In veel landen krijgen homo- en transseksuelen, druggebruikers, prostituees en gevangenen niet de nodige toegang tot gezondheidszorg en preventiemiddelen tegen hiv. De discriminatie van die risicogroepen zorgt voor een belemmering in de strijd tegen aids, aldus de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
De discriminatie van risicogroepen zorgt voor een belangrijke belemmering in de strijd tegen aids en hiv, zo zegt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). In veel landen krijgen homo- en transseksuelen, druggebruikers, prostituees en gevangenen niet de nodige toegang tot gezondheidszorg en preventiemiddelen, zo luidt het. De WHO roept de regeringen op de wettelijke en sociale hindernissen voor deze mensen weg te werken.
De behoeften van de risicogroepen moeten worden opgenomen in de nationale strategieën voor de aanpak van hiv, zo betoogt de organisatie. Momenteel houden slechts twee op de drie landen rekening met de situatie van homo’s en prostituees. Voor drugverslaafden geldt dat zelfs maar in vier op de tien landen. Transseksuelen blijken nagenoeg nergens op de nodige steun te mogen rekenen.
Medicamenten op hiv-infectie te voorkomen
Voor het eerst beveelt de WHO naast het gebruik van condooms de homoseksuele mannen ook de inname van medicamenten aan om een hiv-infectie te voorkomen. Wereldwijd ligt het risico voor homoseksuelen 19 keer hoger dan bij de rest van de bevolking, klinkt het in het rapport. Bij andere risicogroepen kan het infectierisico zelfs tot maximaal vijftig keer hoger liggen.
Al bij al maakt WHO wel melding van een positieve trend bij de bestrijding van de aandoening. “Het overwinnen van het hiv-virus is een bereikbaar doel geworden”, aldus WHO-directeur Gottfried Hirnschall. Zo is het aantal geïnfecteerden dat met hiv-medicatie behandeld wordt de voorbije jaren gestegen van 2 miljoen naar 13 miljoen.
“Maar de vooruitgang is ongelijk. Degenen die globaal het grootste infectierisico en de slechtste toegang tot gezondheidszorg hebben, worden achtergelaten.” Wereldwijd zijn 35 miljoen mensen met hiv besmet. De meeste daarvan wonen in Sub-Sahara-Afrika. (Belga/AVE)
