is ‘besmetting’ een eerder tendentieuze woordkeuze. Ook de vrees dat de gewasdiversiteit zal verschralen blijkt onterecht. Door veredeling hebben we duizenden plantenvariëteiten voortgebracht. Bij GGO’s zal dit ook zo zijn, door ze te kruisen met lokale rassen, wat nu al massaal gebeurt.

Om de zogenaamde besmetting te verijdelen bestaat in België de schizofrenie dat je in Vlaanderen 50 meter afstand moet bewaren tussen een GGO-veld en een niet GGO-veld. In Wallonië is dat 600 meter. Die perimeters zijn overal in Europa verschillend. De regels zijn zo streng dat we hier alleen het insectenresistente maïs van Monsanto zien groeien en dan vooral in Spanje. Voor het hele EU-gebied gaat het om dik een procent van alle geteelte gewassen. Een nieuwe richtlijn is in de maak en zal afzonderlijke lidstaten meer mogelijkheden geven om teelt op hun grondgebied te verbieden. Buurlanden als Duitsland en Luxemburg hebben alvast laten weten dat ze dit effectief van plan zijn.

Stelling 5: De boze reactie van tegenstanders is irrationeel en niet meer relevant.

Ja en neen.

Hoe is het mogelijk dat een technologie die het gebruik van pesticides drastisch naar beneden kan halen, die onze oogsten kan beschermen tegen droogtes, die voeding voedzamer kan maken, zo veel weerstand blijft oproepen? Als GGO-teelt vooral in handen blijft van multinationals, die steeds machtiger worden, dan is dat inderdaad een groot probleem. Dat vinden ze ook bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. ‘Maar het kind met het badwater weggooien is onverantwoord.’

Partner Content