Werelddag Suïcidepreventie: ‘Toen ik wakker werd, overheerste een gevoel van geluk’

Elke dag beroven drie Vlamingen zich van het leven. Het aantal pogingen is daar een veelvoud van. Drie mensen getuigen over hun suïcidepoging, en hoe ze hun leven heeft bepaald. ‘Nu schrijf ik mijn toekomstplannen op. Als ik ooit weer in die diepe put beland, kan ik me daar hopelijk aan optrekken.’

Op 10 september is het Werelddag Suïcidepreventie. In Vlaanderen valt er weinig te vieren. Met 3 zelfdodingen en 28 suïcidepogingen per dag nemen we wereldwijd de vijftiende plaats in. ‘In Nederland hebben ze een stuk minder suïcides’, vertelt Gwendolyn Portzky van het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie. ‘Er zijn al enkele vergelijkende onderzoeken gebeurd. Nederlandse jongeren pakken hun problemen meer aan. Een ruzie met hun ouders proberen ze bijvoorbeeld sneller op te lossen. Vlaamse jongeren praten minder snel met volwassenen over hun problemen, en ze gebruiken ook meer alcohol en drugs wanneer ze het moeilijk hebben. Daarnaast heerst er bij Vlaamse volwassenen nog meer schaamte over psychische problemen.’

Er wordt wel veel gewerkt aan preventie, en dat werpt vruchten af, vertelt Portzky. ‘Sinds 2000 is het aantal zelfdodingen met 20 procent gedaald. We proberen de ruime bevolking te sensibiliseren met campagnes als ‘Te Gek’, maar we mikken ook specifiek op risicogroepen. Zo weten we dat er een genetische factor is: een bepaalde neurobiologische kwetsbaarheid kan worden doorgegeven. Maar we mogen niet deterministisch zijn. Het is niet omdat je opa ooit zelfdoding pleegde, dat je gedoemd bent om het ook te doen. We weten wél dat mensen die ooit al een suïcidepoging ondernamen een veel groter risico hebben. Daarom volgen we ze goed op, en er zijn ook al goede onlinetools. Maar eigenlijk is suïcidepreventie een taak van iedereen: er moet overal meer aandacht zijn voor psychisch welzijn.’

Geert Blanchart (50)
Geert Blanchart (50)© Debby Termonia

‘Hopelijk is er op een dag een pilletje tegen suïcide’ – Geert Blanchart (50)

‘Als topsporter zweefde ik tussen hoogtes en laagtes. Om records te breken, moet je extreem kunnen denken. Maar ik begreep niet waarom ik zo vaak zwarte gedachten had. Toen ik op mijn 24e een zelfmoordpoging deed, kwam dat voor iedereen als een verrassing. Ik had een fantastisch leven: als shorttracker kon ik de wereld rondreizen, ik werd vijf keer Europees kampioen en vicewereldkampioen, ik mocht naar de Olympische Spelen. Maar de zielspijnen bleven me kwellen – nog steeds, trouwens.

‘Intussen heb ik veel over suïcide gelezen, en de wetenschappelijke wereld heeft eindelijk ontdekt dat het sterk genetisch bepaald is. Als de drang om zelfdoding te plegen in je hoofd zit, blijft hij daar zitten. Het is zoals met sigaretten: zelfs wie al twee jaar gestopt is, kan ineens weer “zin” krijgen. Ik kan alleen maar hopen dat wetenschappers op een dag een pilletje vinden om dat gen uit te schakelen.

‘Veel mensen geven signalen over zelfmoordgedachten, maar hun omgeving ziet of hoort ze niet. Pas nadien volgt spijt. Het taboe op suïcide is dan ook erg groot. Daarom heb ik veel respect voor boeddhisten: zij beschouwen het leven en de dood als natuurlijke processen, zonder alle emoties die wij daaraan koppelen.

Sofie Van Wijnsberge (24)
Sofie Van Wijnsberge (24)© Debby Termonia

‘Paardentherapie heeft me enorm geholpen’ – Sofie Van Wijnsberge (24)

‘Enkele jaren geleden had ik het gevoel dat mijn emmer overliep. Er kwamen zo veel problemen op me af, waardoor ik me niet meer kon concentreren op mijn studie en zelfs heel gewone dingen niet meer lukten. Ik ben toen naar een psycholoog gestapt, en bleek een depressie te hebben. Ik vond geen goede manieren om ermee om te gaan. Twee jaar geleden, rond Kerstmis, ging het helemaal mis.

‘Gelukkig vond ik nog net op tijd de kracht om een vriendin te bellen, die samen met mij naar de spoedafdeling is gegaan. Ergens in mijn binnenste wilde ik nog wel leven, maar ik wist gewoon niet hoe. Toen ik wakker werd, overheerste een gevoel van geluk. Al was mijn omgeving natuurlijk erg geschrokken.

‘Nadien werd ik in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen. Dat was een hard parcours, en ik heb een jaar later zelfs nog een poging ondernomen. Daarna ben ik een tweede keer opgenomen. Maar intussen gaat het iets beter, onder meer dankzij equitherapie: paarden zijn zo authentiek en gevoelig, ze hebben me enorm geholpen. Ik ben nu opnieuw aan mijn studie begonnen en ik durf weer toekomstplannen te maken. Die schrijf ik op. Als ik ooit weer in die diepe put beland, kan ik me daar hopelijk aan optrekken.’

‘Noem dit alstublieft geen “aandachttrekkerij”‘ – Sandra Leyzen (45)

‘Ik was vijftien toen ik voor het eerst aan zelfmoord dacht. Uiteindelijk heb ik pas jaren later, als alleenstaande moeder van een puber, een eerste poging ondernomen. In de jaren daarna heb ik het nog vier keer geprobeerd. Nadien had ik altijd spijt dat het mislukt was, want ik wilde echt dood.

‘Mensen reageren vaak bot na een poging. Ik begrijp dat ze schrikken en zelfs boos zijn. Maar wanneer ze het hebben over “aandachttrekkerij”, dan krijg ik nog méér zin om het opnieuw te proberen. En ook iets goedbedoelds als “bekijk het positief” werkt natuurlijk niet. Op zo’n moment moet je gewoon tot rust komen, hulp zoeken en die aanvaarden.

‘Sinds een paar jaar weet ik eindelijk hoe het komt. Ik heb borderline en een bipolaire stoornis. Een diagnose krijgen helpt. En gelukkig is er intussen ook goede medicatie, en de juiste therapie. Dat wil niet zeggen dat ik geen ups en downs meer heb, maar ze zijn toch al wat vlakker dan vroeger. Ik leer nu op tijd aan de noodrem te trekken. En mijn dochter, kleinkinderen en vrienden geven me weer een doel in het leven.’

Wie met vragen zit over zelfdoding kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op www.zelfmoord1813.be.

Sandra Leyzen (45)
Sandra Leyzen (45)© Debby Termonia

‘Noem dit alstublieft geen “aandachttrekkerij”‘ – Sandra Leyzen (45)

‘Ik was vijftien toen ik voor het eerst aan zelfmoord dacht. Uiteindelijk heb ik pas jaren later, als alleenstaande moeder van een puber, een eerste poging ondernomen. In de jaren daarna heb ik het nog vier keer geprobeerd. Nadien had ik altijd spijt dat het mislukt was, want ik wilde echt dood.

‘Mensen reageren vaak bot na een poging. Ik begrijp dat ze schrikken en zelfs boos zijn. Maar wanneer ze het hebben over “aandachttrekkerij”, dan krijg ik nog méér zin om het opnieuw te proberen. En ook iets goedbedoelds als “bekijk het positief” werkt natuurlijk niet. Op zo’n moment moet je gewoon tot rust komen, hulp zoeken en die aanvaarden.

‘Sinds een paar jaar weet ik eindelijk hoe het komt. Ik heb borderline en een bipolaire stoornis. Een diagnose krijgen helpt. En gelukkig is er intussen ook goede medicatie, en de juiste therapie. Dat wil niet zeggen dat ik geen ups en downs meer heb, maar ze zijn toch al wat vlakker dan vroeger. Ik leer nu op tijd aan de noodrem te trekken. En mijn dochter, kleinkinderen en vrienden geven me weer een doel in het leven.’

Wie met vragen zit over zelfdoding kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op www.zelfmoord1813.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content