‘Wat weten we over de Vlaamse vagina’s?’

‘Pijn, jeuk, geurtjes en infecties van de vagina zijn nog altijd een onderbelicht probleem’, legt professor microbiologie Sarah Lebeer uit in een nieuwe podcast van de Universiteit Van Vlaanderen.

Mijn jongste dochter, eerste leerjaar, leerde vorige maand op school over het menselijke lichaam. Ze leerden er over alle lichaamsdelen en de belangrijke cellen. Maar samen bladerend door de schoolboekjes viel het me op dat er niets in stond over de bacteriën in ons lichaam, niet over die van het spijsverteringstelsel, niet over die van de geslachtsorganen.

Dat verwondert me op zich ook niet. Af en toe hoor je weleens iets over gezonde en ongezonde darmbacteriën, maar zelden hoor je iets over vaginale bacteriën. Ten onrechte! Want te veel of te weinig of verkeerde bacteriën in de vagina zorgen voor pijn, ongewenste geuren, jeuk, infecties en vruchtbaarheidsproblemen. Ze zijn een onderschat probleem. Of eerder een verzwegen probleem. Dat merk je als je er met vrouwen over praat.

Wat weten we over de Vlaamse vagina’s?

Dat is ook het geval in de wetenschap. Wellicht omdat microbiologie lang een mannenwereld is geweest. Tijd voor verandering dus! Ik ben zelf prof microbiologie én een vrouw, en geïntrigeerd en gepassioneerd door lactobacillen en melkzuurbacteriën die (onder meer) in het menselijk lichaam voorkomen. En voor mij was het hoog tijd om de vaginale lactobacillen te bestuderen, iets wat tot voor kort nog nauwelijks gebeurd is.

Ik ben op zoek gegaan naar onderzoeksgeld en toen ik dat gevonden had, onder meer dankzij Europa, heb ik een team rond me verzameld waarmee ik een groot burgeronderzoek kon opzetten. We gingen met het team op zoek naar het ‘vaginale microbioom’, dat is de hele verzameling van verschillende bacteriën die in de vagina voorkomen. We noemden het onderzoek Isala, naar Isala Van Diest, de eerste vrouwelijke arts in België . We zochten vrouwen die ons een staal via een swab (zo’n wattenstaafje) wilden toesturen, wat we via de nieuwste DNA-technologieën zouden onderzoeken.

De bedoeling van dit project was in de eerste plaats de lactobacillen in kaart brengen in de vagina van gezonde vrouwen. Eerdere kleinschalige onderzoeken werd tot dan immers enkel uitgevoerd in ziekenhuizen en bij vrouwen die problemen hebben of hadden. Over het vaginale microbioom van gezonde vrouwen was tot dan eigenlijk bijna niks geweten. En ik was bezorgdover hoe het met de vaginale microbiomen van Vlaamse vrouwen gesteld was. Ik vroeg me af of er nog genoeg lactobacillenaanwezig zijn in de Vlaamse vagina’s. Want doordat we de laatste jaren soms té hygiënisch zijn (vagina’s met zeep wassen), te veel antibiotica gebruiken en hoofdzakelijk industrieel eten en er dus ook op ons eten nog weinig bacteriën zitten, vermoedde ik dat er ook nog te weinig gezonde lactobacillen in de vagina’s van Vlaamse vrouwen aanwezig zijn.

Met ons onderzoek wilden we ook een biobank aanleggen, een verzameling van 1000’en levende vaginale bacteriën. Op termijn zouden we hiermee op zoek kunnen gaan naar de beste lactobacillen om medicijnen of vaginale probiotica te ontwikkelen. En we wilden met ons onderzoek vrouwen ook meer bewust maken van hun vaginale bacteriën en het belang van lactobacillen. Hen via een groot bevolkingsonderzoek actief betrekken, hen ook de kans te geven om actief ideeën voor ons onderzoek te geven en hen niet enkel als passieve donoren van intieme stalen te zien. Hen misschien zelfs motiveren om een stem in STEM te hebben.

In de zomer van 2020 namen meer dan 4.686 vrouwen deel aan de eerste fase van ons Isala project. Vorige zomer kregen alle vrouwen die ook echt stalen opstuurden een kaart met hun persoonlijke vaginale bacterie-DNA profiel. Nu komen we naar buiten met de eerste verbanden tussen het vaginale microbioom en levensstijl. We hebben hier ook de klassieke publicatie-pijplijn wat omgedraaid: we communiceren eerst naar de deelnemers en dan pas naar de klassieke wetenschappelijke toptijdschriften. Open science is immers belangrijk.

Wat heeft ons onderzoek ons intussen geleerd? Wat weten we over de Vlaamse vagina’s?

Het resultaat van ons onderzoek was positiever dan we gehoopt hadden: het is redelijk goed gesteld met de Vlaamse vaginale lactobacillen: meer dan 75% van de vrouwen had veel lactobacillen in de vagina. 43% van de Isala vrouwen had vooral Lactobacillus crispatus, 28% Lactobacillus iners, 4% Lactobacillus jensenii en 3% Lactobacillus gasseri. Al deze lactobacillenmaken melkzuur en zien eruit als staafjes of kleine worstjes, maar ze zijn toch ook allemaal een beetje verschillend met net wat andere eigenschappen. Wat die verschillen en gelijkenissen zijn onderzoeken we momenteel nog volop in het labo.

Maar niet alle Vlaamse vagina’s zijn gezond. Er waren er ook waar te weinig bacteriën aanwezig zijn, of te weinig verschillende soorten. Momenteel zoeken we naar hoe dat komt en of vrouwen daar zelf iets aan kunnen doen. We konden al enkele verbanden tussen het microbioom en het leven, of de levensstijl, van vrouwen. Zo zagen we dat vrouwen die ooit bevielen van een baby, vrouwen met een hormoonspiraal of vrouwen die inlegkruisjes gebruiken, minder vaak vaginale lactobacillen hebben. Goed nieuws wel voor de menstruatiecup die alsmaar populairder wordt: die lijkt te zorgen voor iets méér lactobacillen. En wat we ook zagen was dat gezonde voeding (zaden, groenten, niet te veel gesuikerde dranken, veel vis) en voldoende slaap gekoppeld zijn met een gezonde vaginale samenstelling.

We zeggen dit momenteel allemaal nog met de nodige wetenschappelijke voorzichtigheid, want we moeten nog heel wat vervolgstudies doen om die verbanden te bevestigen. Maar we zijn blij dat we nu alvast iets zinvol kunnen zeggen over iets waar vrouwen tot voor kort nog veel te weinig over hoorden: het belang van gezonde vaginale bacteriën.

Wil je hier nog meer over weten, luister dan naar de Universiteit van Vlaanderen-podcast, waarin ik uitleg wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen je vagina en een potje yoghurt. Hier vind je dan weer meer info over het Isala-project.

Partner Content